Saccade
ogen zijn het mooist, wanneer ze springend een beeldenstorm verwerken
in diepe slaap of ze volgen vluchtig boom, bus, bocht
asfalt, streep, vangrail, asfalt
grasveld, fazant, billboard, afslag
bocht, bocht,
spotlicht, stoplicht
flat, flat, tram
snackbar, stoep, streep, zebra, halte
de eerste keer ontbreekt herhaling
een couplet vervoert de passieve passagiers
ontroert ze niet
oppervlakkig als dunne huid
als alle dingen die makkelijk worden vergeten
namen, verjaardagen, sleutels, dit uitzicht
ik
met de dagen, ze komen en ze komen,
beklijft het couplet,
het kerft een bochtige weg in het gemoed
krast zacht in het vel, asfalt, streep,
glooit over been, vangrail, asfalt
grasveld,
smeer landschap op de schaafwond
zing mee,
maak het tot refrein dat flikkert in heen en weerkaatsende ogen
fazant, billboard, afslag
bocht, bocht,
spotlicht, stoplicht
flat, flat, tram
snackbar, stoep, streep, zebra, halte
Colloquium
net wakker deint een gezicht een oksel in
de vastgepakte stang strekt een arm
drupt zweet
nat een rugzak
drukt in een buik
ook tegen elkaar aan blijven het vreemden
morgenstond, ochtendspits,
spitsbok is een Zuid-Afrikaanse antilope
dankt zijn naam aan de hoorn
bruine vacht met strepen op de flanken
het dier schrijdt elegant over de steppe
een uitgestrekt leeg grasland, ver van hier
alleen op mijn stoel
ga ik in vaste schrede over de uitgestrekte weg
er wil een kleine spitskuifduif binnenkomen
wens haar goedemorgen, goede reis, tot ziens
meer wordt het niet
het zal verdwijnen wanneer wij verder gaan
alle woorden, zelfs het zweet droogt op
een flard van een gesprek vliegt langs
‘kijk, de bok achter het stuur spitst zijn oor’
soms versta ik het niet goed
soms overstemt het geronk van de motor
het gemompel van een eenling in de menigte
Engageren
Kijk door me heen als door de voorruit
herkend maar nooit herinnerd
zolang ik beweeg ben ik een belofte
waarvan omstandigheden constant verschuiven
vriendschappen blijven me te lang in de neus hangen
geef mij benzine, rust van rubber,
een stille koffiepauze, zandkastelen te dicht bij zee,
regenbogen, bierschuim, reality-tv
de benarde gedachte dat iemand hier zou wonen
namen worden uitgewisseld om elkaar te kunnen kennen
geen geautomatiseerde gesprekken of kaartcontroles,
maar tradities groeien vast, dwingen me tot stilstand
ik stel me voor dat alle duimen in monden zitten
honderd pasgeboren reizigers
door het schommelende rijden in de bus gesust
voordat ze opgroeien worden ze door het raam getild
omgeruild voor nieuwe, zodat het nooit dezelfde zijn
alle baby’s lijken op elkaar
we trekken op in het geluk van een wisselend gezin
we blijven jong, kortstondig en onverbonden
Angelika Geronymaki (1986) vergroot in poëzie de absurditeit van het leven uit, probeert het te vatten of draagt juist een nieuwe werkelijkheid aan. Met haar activistische dromen en fantasiefilosofie stond ze in de finale van het NK Poetry Slam en publiceerde in allerhande tijdschriften. Ze maakt naast poëzie theaterprogramma's en is cultuureducator.
Jade van der Moere is animatiefilmmaker, illustrator en schrijver. In haar animatiefilms werkt ze vaak met persoonlijke verhalen en ervaringen. Ze zoekt naar speelse combinaties tussen tekst en beeld, en maakt daarom ook graag poëziefilms.