Asset 14

Vertrouwd en o zo vreemd

Ooit – in 1995 – zond de VPRO vijf volle televisieavonden uit over dat ene woord: herinnering. Jan bekeek de serie van Wim Kayzer en noteerde kleine inzichten.

9 februari 2015. 16:57

In een scène aan het begin raadde een van de mensen aan de tafel met wetenschappers – was het Gary Lynch? – eenieder aan een dagboek bij te houden. Daarom besloot ik de ervaring die het kijken van Vertrouwd en o zo vreemd was, ook op die manier te boekstaven.

Ik koester de hoop veel kleine inzichten op te doen tijdens het kijken. Om die veelheid een kans te geven, noteer ik mijn ervaringen in zo veel mogelijk beknopte alinea’s.

Het aansluiten van de dvd-speler kost enige moeite. Als ik het apparaat eenmaal heb gevonden en naast de televisie positioneer, blijkt het snoer te kort. Als ik het ding wat dichter bij het stopcontact zet, ontdek ik dat de enige SCART-kabel die mijn vriendin en ik na onze verhuizing nog hebben, extreem kort is. Ons huishouden en onze inrichting zijn niet berekend op het moeten kijken van beeldmateriaal dat is opgeslagen op een fysieke drager.

Het is niet één dvd. Het zijn er vijf. De opgetelde speelduur van deze vijf schijfjes is volgens de achterzijde van de kartonnen doos ‘ca. 19 uur’.

Gele, blauwe en lichtgrijze lijnen dansen diagonaal over het zwarte scherm. Als ik mijn best doe, kan ik de richting waarin ze zich lijken voort te bewegen doen veranderen met niets anders dan mijn wilskracht.

‘Kom er nog maar eens om vandaag de dag: negentien uur televisie over één enkel woord. Maar ooit – in 1995 – zond de VPRO vijf volle televisieavonden uit over dat ene woord: herinnering. Een magistrale serie van Wim Kayzer. Gesitueerd op een kasteel in Gelderland. Vanuit alle mogelijke gezichtshoeken werd het even wezenlijke als wezensvreemde fenomeen van de herinnering belicht.’

De openingszin van de flaptekst is tegelijkertijd zelffeliciterend en zelfkritisch. In beide gevallen zonder dat de schrijver het door lijkt te hebben.

Negentien uur. De gedachte dat ik zo’n significant deel van mijn leven aan Wim Kayzer ga geven, is licht benauwend. Wim Kayzer. De man achter Van de schoonheid en de troost en Een schitterend ongeluk. Interviewreeksen die zo ongekend groots waren opgezet, dat ze in gelijke mate bewondering en ergernis hadden kunnen wekken - ware het niet dat Kayzer vrijwel altijd net aan de goede zijde van de grens tussen intellectualistische hoogmoed en intellectuele bravoure wist te blijven. En wanneer hij zichzelf even leek te vergeten, waren er altijd nog de gasten.

Negentien uur. De gedachte dat ik zo’n significant deel van mijn leven aan Wim Kayzer ga geven is licht benauwend.

‘Ons verleden is groots, de toekomst een warboel.’ Die woorden van Joseph Brodsky vormen het openingsbeeld. Laat het binnenvallen met een gewichtig citaat maar aan Kayzer over.

Ik schrik nog wel eens wakker, badend in het zweet, als ik in mijn slaap Wim Kayzers stem hoorde zeggen: ‘We are such stuff / As dreams are made on; and our little life / Is rounded with a sleep.’

Dat Shakespeare-citaat bleef hij de deelnemers aan Van de schoonheid en de troost maar voor de voeten werpen. Als ik het me goed herinner tenminste.

Dit keer is de aanleiding iets anders geweest. Ik zie beelden van een man die met een wielerpetje van de al lang vergeten Gitane-ploeg en een lepel met daarop een ei in zijn mond een kruiwagen over een parcours duwt. Het zijn beelden van een Spaans dorp waar Kayzer en zijn vrouw op een dag tot de conclusie kwamen dat hun eerste bezoek aan datzelfde dorp in hun beider geheugen radicaal anders is opgeslagen. Hun herinneringen komen nog minder overeen met die van de lokale bevolking. ‘Er werd die avond hard gelachen, maar het was, al met al, tamelijk verontrustend’, zegt Kayzer over de avond waarop dit verschil van inzicht in het verleden aan het licht kwam.

