Asset 14

Een vuistslag

Een vuistslag

Geïnspireerd door Dante besluit een schrijver om in haar korte verhalen op een gruwelijke manier af te rekenen met haar vijanden – haar ex, een pestkop uit haar jeugd, een neerbuigende redacteur. Maar al snel blijkt dat ze de grens tussen literatuur en werkelijkheid heeft onderschat...

Het begint als een grap. Het begint bijna altijd als een grap. Op het instituut waar Marjolein een beginnerscursus Italiaans volgt wordt een lezing georganiseerd over Dante. Marjolein heeft tijdens haar studie een paar passages uit de Purgatorio gelezen en denkt ‘waarom niet?’.

De professor in de middeleeuwse literatuur die de voordracht komt geven, is een kleine, charmante vrouw van begin vijftig met kort grijzend haar en een leesbril die aan een koordje om haar nek bungelt. Ze vertelt dat Dante zijn Inferno gebruikte om af te rekenen met zijn vijanden. Mensen die hem tijdens zijn leven dwars gezeten of gekwetst hadden, tegen wie hij om wat voor een reden dan ook wrok koesterde, liet hij in zijn hel de meest afgrijselijke martelingen ondergaan. De professor geeft het voorbeeld van Filippo Argenti, een arrogante driftkop uit Florence van wie Dante ooit een klap in zijn gezicht kreeg. Tijdens het oversteken van de Styx kijkt Dante goedkeurend toe hoe deze Filippo door een bende met modder besmeurde zondaars huilend aan stukken wordt gereten.

De voordracht maakt iets los bij Marjolein. Ze is ook schrijver, zij het van een ander kaliber dan Dante. Ze schrijft korte verhalen over alledaagse mensen die worstelen met elkaar of met zichzelf, of soms met elkaar en met zichzelf. Er gebeurt niet zo veel in haar verhalen, het zijn kleine inkijkjes in gewone levens. Ze heeft zeven bundels gepubliceerd. De eerste kreeg drie ballen in de NRC, ‘geneuzel op een hoog niveau’ schreef de recensent. De tweede werd genomineerd voor een grote prijs die door iemand anders werd gewonnen. De daaropvolgende boeken zijn grotendeels genegeerd door de critici.

Boven haar bureau, een grote, lichthouten tafel (van Ikea, al zou je dat niet zeggen), hangt een poster van Kafka met een citaat uit een van zijn brieven. ‘Wenn das Buch, das wir lesen, uns nicht mit einem Faustschlag auf den Schädel weckt, wozu lesen wir dann das Buch?’ Steeds vaker, de laatste tijd, vreest Marjolein dat ze nooit in staat zal zijn het soort boeken te schrijven dat mensen als een vuistslag op hun schedel raakt.

De regen slaat haar met kracht in haar gezicht als Marjolein het Italiaans Instituut uitloopt. De snelle decemberschemer heeft zich genadeloos achter de grijze dag aan omlaag gestort. Ze rommelt met haar fietsslot, dat nooit meewerkt als het regent. De regen drupt in haar gebogen nek, kruipt traag, koud richting haar rug.

Thuis hangt ze haar vochtige jas over de radiator in de hal, zet een kop thee, gaat aan haar schrijftafel zitten. Ze warmt haar handen aan de mok en denkt aan Filippo Argenti, die huilend aan stukken werd gereten. Zou het niet grappig zijn, denkt ze, om ook eens zoiets te proberen? Het verhaal waar ze mee bezig is (over een vrouw die genoeg heeft van haar depressieve vriend maar er niet in slaagt om bij hem weg te gaan) staat haar tegen. Ze drinkt een laatste slok thee, steekt haar haren op, knakt haar nek – eerst naar links, dan naar rechts, – wrijft in haar handen en begint een verhaal over haar ex-man.

Marjolein had al langere tijd vermoed dat hij vreemdging maar hij had steeds ontkend. Pas toen de studente met wie hij een affaire had op het punt stond van een tweeling te bevallen had hij alles opgebiecht en was vertrokken. In haar verhaal verdrinkt hij tijdens het surfen, terwijl Marjolein op een duintop staat en goedkeurend toekijkt. In uitgebreid detail schildert ze zijn doodsstrijd in de wilde golven, zijn vergeefse pogingen het strand te bereiken, zijn panische zielsangst als hij zich realiseert dat hij het niet gaat redden. Koortsachtig beschrijft ze hoe hij in het bruine water van de Noordzee verdwijnt, hoe zijn longen lijken te knappen als ze geen zuurstof meer krijgen, hoe hij levenloos naar de bodem zinkt. Ze typt de hele nacht aan een stuk door; het verhaal komt uit haar als een geboorte, bedekt met bloed en slijm.

