De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Rutger las een 'interview' met Robin van Persie in Trouw en vraagt zich wie er nu zo lomp is, de journalisten of de bondscoach?
Louis van Gaal staat bekend als een lompe, onaardige man. Maar dit beeld danken we voor een groot deel aan de door hem verguisde vijand. Zijn de journalisten niet net zo schuldig aan deze eeuwenlange ruzie? De enige die onzichtbaar is voor een spiegel is de man die het ding voorhoudt.
Voor aanvang van het WK gingen de heren van voetbalprogramma VI, die hun borreltjespraat vakkundig gecultiveerd hebben, duidelijk over de streep. Johan Derksen noemde de bondscoach ‘een idioot’. In 2013 bestempelde hij van Gaal al als ‘een gevaarlijke gek’. Een filmpje waarin van Gaal een Engelse journalist schoffeerde ging viral, maar de NOS liet zien dat het een fragment was uit een langer gesprek, waarbij Van Gaal lachte en duidelijk een grap maakte. Hans Kraay Jr., met zijn zelfgenoegzame zonnebankhoofd en SBS6-microfoon, provoceerde na oefenwedstrijden steevast de bondscoach, wat telkens tot een (toegegeven) vermakelijke botsing leidde. Tijdens het WK bespiedden Hollandse verslaggevers de besloten training van Oranje en publiceerden vrolijk de opstelling voor de wedstrijd. De terechte kritiek die van Gaal hier op had (de tegenstander werd geïnformeerd, dus eigenlijk werkte het journaille tegen de eigen ploeg) kreeg weer de kop ‘Van Gaal boos op de media’. Het lijkt een trucje: van Gaal lomp benaderen, waarna hij boos wordt, en dat weer nieuws is. Zijn jullie nou zo dom of ben ik nou zo slim?
Alle journalisten zijn ijdel, maar voetbalverslaggevers zijn de grootste narcisten van de hele beroepsgroep. De machocultuur die dit wereldje nog altijd domineert, zorgt voor schaamteloos haantjesgedrag. Arno Vermeulen, Chef Voetbal van de NOS, zet zichzelf regelmatig aan tafel bij zijn programma Studio Voetbal. Jack van Gelder kan het niet laten om de spelers amicaal met ‘jongen’ aan te spreken en kruipt bij de meer anonieme camera-interviews langzaam achter zijn microfoon aan het beeld in (collega Joep Schreuder kent zelfs nog minder schaamte). Oranje-volger Bert Maalderink geniet hoorbaar als de spelers en technische staf hun antwoorden op zijn vragen beginnen met ‘Nou Bert’.
Afgelopen donderdag verscheen er in dagblad Trouw een walgelijk voorbeeld van de misplaatste arrogantie die deze mannen kenmerkt. Chef Voetbal Henk Hoijtink (die eerder al de mist in ging met een vreemde vergelijking tussen een blessure van ‘Oranje-soldaat’ Mathijsen en de Holocaust) ondervroeg Robin van Persie en legde hem een ‘historische vergelijking’ voor: speelt hij net als Ruud Gullit in 1988, nu als aanvoerder in de schaduw van de sterspeler? Van Persie reageerde begrijpelijkerwijs geïrriteerd over deze licht denigrerende analogie. Maar Hoijtink, duidelijk in zijn nopjes met zijn theorie (ook al gaf hij zelf eerder op Twitter al aan dat het ‘vergezocht’ was), zette stug door, waarop het interview natuurlijk vastliep. Dat de chef en zijn krant (doorgaans toch een integer medium) dit gesprek alsnog plaatsten, getuigt van een vreemd soort blindheid voor de eigen fout. De kritiek die van Hoijtink ten deel viel, zorgde ervoor dat alle aandacht naar hem ging. Het zegt genoeg dat de vragen in het ‘interview’ langer zijn dan de antwoorden. Van Hoijtink tweette iets over ‘voetballers en spiegels’, alsof Van Persie degene was die geen kritiek aan kon.
Ik begrijp dat het lastig is voor voetbaljournalisten om in een circus vol mediagetrainde en verwaande apen nog een origineel verhaal te vinden. Maar om dan maar van zo’n aapje te eisen dat hij naar jouw pijpen moet dansen (‘Beantwoord gewoon mijn vraag’), duidt op een groot gebrek aan creativiteit. Binnen de sector zijn genoeg voorbeelden van mannen die met literaire middelen het voetbal bezingen: Henk Spaan en Wilfried de Jong bijvoorbeeld. Een commentator als Sierd de Vos doet uitvoerig onderzoek en beschikt naast zijn goede grappen ook over een imposante feitenkennis. Diepgravende onderzoeksjournalistiek of persoonlijke portretten moeten ook nog steeds mogelijk zijn.
Louis van Gaal heeft het ongelijk van zijn tactische criticasters al bewezen. Maar nu de voetbaljournalistiek langzaam zijn ware gezicht toont, begin ik ook te twijfelen aan het beeld van de norse man. Wie zich tegenover dit leger van luie hobbyisten groot wil houden, moet van goeden huize komen. Laten we die spiegel eens omdraaien.