De deelnemers aan het televisieprogramma worden geïntroduceerd. Althans, ze verschijnen een voor een in beeld, Kayzer onthoudt ons hun namen nog even.

Ik herken de biologen Gary Lynch en Frans de Waal, de psycholoog Elizabeth Loftus en de schrijvers Armando, Ben Okri, Joseph Brodsky, Mario Vargas Llosa en Gerhard Durlacher. Die laatste herken ik overigens in de eerste plaats als Auschwitz-overlever.

In alle eerlijkheid: ik herinnerde me dat Shakespeare-citaat niet goed. Wat ik me eigenlijk herinnerde was: ‘such is the stuff our dreams are made off, our lives rounded with a little sleep.’ Elizabeth Loftus zegt ergens tijdens het tweede uur dat dagboeken notoir onbetrouwbaar zijn. We liegen tegen onszelf en wanneer de herinnering aan hoe het werkelijk was eenmaal voorgoed is vervlogen, is de waarheid óf relatief óf onkenbaar geworden – de vraag of informatie die is binnengekomen ook weer definitief kan verdwijnen, wordt in het kasteel veelvuldig gesteld.

Op het schoolplein dat grenst aan onze tuin wordt luid geschreeuwd en gejoeld. Het is zo luid dat ik soms binnen oordopjes draag. In de zomer is het een paar weken stil, maar verder overdag eigenlijk nooit langer dan een half uur. Soms, wanneer ik mezelf betrap op ergernis, denk ik aan een pamflet van Thomas Rosenboom, Denkend aan Holland heette het, waarvan ik me alleen kan herinneren dat het opent met het in zeer heldere woorden gevangen afgrijzen dat hij voelt wanneer de kinderen op het schoolplein tegenover zijn huis lawaai maken.

Iemand vertelde mij pas dat Thomas Rosenboom lange tijd hardliep in een spijkerbroek. Als de herinnering aan dat gesprek wat langer had gerijpt, had ik hem waarschijnlijk gewantrouwd. Nu weet ik zeker dat dat is wat ik hoorde: Thomas Rosenboom liep hard in een spijkerbroek. Ik weet niet zeker of dat is wat degene die het mij vertelde ooit zag.


Illustratie: Sanneke Duijf

In de eerste twee uur van Vertrouwd en o zo vreemd komen ook enkele mensen met een gebrekkig geheugen voorbij; een man, Moritz Kommer en een vrouw, Mevrouw Nobbe. De eerste is tweeënzestig en de tweede negenenzestig, maar als men mij had verteld dat de eerste vijftig en de tweede negentig was, had ik het ook geloofd. Kommer heeft geen kortetermijngeheugen. Na drie minuten is nieuwe informatie verdwenen. Mevrouw Nobbe lijdt aan Alzheimer.

Wanneer Kayzer Kommer vertelt dat de Berlijnse Muur is gevallen, fronst hij zijn wenkbrauwen. Zijn verbazing is bijzonder om te zien. Zijn eerste reactie is dat men dat in de DDR wel niet al te mooi zal vinden, omdat ze zich dan moeten aanpassen aan het Westen. Als Kayzer zegt dat Rusland ook niet meer communistisch is, schakelt Kommers verbazing nog een tandje bij. ‘O, is dat zo’, is het enige dat hij weet uit te brengen.

Brodsky poneert de stelling dat ons geheugen de zaken die op enige wijze met gevaar en plezier worden geassocieerd opslaat en dat de rest in veel gevallen verdwijnt. Ben Okri vraagt zich af of dat niet ook zou kunnen betekenen dat de dingen die onbelangrijk lijken voor ons voortbestaan maar die we toch onthouden, op een bepaalde manier ook van levensbelang zouden kunnen zijn.

Als hij bedoelt dat we minder mens zouden zijn zonder die dingen, heeft hij denk ik een punt. De twee mensen die kampen met geheugenverlies maken een haast onwerkelijke indruk.