Het gevoel van wellust dat ze nu ervaart, tijdens het beschrijven van zijn zoute dood, verrast haar. Met een ruk schuift ze haar stoel naar achter, begint heen en weer te lopen door haar appartement. De ruime kamers voelen krap aan, alsof ze tijdens het schrijven groter is geworden.

Zonder het nog eens door te lezen stuurt ze het verhaal naar haar redacteur bij de kleine uitgeverij die al haar boeken uitbrengt. Hij mailt vrijwel direct terug. ‘Geweldig!’ schrijft hij. ‘Van het eerste tot het laatste woord perfect. Ik kreeg kippenvel van het wrede einde. Meer van dit, Marjolein!’

De volgende dag begint ze een nieuw verhaal, over Walter en Sicco, de twee jongens die haar op de middelbare school jarenlang hebben gepest. Ieder keer dat ze haar zagen (het was een kleine school, ze zagen elkaar meerdere keren per dag) hadden ze hun neus dichtgeknepen en kokhalzend ‘Rexona!’ geroepen. Ze had het nooit begrepen. Ze gebruikte geen Rexona maar Dove en soms, stiekem, de Lancôme roller van haar moeder.

In het verhaal fietsen Walter en Sicco samen door de stad. Als ze bij een drukke kruising rechtdoor willen gaan, worden ze overreden door een Poolse vrachtwagen zonder dodehoekspiegel die rechtsaf slaat. De vrachtwagen vervoert deodorantspuitbussen. In een eerste versie zijn Walter en Sicco op slag dood, maar bij nader inzien vindt Marjolein dat ze er te gemakkelijk vanaf zijn gekomen. Ze begint opnieuw. Met gloeiende wangen beschrijft ze inwendige bloedingen, gescheurde splenen, verbrijzelde ledematen. Zou Dante ook zo genoten hebben, vraagt ze zich hardop af, bij het schrijven over zijn vijanden? Sicco blaast zijn laatste adem uit terwijl hij wanhopig om zijn moeder schreeuwt. Walter stikt rochelend in zijn eigen bloed.

Het is heerlijk.

‘Ik weet niet waar dit vandaan komt zo opeens,’ schrijft haar redacteur, ‘maar hier zit een bundel in. Lekker donker. I love it. Zou zo maar eens je doorbraak kunnen worden dit.’ 

Het derde verhaal gaat over de redacteur van de grote, gerenommeerde uitgeverij die haar eerste verhalen had teruggestuurd met een minzaam briefje erbij: ‘Stuk voor stuk heel verdienstelijke teksten maar ze missen een bepaalde zeggingskracht, zowel in vorm als in stijl.’ Tegenwoordig komt Marjolein hem wel eens tegen op borrels in het literaire wereldje. Dan doet hij neerbuigend.

De redacteur zit net in de wachtkamer van de oncoloog als de telefoon gaat. Ze hoort een huilende vrouwenstem, een neus die luidruchtig wordt opgehaald. ‘Sebastiaan!’ hikt de stem. ‘Sebastiaan!’

‘Die woont hier niet meer,’ zegt Marjolein met – nog steeds – een gevoel dat zich het beste laat omschrijven als een mengeling van spijt en schaamte. ‘We zijn gescheiden.’ Ze schraapt ongemakkelijk haar keel.

‘Sebastiaan!’ De stem snikt hysterisch. ‘Hij is er niet meer!’

‘Met wie spreek ik?’ vraagt Marjolein, ook al heeft ze de stem inmiddels herkent als die van Natasha, de studente van haar ex. ‘Waar gaat dit over?’

‘Sebastiaan is dood, verdomme! Met Natasha.’

Natasha vertelt dat Sebastiaan een surfongeluk heeft gehad, zijn lichaam is twee dagen geleden aangespoeld op het strand van Bloemendaal. Ze wil weten of hij met Marjolein ooit over zijn uitvaart gesproken heeft, kan niet besluiten of hij begraven of gecremeerd moet worden. Cremeren, zegt Marjolein en hangt op.

Een lange tijd zit ze roerloos achter haar schrijftafel, staart naar Kafka. Dit is erger dan een vuistslag. Was het een pervers toeval? Een zieke grap? Zit haar redacteur hier achter? Kent hij Natasha? Hebben ze dit samen bekokstoofd, om haar een hak te zetten? Maar waarom? Wat was er met Filippo Argenti gebeurd nadat Dante over hem geschreven had?

Ze pakt haar jas en gaat naar buiten, de winteravond in.

