Deze week verlangt Hard//hoofd terug naar alles wat geborgen of veilig voelde: de heimweek geeft ruimte aan dat aloude gevoel te verlangen naar huis. Maar dat niet alleen: heimwee kent vele vormen, genoeg om de komende themaweek rijkelijk mee te vullen. Lees mee en doe alsof je thuis bent in de Hard//hoofd heimweek.
Lieve lezer,
Wat is ervoor nodig om een plek een ‘thuis’ te noemen? Is het voldoende om je er prettig te voelen, op je gemak? Er zijn veel plekken waar we ons prettig en op ons gemak voelen, maar die we nog niet ons thuis zouden noemen: een zachte stoel in het theater, een éénpersoonszitplaats in de bus.
‘Doe alsof je thuis bent!’ roepen we, in een poging het onze visite naar de zin te maken. Alsof thuis-zijn een toneelspel is, iets wat je kunt veinzen. Maar nee, zo gemakkelijk laten onze breinen zich niet in de maling nemen. Die toverspreuk bezweert nog niet de mildste aanval van heimwee op een korte vakantietrip.
Want heimwee, daar gaan we het deze week over hebben.
Het afgelopen halfjaar veranderden onze veilige huizen in kantoren, kinderdagverblijven, klaslokalen. ‘Werk en privé van elkaar scheiden’ werd een onmogelijke opgave, het theoretische ‘recht om onbereikbaar te zijn buiten werktijden’ een schim uit het verleden. Wie vóór corona op een kantoor werkte, zal misschien wel meer zijn gaan terugverlangen naar díe plek – waar alle negen-tot-vijfzorgen thuishoren – dan naar het eigen huis.
Muren alléén maken nog niet dat je je ergens thuis voelt
Zo kreeg het begrip ‘thuis’ met de dag nieuwe betekenissen. En ondertussen zagen we op tv de ongekende hoeveelheid ontheemde mensen die – nota bene in een van de vreedzaamste decennia in de geschiedenis – hun thuis achter zich hebben moeten laten. Op zoek naar een beter bestaan, naar geborgenheid, en naar lippen die zeggen: welkom thuis. Home sweet home.
Niet-thuis-zijn kan voor iedereen een somberende ervaring zijn, je ergens niet thuis voelen kan beangstigend zijn. Voor kunstenaars is het daarmee niet zelden een inspirerende ervaring. Dat ervoeren ook de achttiende-eeuwse ‘Lake Poets’ uit Noord-Engeland: hun gedichten zijn doordrenkt door hun tranen van heimwee. Marthe van Bronkhorst was de eerste die ze naar het Nederlands vertaalde. Je leest ze later deze week hier op Hard//hoofd.
Wat maakt dat we een plek een ‘thuis’ kunnen noemen? Duizenden Nederlanders zitten onvrijwillig ‘thuis’: door ziekte, depressie, werkloosheid… hoelang duurt het voor een veilige haven een beklemmende cel wordt? Misschien is een thuis wel een plek die je soms moet verlaten om ernaar terug te verlangen, zoals de Lake Poets deden. Maar altijd: een plek om je geborgen te voelen. Met muren om de buitenwereld de buitenwereld te houden.
Al is ommuurd zijn alléén niet genoeg om je ergens thuis te voelen. Dat concludeerde Lies Defever, die de muur tussen Israël en Palestina passeerde en er een indrukwekkend essay over schreef. Ook weer zoiets moois wat we deze themaweek voor je in petto hebben.
Wij wensen je een week om naar terug te verlangen,
Marte Hoogenboom
Hoofdredacteur