Een beetje New York in Nederland: hard//talk is onze variant van Talk of the town van The New Yorker. Wat heeft ons afgelopen week bezig gehouden? Wat bespraken we bij de koffieautomaat en waar lagen we wakker van? Graag horen we wat u van deze rubriek vindt. Mailt u ons!
Ver weg
Kerndiscussie
“Dag meneer de politicus, u spreekt met de journalist.” “Ha journalist! Hoe is het?” “Goed, goed. Druk, druk. Met u?” “Ik mag niet klagen. Dat bedoel ik letterlijk: de fractievoorzitter heeft in een interne memo alle vormen van klagerij verboden. Het volk wil hoop en optimisme.” “Ja, onze hoofdredacteur start nu een onderzoek om te kijken welke stukken het best gelezen worden en wat de invloed is op het koopgedrag. Het blijkt bijvoorbeeld dat mensen na het lezen over Libië vaak een zonvakantie boeken, of een hippe zonnebril aanschaffen. De journalist wiens artikel het meeste geld oplevert door verkoop en advertenties, krijgt iets lekkers.” “Een taart?” “Een notitieblok van eetpapier. Er hangt nu ook een groot bord hier in de hal, waarop de verkoopcijfers van die dag staan. Als we een record breken, rinkelt er een bel en mogen we een kwartiertje naar buiten om een broodje te eten.”
“Maar goed journalist, waarvoor belde je?” “Het gaat over Japan, meneer de politicus.” “Ik hou heel erg van sushi, er is hier in Den Haag een fan-tas-tisch tentje genaamd Katsui…” “Nee nee, de aardbeving. De ramp.” “Weet ik toch. Geintje.” “Na het ongeluk met de kernreactor in Fukushima is de discussie over atoomenergie in Nederland weer opgerakeld.” “Nee hoor, daar merk ik hier niets van.” “Ja, toch wel. Ik zeg u nu dat dat zo is.” “Nee, die discussie was al gaande…” “Door de situatie in Japan is de kwestie nog prangender.” “Wat een onzin. De risico’s waren altijd al bekend. Het zou wel heel hypocriet zijn om…” “Meneer de politicus, is uw standpunt over kernenergie en een tweede kerncentrale in Nederland, veranderd door de Japanse ontwikkelingen?”
“Luister. Als ik rattengif, bleekmiddel en Hero Fruitontbijt in een blender doe en het wil opdrinken, maar vlak daarvoor zie hoe iemand anders door dit mixje sterft, dan is het toch wel heel opportunistisch om op dat moment te twijfelen over mijn eigen voornemen? Over de risico’s bestond toch geen twijfel, waarom zijn ze opeens wel een argument als er ook echt iets misgaat?” “Hypocriet, opportuun… U gebruikt grote woorden. Zo werken dingen nu eenmaal, meneer. Eerst zien, dan geloven.” “Ik weiger daar aan mee te doen.” “Dan komt u niet in de krant.” “…” “Hallo?” “De tragische gebeurtenissen in Japan tonen aan hoe prangend de kernenergiekwestie in Nederland is… Schrijf je mee?” “Ja.”
Door Rutger Lemm
De filmclub
Blue Valentine
Mensen zijn uiteindelijk altijd de verliezer. Tegen beter weten in beginnen ze keer op keer aan de uitvoering van een gedoemd scenario. Optimistisch maar onhandig ploeteren ze voort, tegen de tijd: met hun linkerelleboog stoten ze kristallen vazen omver, met rechts slaan ze hun reisgenoten per ongeluk een bloedneus. In Blue Valentine maken Dean (Ryan Gosling) en Cindy (Michelle Williams) vol goede bedoelingen elkaar, en hun relatie, kapot.
De twee ontmoeten elkaar in het bejaardenhuis van Cindy's oma, waar Dean als verhuizer aan het werk is. Wij ontmoeten ze vijf jaar later, wanneer ze met dochtertje en hond samenwonen in een rommelig huis met een tuin vol lege bierflesjes en sigarettenpeuken. Cindy is hardwerkend verpleegster, Dean moddert wat aan.
Wat we zien in Blue Valentine is tegelijkertijd het hoopvolle opbloeien van de relatie (in een lenteachtig New York) en het pijnlijke, treurige, onvermijdelijke afbrokkelen ervan (in een potsierlijk motel vijf jaar later). Vroeger en nu zijn vloeiend door elkaar heen gemonteerd, en Gosling en Williams spelen allebei heel genuanceerd (Williams kreeg een Oscarnominatie voor haar rol). De karakters zijn boosdoeners noch helden – en hoewel ze niet ‘slecht’ zijn, richten ze onverhoopt een hoop ellende aan. Blue Valentine is zo deprimerend als de titel doet vermoeden, en je kan er beter niet heen gaan op een eerste date. Maar mensen zijn nu eenmaal verliezers, of ze willen of niet – deze film geeft die waarheid feilloos weer. Dat weergeven is zo knap gedaan, dat Blue Valentine paradoxaal genoeg ook weer hoop geeft: we zijn verliezers, maar heel, heel soms lukken dingen toch. Al is het maar voor even.
Door Lynn Berger
Machtige Media
The Shit Off
Blonde Beats, INtrmzzo, Gentle Voices en Herman in een bakje Geitenkwark. Zaterdagavond keken 1,2 miljoen kijkers naar The Sing Off, de nieuwe talentenjacht van SBS6, waarin a cappella-groepen strijden om een platencontract. De nieuwe show behaalde de tiende plaats van best bekeken televisieprogramma's. Een prima resultaat. Met maar liefst 2.583.000 kijkers was NOS Achtuurjournaal zaterdagavond met een tsunami en dreigende kernramp de grote winnaar.