Uren doolt ze door de straten van de stad, de handen diep in de zakken. Ze merkt niet dat het weer begint te regenen, weet niet waar ze loopt, struint als een blinde door het moeras van haar gedachtes. Het wordt al ochtend als ze thuiskomt. Met haar drijfnatte jas nog aan gaat ze achter haar laptop zitten. Stijve vingers typen de namen van Sicco en Walter in de zoekbalk van Google. Ze ziet hun LinkedIn-profielen voorbijkomen, de website van een jaarclub in Groningen, van een farmaceutisch concern in Rotterdam. Even is ze opgelucht, dan stuit ze op de annonces. ‘Plotselinge dood.’ ‘Noodlottig verkeersongeval.’ ‘Onze lieve papa.’ ‘Intens verdrietig en geschokt.’ Ze leest alle rouwadvertenties. Het zijn er veel. Haar hart beukt in haar borstkas als ze de laptop dichtslaat.

Kauwend op een potlood staart ze naar buiten. Het regent niet meer. Het daglicht begint zacht naar binnen te filteren. De lucht kleurt oranje, roze, babyblauw, een tortelduifje koert halfluid en vriendelijk. Ergens onder haar raam valt een fiets, kletterend metaal op stoeptegels, vloekt een vrouwenstem. Ze opent haar laptop weer, zoekt het document met het verhaal over de redacteur, leest de laatste zinnen nog eens over. Haar ogen dwalen naar boven, blijven hangen aan de Duitse woorden zonder ze te lezen.

Ze legt het potlood neer, brengt haar handen naar het toetsenbord. Een paar tellen hangen ze daar, bewegingloos, zweven haar vingertoppen boven de toetsen. Dan begint Marjolein te schrijven.

Mail

Maria Kager heeft de schuur omgebouwd tot werkkamer en schrijft daar aan haar debuutroman. Haar essays en verhalen verschenen (of verschijnen binnenkort) in Tirade, De Gids, de Groene Amsterdammer, De Nederlandse Boekengids, De Reactor en De Optimist.

Barry Timmer (1993) is een grafisch vormgever / linografie printmaker die actief is in Alkmaar. Alledaags en handwerkers inspireren mij het meest. Wellicht is een link waarom ik graag lino prints maak. Het visualiseren/belichten van vakkennis vind ik interessant omdat je hierbij een inzicht krijg in een ander werkwereld, onzichtbaar vakkennis zichtbaar maken.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Doorlaatbaar 1

Doorlaatbaar

Een jonge vrouw is mantelzorger voor haar moeder. Dit verhaal van Siska van Daele beschrijft de grens tussen hun binnen- en buitenwereld: binnen lijkt de tijd stil te staan, terwijl buiten alles doorraast. Lees meer

Lieselot 1

bloedbanen

‘Jij bént geen lijf, je hébt er een,’ stelt de therapeut in het buurthuis. Kan de ik-persoon geholpen worden? Met ‘bloedbanen’ won Sandro van der Leeuw de juryprijs van Het Rode Oor 2024, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Lieselot

Lieselot

Twee vrouwen in een verzorgingstehuis hebben een afspraakje - maar zal de ander wel komen? Met ‘Lieselot’ won Sanne Otten Het Rode Oor 2024, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Ondergang / Opkomst

Ondergang / Opkomst

Wat als Pangea opnieuw ontstaat en de wereld weer één land wordt? In haar beeldende gedichten fantaseert Sanne Lolkema over nieuwe en oude werelden, systemen en cirkels. Lees meer

misschien is dat waarom ik een tussenvorm bleek - gedichten

Misschien is dat waarom ik een tussenvorm bleek - gedichten

De tedere poëzie van Hilde Onis meandert langs beeldhouwers, honden met mannen-angst en verse gedachtestreepjes, en mondt uit in een zee van beelden, waarin ook de vergankelijkheid niet ongezien blijft. 'dat het beest zich meteen op me wierp / zie ik als bewijsvoering / voor dat wat uitblijft' Lees meer

Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval of waanideeën

Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval of waanideeën

"Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval of waanideeën" is een driedelige reeks gedichten van Trijntje van de Wouw die op een humoristische manier zwaardere thema's aan weet te snijden. Lees meer

Niet aan denken

Niet aan denken

Aan de feesttafel zoekt Aafke van Pelt tussen de koetjes en kalfjes naar het contrast, de diepere laag in het banale. Lees meer

Galatea 1

Galatea

Een bezoek aan een Airbnb aan zee blijkt ook een bezoek aan asfalt, beton en een cementfabriek te betekenen. Andrea Koll plaatst dit beeld in dit door haar zelf geïllustreerde, tweestemmige gedicht tegenover het beeld van de door Pygmalion uit ivoor gemaakte Galatea. Lees meer

:Poetry International X Willem de Kooning Academy: Gedicht zoekt beeld (deel 2) 7

