Een beetje New York in Nederland: hard//talk is onze variant van Talk of the town van The New Yorker. Wat heeft ons afgelopen week bezig gehouden? Wat bespraken we bij de koffieautomaat en waar lagen we wakker van? Graag horen we wat u van deze rubriek vindt. Mailt u ons!
Illustratie: Kathrin Klingner
Commentaar
Transmediale
De twaalfde editie van Transmediale, het Berlijnse festival voor kunst en digitale cultuur, zit er weer op. Net als CTM (Club Transmediale), het partner (party-)festival dat ongetwijfeld bijdraagt aan de populariteit van Transmediale. Van suizende oren en grimmige Klubs tot DIY, conceptual hacktivism en intelligent bacteria. Nieuwe media kunst is ruig, maar hoe kan het nog vernieuwen?
De hedendaagse kunstwereld worstelt al jaren met de term nieuwe media kunst, want nieuwe media worden zo snel al oude media. Hoe kan een kunstenaar ons nog verrassen? We zijn al zoveel gewend. De toename van consumententechnologie en dus de groeiende aanwezigheid van ‘nieuwe media’ (in de lokale winkelstraat, je huis en zelfs je hand) zorgt ervoor dat kunstenaars die werken met nieuwe technologieën ons niet snel zullen imponeren. Nieuwe media kunst is soms obscuur en elitair, vaak passé of ‘te gemakkelijk’. En dat is maar af en toe de bedoeling.
Dit betekent dat ideeën steeds belangrijker worden, en niet de drager of de uitvoering. Als het concept niet sterk genoeg is, dan verveelt de gebruikte technologie snel. Transmediale was dit jaar vooral geïnteresseerd in artistieke praktijken, die niet alleen reageren op wetenschappelijke of technische innovatie, maar vooral reflecteren op de sociaal-culturele, politieke en creatieve impact van nieuwe technologieën op ons leven. Dit jaar ging de Transmediale award naar een Indonesische drankdistilleerderij. Een goede keuze. Want zolang het ruig is, kan het nieuwe ons niets schelen.
Door Annabel Troost
Ver weg
De ambassadeur van Iran
Ik denk dat de uitdrukking ‘op het matje geroepen worden’, exclusief voor diplomaten gebruikt wordt. Misschien dat bepaalde schoolhoofden nog een matje hebben waar je met gebogen hoofd op moet staan terwijl je streng toegesproken wordt, maar het is toch vooral onderdeel van het spelletje tussen ministers en ambassadeurs dat van ontvangstcomités, speciale handdrukken en cables aan elkaar hangt. Ik vermoed dat er op BuZa en in het Torentje speciale matjes in de gangkast liggen, stoffige vernederende matjes die over het prachtige Perzische tapijt gedrapeerd worden zodra een de vertegenwoordiger van een vervelend land ontboden is.
De ambassadeur van Iran werd afgelopen week op het matje geroepen. Op maandag stond hij er en gaf geen kik toen minister Rosenthal hem een veeg uit de pan gaf over de executie van de Nederlands-Iraanse Zahra Bahrami. Later die dag werd de ambassadeur opnieuw geroepen, maar hij kwam niet opdagen. Waarschijnlijk beviel het matje hem niet.
In de diplomatenwereld bestaat bijna alles uit symboliek. Ambassadeurs zijn dan ook blij als ze eens normaal kunnen communiceren. Ik ben met studiereizen op de Nederlandse ambassades in Tunesië, Libië, Bosnië, Syrië en Servië geweest. Soms moesten we met z’n allen het Wilhelmus zingen, maar meestal waren de ambassadeurs leuke, open mensen die grapjes maakten over het land en – off the record – zeer kritisch waren op het Nederlandse beleid. De ambassadeur in Syrië was zelfs zo blij met onze aanwezigheid dat hij in alle joligheid met pak en al in zijn zwembad sprong, gevolgd door enkele jongens.
Of hij daarvoor op het matje is geroepen, is mij niet bekend.
Door Rutger Lemm
Zelf
Vis slachten
Ik heb het altijd al vreemd gevonden, visetende vegetariërs. Niet dat ik me moreel verheven voel, ik ben een carnivoor van het meest onbeschaamde soort. Maar toch kan ik de redenering vaak niet volgen. Visetende vegetariërs eten alleen dieren die niet schattig zijn? Diervriendelijk vlees bestaat niet, maar vis is een ander verhaal? Misschien vinden ze vissen minder belangrijk omdat ze glibberig zijn, of misschien is 'blub' geen meelijwekkend geluid. Hebben we alleen morele bezwaren bij het eten van dieren waar we menselijke eigenschappen aan toe kunnen schrijven?
Maar vissen ervaren wel degelijk pijn en stress, al kijken ze er stoïcijns bij. Aangezien diervriendelijkheid voor veel vegetariërs het streven is – zo’n leuke 'puur & eerlijk' sticker die de prijs van je pangasiusfilet met drie euro opschroeft – is Hans de Vis van Wellfish op zoek gegaan naar visvriendelijke slachtmethoden.
Vissen worden bij het Wellfish-procedé eerst met een stroomstoot verdoofd voordat ze op ijswater worden gelegd, waardoor ze stressloos doodgaan. Kweekvissers en visverwerkers in binnen- en buitenland reageren enthousiast: er is al een volautomatische slachtlijn voor kweekzalm in gebruik. De ene vis is echter de andere niet. Paling moet bijvoorbeeld eerst in zout ijswater worden ‘ontslijmd’ en vergt daarna een extra hoge stroomstoot. Maar ja, dan heb je ook wat.
Uiteindelijk is iedereen blij. Vissen gaan zo ontspannen als een slappe band naar hun eeuwige wateren en visbewuste vegetariërs komen zonder schuldgevoel aan hun eiwitten en omega-3 vetten. Daarnaast raakt er bij die efficiënt gekweekte en stressvrij geëlektrocuteerde vis ook geen vrolijk lachend dolfijntje meer in de netten verstrikt. Dat is mooi, want als Flipper doodgaat, dat is pas ècht zielig.
Door Meredith Greer
De Hofstad
Kunstonderwijs
Het gonst in onderwijsland. Halbe Zijlstra wil dat het studierendement omhoog gaat, net als al zijn voorgangers in de laatste 43 jaar. Om dat te bereiken moeten opleidingen strenger gaan selecteren. Goed plan, zolang je het bij intakegesprekken houdt; voor het algemene niveau hebben we een prima centraal examen. Slechter plan is dat langstudeerders worden beboet; daar gaan ze alleen maar meer van bijbeunen of afhaken. En een nog slechter plan is dat tweede studies nog duurder worden gemaakt. Het ontmoedigt mensen die meer willen leren.
En in de schaduw van deze plannen adviseert de commissie-Brinkman om het aantal kunstvakstudenten met twintig procent terug te brengen. Op zich geen slecht idee, er zijn namelijk zoveel kunstenaars dat ze elkaar arm houden. Tot je concreet gaat maken wáár je dan wilt bezuinigen. Veertig procent zijn ontwerpers, die hebben sowieso niet zo’n slechte positie. De theater- en filmscholen zijn al vrij klein en heel selectief. Kaasschaven helpt niet, dat drukt de onderwijskosten nauwelijks. Dan blijft over het dichtgooien van een paar beeldende kunstopleidingen en conservatoria. En dat gaat van au; een stad zonder kunstopleiding wordt namelijk snel saai. Denk aan Enschede zonder AKI, Breda zonder St. Joost, Arnhem zonder modeacademie, al zijn dat ook niet de eerste gegadigden.
Natuurlijk kan het. Zoals een kunstacademiedirecteur ironisch opmerkte: ‘Laten we meteen de gilden herinvoeren, en alleen een nieuwe kunstenaar opleiden als een oude doodgaat.’ Maar je kunt het natuurlijk ook zien als een investering in een prettig leefklimaat. Anders gaan die studenten toch maar iets economisch nuttigs doen. En managers hebben we in ieder geval teveel.
Door Floris Solleveld
De filmclub
Black Swan
Over het algemeen pas ik me aan de mensen aan, en is mijn culturele smaak geheel conform mijn generatie en sociale klasse. Dus cliché, cliché, cliché! ik hou van Mad Men, Jonathan Franzen en Amélie, en wil graag een tijdje in Berlijn wonen, zelfs al is Berlijn eigenlijk alweer over. Maar soms, heel soms, dan zeggen de mensen 'a' terwijl ik 'b' zeg. De hoeplala rondom Black Swan, het Oscarvehikel waar zowel publiek als critici mee weg lopen, presenteert zo’n geval. En dat komt niet eens doordat ik de film stilistisch vrij grotesk vond, of doordat ik de regisseur graag had betrapt op enig gevoel voor humor of ironie.
De film, waarin een perfectionistische balletdanseres de weg kwijt raakt, zou gaan over het offer dat de ware kunstenaar voor zijn of haar kunst moet brengen. Vorm en inhoud vallen wat dat betreft mooi samen in het uitgemergelde lichaam van Natalie Portman: de actrice is, net als het personage dat ze vertolkt, bereid voor haar vak heel ver te gaan. Maar waar Portman inmiddels weer vrolijk romantische komedies aan het maken is, daar gaat Nina aan haar obsessie onderdoor.
Ik had ooit een vriendje dat depressief was en weigerde in therapie te gaan omdat 'alle grote kunstenaars nu eenmaal depressief zijn.' Dat was een laf excuus. Het feit dat Nina sterft voor de kunst is geen heldendaad, maar tragisch, triest en zwak. Best bevreemdend om te merken dat men zulke zwakte graag beloont met jubelende recensies, hoge bezoekersaantallen en mogelijk een Oscar.
Door Lynn Berger