Als er muziek wordt gespeeld leeft mevrouw Nobbe op, maar het blijft pijnlijk om te zien; de reductie van een mensenleven. Hoe iets in zijn geheel minder lijkt te zijn dan de som der delen.

Het geheugenverlies van Kommer, de man, ziet er draaglijker uit. Zijn wereld valt nog te omschrijven als een referentiekader. Een werkelijkheid waarin allerlei gaten zijn gevallen, maar die gaten zijn voor hem onzichtbaar.

Vertrouwd en o zo vreemd werd opgenomen in 1994 en uitgezonden in 1995. Zou Kommer nog leven? Zou hij nu tweeëntachtig of drieëntachtig zijn en zich van de afgelopen twee decennia helemaal niets herinneren?

Wat herinner ik me nog van twintig jaar geleden? In 1995 won Ajax de Champions League en deed Youp van het Hek, wiens ‘van dik hout zaagt men planken’-moralisme me destijds in een vaste greep had, de oudejaarsconference. Er is zo heel af en toe een nummer dat beelden van een vakantie voor de geest brengt waarin ik hopeloos verliefd was, zonder dat ik echt te wist op wie – misschien was het meer een soort prepuberale aanval van melancholie. Zo’n nummer moet dan op een cassettebandje hebben gestaan, en ik luisterde ernaar achter op de motor, tijdens een vakantie in Frankrijk.

Tegenwoordig zijn het vooral geuren die herinneringen oproepen. Momenteel heb ik een douchegel die naar perzik ruikt. Niet naar echte perzik, maar namaakperzik. Telkens wanneer ik het flesje opendoe denk ik heel even aan de eerste interrail-vakantie. Naast natuurlijk heel veel bier, was het ook de zomer waarin ik voor het eerst heel veel icetea dronk. Verder was er tot voor kort de shampoo die naar Parijs rook. En zo heel af en toe, zo eens in het half jaar, vang ik nog een laatste vleugje van een meisje van toen alle meisjes die ik kende ook nog echt meisjes waren.

Verder is alles wat ik me van 1995 kan herinneren het gevolg van terug redeneren. Ik zat in groep… zeven? Klasgenoten? Kevin (gabber), Sam (skater), Rob (gabber), Michiel (skater), Anne (vond dat mijn vader leek op Rob de Nijs, heb ik haar namens mijn vader nooit vergeven), Sanne (mijn moeder was boos op haar moeder), Eva, Eva, Femke, Gamze, Jordi en Tayfun. Dat zijn de namen die zich vanzelf nog aandienen, maar ik vergeet er nu al zo veel.

En wie was het meisje dat ooit, toen haar verkering uitging, haar etui op tafel leegschudde en al haar potloden en pennen doormidden brak? En klopt het dat zij later, toen we allebei op een andere middelbare school zaten, zelfmoord pleegde? Ergens voor een trein stapte? En klopt het dat ik tegelijk schrok van het nieuws en onaangedaan was op een manier die me nu met afgrijzen vervult? Is iedere puber een beetje een psychopaat?

En wie was het meisje dat ooit, toen haar verkering uitging, haar etui op tafel leegschudde en al haar potloden en pennen doormidden brak? En klopt het dat zij later zelfmoord pleegde?

Vanmorgen las ik de laatste pagina’s van The Two Kinds of Decay van Sarah Manguso. Manguso leed aan een auto-immuunziekte en belandde mede door de medicijnen in een zware depressie. Ik had het boekje besteld nadat de Amerikaanse schrijver John Jeremiah Sullivan eruit citeerde tijdens een radio-interview. Hij wist de titel van het boekje niet meer maar diste er wel schijnbaar gemakkelijk een wijsheid uit op: dat de schoonheid van de dingen schuilt in dat ze voorbijgaan en verdwijnen. Tijdens het lezen van The Two Kinds of Decay merkte ik dat ik vol spanning zat te wachten op het moment dat ik het oorspronkelijke citaat zou tegenkomen. Toen ik bij de laatste pagina’s was aanbeland, las ik plots: ‘A crow stands outside my window all day, reminding me of the best thing about my life – that it ends.’