Poetry International X Willem de Kooning Academy: Gedicht zoekt beeld (deel 3)

Hoe kun je poëzie ook anders ervaren dan via de bundel of op het podium? Tachtig studenten illustratie van de Rotterdamse Willem de Kooning Academie lieten zich inspireren door het werk van de dichters van het 54ste Poetry International Festival (6, 7, 8 en 9 juni in Rotterdam). Dat levert een verrassende verzameling nieuwe beelden op. Een dialoog tussen woord en beeld waarbij iedere tekenaar zijn eigen afslag nam. Lees meer

:Poetry International X Willem de Kooning Academy: Gedicht zoekt beeld (deel 2) 6

Poetry International X Willem de Kooning Academy: Gedicht zoekt beeld (deel 2)

Hoe kun je poëzie ook anders ervaren dan via de bundel of op het podium? Tachtig studenten illustratie van de Rotterdamse Willem de Kooning Academie lieten zich inspireren door het werk van de dichters van het 54ste Poetry International Festival (6, 7, 8 en 9 juni in Rotterdam). Dat levert een verrassende verzameling nieuwe beelden op. Een dialoog tussen woord en beeld waarbij iedere tekenaar zijn eigen afslag nam. Lees meer

:Poetry International X Willem de Kooning Academy: Gedicht zoekt beeld (deel 1) 1

Poetry International X Willem de Kooning Academy: Gedicht zoekt beeld (deel 1)

Hoe kun je poëzie ook anders ervaren dan via de bundel of op het podium? Tachtig studenten illustratie van de Rotterdamse Willem de Kooning Academie lieten zich inspireren door het werk van de dichters van het 54ste Poetry International Festival (6, 7, 8 en 9 juni in Rotterdam). Dat levert een verrassende verzameling nieuwe beelden op. Een dialoog tussen woord en beeld waarbij iedere tekenaar zijn eigen afslag nam. Lees meer

Zo beweegt ze niet

Zo beweegt ze niet

Ze had zich er grondig op voorbereid. Spotify-playlists, het juiste jurkje, en zelfs een plan voor gespreksonderwerpen. Maar nu, in de rij voor de club, voelt alles vreemd en ongepast. Een audioverhaal van Lakaver (Werner de Valk en Roderik Maes). Lees meer

De buschauffeur

De buschauffeur

'Kijk door me heen als door de voorruit'. In deze gedichtenreeks van Angelika Geronymaki probeert een buschauffeur krampachtig de kortstondigheid - in tijd, plaats, interactie - te behouden die eigen is aan zijn baan. Lees meer

Kür op muziek

Kür op muziek

”Onlangs las ik over wezentjes die alleen bestaan in de droom van een slapende vrouw.” Nelson Morus schreef een kort verhaal over geforceerde gezelligheid, chatbotgesprekken over lievelingsgerechten, hectiek en de alledaagse sleur. Lees meer

Zo het begon 1

Zo het begon

Nele Peeters schreef een ontroerend verhaal, vol treffende zinnen en beelden. Het is dromerig verhaal, over eenzaamheid, hoop, zorgzaamheid en zwaarte. Lees meer

 1

Het model

De hoofdpersoon in dit verhaal van Feico Sobel poseert op een doordeweekse avond naakt voor een schilderklasje in Spijkenisse. De sessie ontaardt in een bizarre erotische nachtmerrie waarin onze verteller zich totaal verliest. Lees meer

Weke delen

Weke delen

Op de laatste dag van de zomervakantie bedenken vier vrienden een ultieme streek om ‘de Pedofiel’ in het dorp te leveren. Maar tussen Reinout en Jordan is iets anders aan de hand. Een coming of age- verhaal van Nelson Morus over vriendschap, angst, en schaamte. Lees meer

De kieuwbogen kleuren zalmroze

De kieuwbogen kleuren zalmroze

In de zomer van 2022 voltrok zich een milieuramp in de rivier de Oder. Honderdduizenden dode vissen dreven toen naar het oppervlak van de rivier. Emma Zuiderveen schreef een gedichtenreeks waarin ze de oorzaken en gevolgen van deze ramp op zowel individuele als collectieve schaal onderzoekt. Lees meer

De vrouw met de rode haren (ILY)

De vrouw met de rode haren (ILY)

Een verhaal van Ida Blom over de beklemming van verlies en herinnering en het zoeken naar het verleden in het heden. Lees meer

Roku City/heterotopie/spiegels

Roku City / heterotopie / spiegels

Mel Kikkert schreef een multimedia verhaal over Roku een streamingdienst die in de VS ontstaan is. In 2017 bracht Roku een screen saver uit, die je zag als je niets aan het kijken was op hun service. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer