De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Ron maakt zich zorgen over het geïnternaliseerde streven naar productiviteit. Wees toch minder nuttig!
De epidemie van keuze- en carrièrestress heeft zich uitgebreid, vervroegd. Psychologie Magazine schreef onlangs over uitgeputte tieners met burn-outs. Zestienjarige Ivo spant de kroon: 'Soms zegt mijn coach dat ik minder moet doen. Maar het is goed voor mijn carrière om nu al veel aan het werk te zijn. Als ik stop met mijn blogs en radiowerk, verlies ik kansen die ik misschien nooit meer krijg.'
Ivo. Ivo Ivo Ivo. Stop! Onmiddellijk. Laat alles uit je handen vallen. Doe de gordijnen dicht. Kijk alle seizoenen van alle goede series. Kom je afspraken niet na. Ga twee tot vijf keer per week naar de kroeg. Speel de komende twee jaar diehard 'World of Warcraft'. Zoen met meisjes, of jongens – vergeet de lelijkerds niet. Ga bij een dispuut. Of liever niet eigenlijk. Speel toneel, dans, hockey, voetbal, rugby. Doe iets! En doe helemaal niets. Laat los, die vastheid. Blijf in bed liggen tot half vier ’s middags, ontbijt met friet en koude pizza. Drink je hoofdpijn weg met pijnstillers. Vergeet je huiswerk, raffel je proefwerken en (later) tentamens af. Pis van het balkon.
Dan zal je ontdekken, als je later oud bent (twintig, dertig, of negentig) dat het allemaal wel meeviel, met die kansen die je nooit meer kreeg. Dat John Lennon gelijk had, toen hij zei dat het leven je overkomt, terwijl je andere plannen maakt. Dat er ontelbare kansen komen en gaan, en dat je geen idee hebt welke je nou uiteindelijk wel of niet had moeten (of willen, of zelfs maar kunnen) pakken.
Dat we ons tot stoornissen aan toe druk maken, is ergens wel prijzenswaardig. Pas met ambitie en snoeiharde discipline komt iets van waarde tot stand. Zo werkt dat nu eenmaal, en de mens is op zijn best (en gelukkigst) als hij zichzelf verliest in de taak die voorhanden is. Maar daar moet dan wel wat tegenover staan. Ruwe ervaring, van falen en niet-weten. Keer op keer op keer. Maar waar doet die ervaring zijn intree, als tieners de retoriek van overwerkte volwassenen overnemen? Zij hebben geen tijd voor tegengewicht – alles moet perfect, efficiënt. Het liefst eergisteren. Tragisch: op zo’n prille leeftijd al verloren geraakt in ideeën waarvan de context nog niet eens relevant is. Dat kan niet goed gaan.
Of wel? Een mens komt zichzelf als vanzelf een keer tegen. De een later dan de ander. Niemand ontkomt aan de werkelijkheid, ook zestienjarige strebertjes met een missie niet. Misschien komt alles uiteindelijk wel goed. Dat zal ook wel. Maar toch, het gevoel: hier gaat iets verloren.
Lewis Hine via Metropolitan Museum of Art