Illustratie: Gemma Pauwels

Hoe lang mag Jan zich nog laven aan de papieren romantiek van de belangrijkste krant ter wereld? De New York Times: een oude grijze dame, in de overgang. " />

Illustratie: Gemma Pauwels

Hoe lang mag Jan zich nog laven aan de papieren romantiek van de belangrijkste krant ter wereld? De New York Times: een oude grijze dame, in de overgang. " />
Asset 14

The Times are a-changin'

Twee jaar geleden sloeg menig journalistenhart een paar slagen over na speculaties over een mogelijk faillissement van 'The New York Times'. Tijdens de naweeën van deze moeizame periode schoot regisseur Andrew Rossi op de redactieburelen van de belangrijkste krant ter wereld de documentaire 'Page One'. Journalistiekjunkie Jan analyseert.

Opengereten cultuur

Het was wat je noemt een obsessie. Toen ik eenmaal wist dat ik journalistiek ging studeren, verslond ik alles dat maar iets met het vak te maken had. Romans, films, essays, nieuwsberichten: mijn honger was onverzadigbaar. In die periode las ik ook Tom Rachmans roman The Imperfectionists (2010), over de afbrokkelende levens van de journalisten van een noodlijdende internationale krant in Rome. Rachmans boodschap ligt er overal duimendik bovenop: niet alleen het leven zelf, maar ook alles waar het uit bestaat – of het nu liefde, familie of werk is – is vergankelijk. Geen slecht thema voor een roman, zou je zeggen. Maar Rachmans neiging geen ruimte te laten voor alternatieven: iedere plotwending is een turn for the worst, maakt het geheel even voorspelbaar als benauwend. Zijn ijzeren logica van onvermijdelijk verval is eerder drammerig dan tragisch, en zo had hij het vast niet bedoeld.

Deze maand beleeft Andrew Rossi's documentaire Page One: A Year Inside the New York Times op het IDFA zijn Nederlandse première. Hoewel beide het verhaal van een krant in zwaar weer vertellen – en Rachman ongetwijfeld putte uit zijn ervaring als journalist bij de International Herald Tribune, een dochterkrant van de Times – is het contrast tussen de roman en Rossi's documentaire groot.

Illustratie: Gemma Pauwels

Rachman vertelt een metafysisch verhaal over hoe aan alles een einde komt. Wanneer dat van het eerste moment duidelijk is, dan kun je je daar op instellen: het leed is ingecalculeerd, de klap al half verwerkt. De kracht van Page One komt voort uit de twijfel die uit de woorden van de gevolgde journalisten spreekt. In de echte wereld weet je niet wat er zal gebeuren, en die onzekerheid is pas echt tragisch. “We're a perfect example of a kind of culture that is having what we do completely ripped open” zegt een van de Timesmen. In dat ene zinnetje zit het allemaal: aan de ene kant is er de knagende onzekerheid over wat de toekomst zel brengen, aan de andere kant ook zeker gekrenkte professionele trots. (Want de Timesman is trots, op het arrogante af.) Het is de onderhuidse spanning die door de hele film voelbaar is.

Hoe wordt de krantenwereld dan 'volledig opengereten'? Om het nog maar een keertje samen te vatten: gratis diensten brengen een min of meer vergelijkbaar product, namelijk informatie, en bereiken een groter publiek. Zowel lezers als adverteerders menen elders beter af te zijn. De een haalt zijn nieuws sneller en goedkoper of gratis, de ander bereikt meer mensen of een specifiekere doelgroep. Als gevolg van de teruglopende inkomsten wordt er gesneden in de budgetten, minder personeel moet met minder tijd en minder geld meer leveren, de kwaliteit gaat onvermijdelijk achteruit – hoe stellig eigenaren en hoofdredacteuren dit ook ontkennen. Hierdoor dreigen nog meer lezers de krant de rug toe te keren. Dit effect wordt door Amerikaanse kranten sterker gevoeld dan bijvoorbeeld Nederlandse dagbladen. In de VS zijn kranten voor inkomsten traditioneel veel afhankelijker van adverteerders en de losse verkoop. 's Ochtends geen krant kopen is een minder dramatische beslissing dan je abonnement opzeggen.