Het leek in de verste verte niet wat op wat Sullivan had geciteerd, maar ik wist dat dit de woorden waren die in zijn hoofd een eigen leven waren gaan leiden. Dat is wat herinneringen doen, ze leiden hun eigen leven.

Eén bron is geen bron, leerde ik ooit. Maar een maand nadat ik voor het eerst hoorde van Thomas Rosenbooms joggen in spijkerbroek, net voordat ik had kunnen gaan geloven dat het een vreemde droom was geweest, trof ik iemand die het verhaal kon bevestigen. Ook zij had met eigen ogen de spijkerbroek gezien. Al moest ik me er geen buitengewoon strak en ongemakkelijk exemplaar bij voorstellen, zo zei ze.

‘Ons verleden is groots, de toekomst een warboel’, met die woorden van Joseph Brodsky opende Vertrouwd en o zo vreemd. De eerste helft van het citaat is een fictie – de leugen die we onszelf met hulp van ons immer gewillige geheugen vertellen. Het tweede deel is iets om – afhankelijk van hoe je in het leven staat – vol angst en beven of juist brandend van nieuwsgierigheid naar uit te zien.

Maar voordat het zover is, heb ik nog zeventien uur te gaan. Zeventien uur waarin ik het heden uit het oog verlies, waarin een uitgerekt fragment van het verleden aan me voorbij zal trekken, waarin ik de toekomst alvast, voor even, zal vergeten.

--

Deze publicatie is onderdeel van de ‘vergeetzondagen’ in samenwerking met Castrum Peregrini.

Mail

Jan Postma Jan Postma (Delft, 1985) is politicoloog, fotograaf, journalist, parttime einzelgänger en meer. Maar, voordat u zich een beeld denkt te kunnen vormen, toch vooral dat laatste.

Sanneke Duijf is illustrator, sociaal ontwerper en geeft af en toe les. Haar illustraties zijn helder, eenvoudig doch prikkelend en vatten de ideeën en wereld om haar heen in beeld. Humor is essentieel. Net zoals het scheppen van chaos om tot rare of nuttige inzichten te komen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024) 1

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024)

De gemiddelde Nederlander koopt vaak kleding, en heeft er vaak ook nog geen overzicht over. Columnist Loïs Blank houdt haar eigen koopgedrag elk jaar weer bij. Lees meer

Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

:Oproep: Hard//hoofd Biechtlijn

Oproep: bel de Hard//hoofd Biechtlijn

Op zoek naar een luisterend oor? Bel de Hard//hoofd Biechtlijn op 06 16 85 74 57 en word trouwe lezer van Hard//hoofd op papier om de collectieve audiobiecht te beluisteren. Lees meer

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Misschien heb jij hem nu wel aan: de kersttrui. Een onschuldig grapje of een kledingstuk dat perfect toelicht wat er mis is met de kledingindustrie? Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Honger’, het zevende Hard//hoofd Magazine! 1

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Honger’, het zevende Hard//hoofd Magazine!

Welk verlangen kenmerkt jouw leven en waar snak jij naar? Stuur voor 14 februari 2025 je pitch in en voed ons met jouw ideeën over (beeld)verhalen, essays, poëzie en kunstkritiek voor het magazine ‘Honger’. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Honger’, het zevende Hard//hoofd Magazine!

Illustreer jij de volgende cover van het Hard//hoofd Magazine?

Voor ‘Honger’, het najaarsnummer van 2025 van Hard//hoofd, zijn we op zoek naar illustrator die de cover van ons magazine wil maken. Lees meer

Lieve groetjes van Venus

Lieve groetjes van Venus

Lieke van den Belt vertelt in deze column over haar relatie met en tot Venus. Kijken ze elkaar aan? En zien ze de ander dan ook? Lees meer

De Groep

De Groep

'Ik ben Jane en Kevin is een lul die te veel ruimte inneemt.' Amal Akbour schreef een verhaal over Jane, een narcistische jonge vrouw die voor het eerst deelneemt aan groepstherapie. Dit is een voorpublicatie van het verhaal dat Amal schreef als onderdeel van het Veerhuis Talentenprogramma. Lees meer

Gebeden van keramiek - Nieuw werk voor kunstverzamelaars! 1

Gebeden van keramiek - Nieuw werk voor kunstverzamelaars!

Als dank voor hun steun, ontvangen onze ruim 1.700 kunstverzamelaars in januari een prachtig werk van beeldend kunstenaar Dakota Magdalena Mokhammad. Om welk werk het precies gaat blijft een verrassing, maar in gesprek met onze chef Kunst Jorne Vriens licht Dakota een tipje van de sluier op. Lees meer

Auto Draft 1

Hoe jij politiek je zin weer krijgt: valse dilemma’s, overdrijven en nog drie tactieken die ik leerde van mijn vader

Marthe van Bronkhorst leerde van haar vader dat goed vals niet lelijk is. In deze column legt ze je drie technieken uit om je (politieke) zin te krijgen. "Links, doe nou eens wat mijn vader deed: nooit genoegen nemen met minder." Lees meer

Terug naar het moezeum

Terug naar het moezeum

Culturele ruimte ‘moezeum’ is een relatieve nieuwkomer in het culturele landschap. Laura Korvinus en Jorne Vriens bezoeken de eerste tentoonstelling By the Way'. Waar er bij veel hedendaagse kunstinstellingen behoefte is om zich te engageren met maatschappelijke kwesties, maar het te vaak blijft bij goede bedoelingen, vinden ze in moezeum een voorbeeld van hoe het óók kan. Lees meer

Zwervende organen en feminiene furie

Zwervende organen en feminiene furie

Hysterie was vroeger een diagnose voor seksueel gefrustreerde vrouwen, in deze column pakt Lieke van de Belt het woord terug. Lees meer

Gaten in mijn vroegste overtuiging

Gaten in mijn vroegste overtuiging

Michiel Cox’ broer wil als vrijwilliger het leger dienen. Hoe kan Michiel zijn begrip daarvoor rijmen met de idealistische opvoeding van zijn ouders? Lees meer

Het kattenvrouwtje dat de boom in sprong

Lieke van den Belt mijmert over verlegenheid en Minoes. Waarom bestaan er toch zo veel vooroordelen over kattenvrouwtjes? En zal ze zelf veilig vanuit de boom toekijken, of springt ze er uit? Lees meer

‘Zij moet echt normaal doen!’ riepen de mensen die verkrachtingsfantasieën over mij schreven

‘Zij moet echt normaal doen!’ riepen de mensen die verkrachtingsfantasieën over mij schreven

Marthe van Bronkhorst dacht dat het met conservatieve haat en machocultuur wel meeviel in Nederland, maar na anderhalve maand online haat en doodverwensingen, weet ze beter. Lees meer

Auto Draft

Rooilijnen

Rik Sprenkels schrijft (als dichter en medewerker bij het Kadaster) over de beleidsregels achter de openbare ruimte: voor de gewone sterveling zijn ze onzichtbaar, terwijl ze wel veel invloed hebben op hoe hun wereld werkt en eruitziet. Lees meer

Barcelona’s verboden kunstkabinet

Barcelona’s verboden kunstkabinet

Zoals dagtoeristen in Amsterdam naar het grachtenmuseum, het microbenmuseum en het hennepmuseum kunnen, heeft Barcelona een chocolademuseum, mummiemuseum en sinds vorig jaar ook: het Museum voor Verboden Kunst. Ferenz Jacobs bracht een bezoek en ontdekte al snel dat de werken uit deze privécollectie, afkomstig uit verschillende gebieden en tijdsperiodes, allen een gemeenschappelijke deler hebben: controverse. Lees meer

Word vóór 1 februari trouwe lezer en ontvang Hard//hoofd magazine ‘Ssst’ in maart!

Hard//hoofd verschijnt weer op papier! In ‘Ssst’ verkennen we de (zelf)opgelegde stilte. Fluister je met ons mee? Word vóór 1 februari trouwe lezer voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart 120 pagina’s over de kracht, het geweld en de kwetsbaarheid van stilte op de mat. Veel leesplezier!

Word vóór 1 februari trouwe lezer