Een miljoen televisiekijkers hebben na de beelden van een verwoest Japan de TV uitgezet. De andere miljoen zapten door naar The Sing Off. Maar waarom? Omdat een zaterdagavond gevuld met rampspoed geen fijne zaterdagavond is? Omdat we gewoontedieren zijn en op zaterdagavond onze talentenjachten (tegenwoordig zonder afzeiksausje) willen?
Dus waren daar de altijd glimlachende Tooske Ragas en de volkse Danny de Munk. Er was echter een verschil met andere talentenshows: de groep Herman in een bakje geitenkwark was een echt originele kandidaat met goede grappen en een eigen stijl. Zo gebeurde er toch iets bijzonders. Even leek het alsof de humor Tooske te veel werd en ze zou stikken in een bakje geitenkwark, maar ze hield zich goed staande. Met steun van Danny natuurlijk, die wat onwennig voor het eerst een conservatoriumhuis betrad. Hilarisch, om de grappige jongens van Herman in een Bakje Geitenkwark in een niet-grappige omgeving te zien optreden, waarbij op niet-grappig bedoelde manier werd uitgelegd dat het grappig bedoeld was.
Even vergaten een miljoen landgenoten de ellende om ons heen en verloren ze zich in de tjoep-tjoeps en oeh-aahs van de verschillende groepen. Wat is het toch fijn om in een land te wonen waar je alleen bang hoeft te zijn voor een buitenproportionele vloedgolf aan geestigheden. Als het zo doorgaat in Japan en Libië, en een trein-WC deze week nog steeds zes ton kost, kijk ik aankomende zaterdag weer.
Door Annabel Troost
Commentaar
iOverheid
De overheid is net een opdringerige telemarketeer, ze wil alles van je weten. Hoe je reist, je kenteken, hoeveel je waarvoor betaalt, je biometrische gegevens, je medische achtergrond. Alles wordt opgeslagen in databanken die de overheid zo veel mogelijk met elkaar verbindt. Een 'héél erg tricky' praktijk, zo blijkt uit het rapport iOverheid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Want door het koppelen van de data uit deze systemen ontstaat een beeld van de burger dat vaak niet klopt. Buiten het feit dat deze informatie de overheid weinig aangaat.
Wel wil een meerderheid van de Tweede Kamer opeens een speciale roze OV-chip voor ouderen, zo berichtte de NOS afgelopen woensdag, omdat ouderen weerstand voelen hun persoonlijke gegevens af te staan. Heel begrijpelijk, maar waarom is dat voor ouderen een geldige reden en voor jongeren niet? Wij hebben immers nog decennia om achtervolgd te worden door onzinnige data. Zo gaf lid van de WRR (Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid) Corien Prins in het NRC Handelsblad het voorbeeld van een baby bij wiens ouders wordt ingebroken. Die baby krijgt in een systeem een geel kleurtje omdat hij getuige was van een misdrijf en kan daardoor het stempel 'probleemkind' tot zijn 33ste meezeulen.
Of de regering het rapport van de WRR serieus zal nemen is de vraag. De Eerste Kamer deed dinsdag gelukkig wel een beetje moeilijk over het Elektronisch Patiëntendossier, maar het ministerie van Volksgezondheid liep reeds gulzig op de zaken vooruit. In februari stuurde zij al een brief aan iedereen met een 'zorgaanbieder' die heeft gemeld dat er 'gegevens over u beschikbaar zijn'. Bijgevoegd alvast een foldertje om de geadresseerde voor te bereiden op het naderende gebrek aan privacy. Geen zorgen, als je echt een probleem hebt met gegevensuitwisseling kan je bezwaar indienen. Met je DigiD-code, op de website van het EPD. Toevallig deed die het deze week niet. “Excuses voor het ongemak.”
Door Kelli van der Waals
De letteren
Boekenweek
Vraag een willekeurige vriend van mij wat z’n lievelingsbiografie is en ze zullen je smalend vertellen over Deze neger buigt voor niemand, de autobiografie van ex-voetballer Winston Bogarde. Het was dus hoog tijd voor een boekenweek met het thema ‘Curriculum Vitae- Geschreven portretten’, al is het maar om het genre het juk van Bogarde van zich af te laten schudden.
In Duitsland neemt men de biografie uiterst serieus. Beroemde journalisten werken jarenlang aan biografieën die meestal grote consequenties hebben op de Duitse geschiedschrijving. Hoewel de media in Nederland ook veel aandacht hebben besteed aan bijvoorbeeld de biografie van Annie M.G. Schmidt door Annejet van der Zijl of die van Joop den Uyl door Anet Bleich, blijft het toch anders dan biografieën van Adolf Hitler of Willy Brandt.
Vorig jaar las ik voor het eerst biografieën van Duitse productie. Behalve Albert Speer door Joachim Fest las ik ook Churchill en Kanttekeningen bij Hitler van Sebastian Haffner. Duitsers hebben een traditie van goede biografieën: de journalisten zijn zeer analytisch en nauwkeurig en de objecten hebben allemaal grote historische gebeurtenissen meegemaakt. Bovendien zijn ze vlot geschreven, zeker in vergelijking met de anders zo stugge Duitse literatuur.
Nederland heeft nog niet de biografie-traditie van Duitsland, maar het zou mooi zijn als deze boekenweek daar verandering in brengt. Laten we goed naar Haffner en Fest kijken en met een ontluisterende biografie van Geert Wilders de alom tegenwoordige Winston Bogarde uit de gedachten van mijn vrienden verdrijven.
Door Tim de Gier