Bloggende robots

Rossi's film concentreert zich op het reilen en zeilen van de media desk, in het bijzonder drie journalisten: Bruce Headlam, Brian Stelter en David Carr. Tijdens het filmen maakte de Times, tegelijk met de rest van de wereld, voor het eerst kennis met Wikileaks; de website waardoor mensen met belangwekkende informatie niet langer naar een krant stappen, maar hun materiaal met één druk op de knop de wereld in slingeren. Het inmiddels befaamde filmpje waarin te zien is hoe een het Amerikaanse leger journalisten beschiet, is een YouTube-hit. Headlam en Stelter schrijven een stuk over de betekenis van deze gebeurtenis voor de journalistiek.

Stelter is een jonge, succesvolle blogger die door de Times is ingelijfd. Met zijn kalende schedel en lichte neiging tot corpulentie heeft hij wat weg van een vijftigjarige twintiger. Hij wordt door zijn collega Carr: “A robot, assembled in the basement of the Times, to come and destroy me” genoemd, vanwege zijn werklust en neiging op drie verschillende schermen tegelijk te werken. Stelter belt met Julian Assange en de korte conversatie die volgt, is veelzeggend. Op de vraag of Assange zichzelf als journalist ziet, antwoordt deze: “Journalism is just a tool. We use a tool to get to the goal. […] Broadly the goal is justice.”

Assange lekt met als doel de wereld te veranderen. De krant doet verslag met als doel de wereld te informeren. Het filmpje is weliswaar in zijn geheel terug te vinden op internet, de populaire YouTube-versie is gemonteerd, en niet altijd even oprecht. De politiek-filosoof John Rawls had het ooit over “justice as fairness”. Assange's rechtvaardigheid is niet gebaseerd op redelijkheid, maar op de aan hem geopenbaarde waarheid.

Journalist, geen activist

Zo wordt ook duidelijk dat de overlevingsstrijd van de Times niet alleen op bestuursniveau wordt gevoerd, en niet slechts economisch van aard is. Elders op de burelen vechten journalisten niet alleen voor hun baan, maar ook voor de journalistieke waarden waar ze ooit op ingetekend hebben. Er is een onwrikbaar geloof in de waarde van journalistieke organisaties als de Times: in the end, somebody has to make the calls. Een nieuwtje retweeten kan iedereen, een kritische vraag stellen en een onthullend antwoord krijgen niet.

Tegen het einde van de film volgt Rossi David Carr, die een stuk schrijft over de ondergang van een van Amerika's grootste krantenbedrijven: de Tribune Company. Carr is de klassieke anti-held van de film. De ex-crackverslaafde heeft een stem die doet denken aan een astmatische Tom Waits, zijn hoofd hangt altijd voorovergebogen op zijn uitgestoken nek, wat alleen normaal lijkt wanneer hij naar het schermpje van zijn iPhone staart. Hij heeft wat weg van een wereldwijze schildpad. Het is niet moeilijk van Carr te houden. Wie ziet hoe hij Michael Wolf, een verkondiger van het nieuwe evangelie dat traditionele journalistieke organisaties hebben afgedaan in deze tijd van digitale nieuwsverspreiding, op zijn nummer zet, is voorgoed verkocht. Carr toont tijdens een debat een uitgeprinte pagina van Wolfs website, Newser, waar alle berichten afkomstig van traditionele media uitgeknipt zijn. Het is een understatement te zeggen dat er niet veel van over blijft.

De Tribune is kapotgemaakt door de eigenaren. Dat Carr zich hier persoonlijk over opwindt, is duidelijk wanneer hij tegen Rossi zegt: “They extracted a hundred million dollars. You call that incentives or you call that looting, depending on your perspective.” Het cynisme druipt ervan af. Maar wanneer hij vervolgens aan de slag gaat – en hij steekt ongelooflijk veel tijd in het stuk – is aan alles af te lezen dat hij in de eerste plaats de ware toedracht van het faillissement wil achterhalen. Als hij een enkeling daarmee publiekelijk aan de schandpaal nagelt, soit, maar hij wekt geen moment de indruk daarop uit te zijn. Hij zal zaken niet erger voorstellen dan zijn journalistieke geweten hem toestaat. Hij is tenslotte geen activist. De rechtvaardigheid die hij nastreeft bestaat uit niets meer dan een eerlijke weergave van de feiten.

Papieren romantiek

De documentairemaker richt zich enerzijds op de vraag wat de Times nu doormaakt, en anderzijds op wat het zou betekenen als de Gray Lady zou verdwijnen. Rossi is verstandig genoeg zich niet te wagen aan toekomstvoorspellingen. De veranderingen gaan simpelweg te snel: nieuwe problemen dienen zich aan voordat oude opgelost zijn, en niemand lijkt zeker van de te volgen strategie. Zelfs nieuwe-media goeroe Jeff Jarvis komt niet verder dan het intrappen van een open deur: “The newspaper model is dying. News is not dying. […] The question really is whether these institutions can take advantage of these changes, and can change as much as they have to.” Bedankt, Jeff.

De huidige vertwijfeling is geen gevolg van het verdwijnen van de papieren krant. Dat die ten dode is opgeschreven moge duidelijk zijn. De krant lezen: dat heerlijke gevoel je blik over eindeloos grote pagina's te laten glijden, bereidwillig te worden verleid door een kop of streamer. Diep van binnen weet ik ook wel dat ik ooit met enige gêne zal terugkijken op mijn eigen hopeloos romantische lofzangen op de papieren krant. Gewenning zal er voor zorgen dat ik in de toekomst zal genieten van eindeloos scrollen, swipen, schuiven en wat dies meer zij.

Wat men vreest, is dat wanneer mensen niet bereid zijn (genoeg) te betalen voor het werk van een journalistieke organisatie, het stapje voor stapje opgebouwde systeem, van waarden en best practices, verloren dreigt te gaan. Hoe reëel die angst is, is moeilijk te zeggen. Gezien de tumultueuze gang van zaken bij de Times in het eerste decennium van deze eeuw, is hij in ieder geval begrijpelijk. Er was grote ontevredenheid over de managementstijl van hoofdredacteur Howell Raines, de inkomsten liepen steeds sneller terug, het tijdschrift The Atlantic publiceerde een artikel over een mogelijk faillissement van de Times dat insloeg als een bom, en er waren enkele grote schandalen die de geloofwaardigheid van de krant aantastten.

Rossi schoot zijn documentaire in een periode waarin die gebeurtenissen duidelijk nog niet volledig verwerkt waren. Een jaar na de opnames is de Times in iets rustiger vaarwater terechtgekomen. De door de krant op de website opgetrokken betaalmuur lijkt vooralsnog een succes. Daarnaast lijkt met de komst van de eerste vrouwelijke hoofdredacteur, Jill Abramson, de fascinatie van de buitenwereld voor de Times zich weer een beetje te concentreren op de bureaucratische machinaties binnen de organisatie. Een recent profiel van Abramson in The New Yorker deed wat dat betreft denken aan Gay Talese-klassieker The Kingdom & The Power, een uitvoerige analyse van de Times-cultuur in de jaren '50 en '60.

En hoewel de cijfers van de Times nog steeds niet rooskleurig zijn (volgens het New Yorker-profiel verloor het bedrijf 120 miljoen dollar in het tweede kwartaal van 2011), lijkt het vertrouwen toe te nemen. Tegenover de publieke radiozender NPR zei David Carr onlangs:

"We are entering a golden age of journalism. I do think there has been horrible frictional costs, but I think when we look back at what has happened, I look at my backpack that is sitting here, and it contains more journalistic firepower than the entire newsroom that I walked into 30 to 40 years ago."

Page One vertelt een fascinerend verhaal over een instituut dat onder grote druk staat. En passant laat de film zien hoeveel werk, tijd en geld goede journalistiek vergt. En dat wordt niet minder met de overgang van het grijze papier naar het bleke led-licht. Zo wordt duidelijk welke prijs zal worden betaald door een samenleving die slechts genoegen neemt met gratis informatievoorziening. Want men mag alle journalistieke vuurkracht van de wereld bezitten: in the end, somebody has to pay for the bullets.

Mail

Jan Postma Jan Postma (Delft, 1985) is politicoloog, fotograaf, journalist, parttime einzelgänger en meer. Maar, voordat u zich een beeld denkt te kunnen vormen, toch vooral dat laatste.

Gemma Pauwels is freelance illustrator en woont in Amsterdam.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Als de bodem niet dragen kan

Als de bodem niet dragen kan

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer