Wanneer een intellectueel het over muziek heeft, staat hij natuurlijk open voor de wat minder conventionele creaties. Hij gaat een keer naar het Bimhuis, koopt zo nu en dan een CD van een obscure singer/songwriter en betreedt op festivals juist de wat kleinere zaaltjes. Tijdens deze muzikale ontdekkingsreis beseft hij zich maar al te goed dat het belangrijk is om niet altijd op een eerste indruk af te gaan, laat staan zich achteloos te scharen achter de mening van de massa. Hij beschikt immers over voldoende bagage om zelf een redelijke mening te vormen.
Een verontrustend fenomeen echter, is dat er vaak voor een onderlegde luisteraar toch muziek bestaat die wat hem betreft het aandachtig luisteren in de eerste instantie niet waard is. De soort die, geregeerd door de commercie, louter als doel stelt zoveel mogelijk geld te verdienen met het ongecompliceerd behagen van Jan met de pet. De luisteraar in kwestie bevindt zich nu op glad ijs. De gronden waarop hij deze muziek verwerpt zijn niet te rijmen met de ruimdenkendheid waar hij als intellectueel doorgaans prat op gaat. Wil je je mening te allen tijde kunnen rechtvaardigen, dan is het zaak dat je iedere muzikale uiting een kans geeft om zich te bewijzen.
Om bovenstaande stelling goed te illustreren is het handig om een voorbeeld aan te halen: Marco Borsato. De recente situatie met het failliet gaan van The Entertainment Group daargelaten, een schoolvoorbeeld van een succesvol popartiest. De vele CD’s die onder zijn naam over de toonbank zijn gegaan, vind je maar zelden terug in de kast van iemand met een meer ‘verfijnde’ muzieksmaak. Onterecht, vinden wij. Tijdens het beluisteren van Marco’s oeuvre kwamen er met regelmaat kwalitatief hoogwaardige nummers voorbij. Iets wat gezien het team van competente mensen achter deze producties ook niet geheel als een verrassing zou moeten komen. Marco schrijft zijn nummers niet zelf (iets wat overigens vaak al een reden is voor veel mensen om zijn muziek in z’n geheel geen kans te geven), maar zingt alleen. De rest van de productie wordt door anderen verzorgd. Een naam die hierbij telkens weer opduikt is John Ewbank. Nu eens als componist, dan weer als producer, tekstschrijver of studiomuzikant en in de meeste gevallen een combinatie van dit al. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij het nummer “Wereld zonder jou”, een duet gezongen door Marco en Trijntje Oosterhuis. Voor een wat meer getraind oor valt meteen op dat de compositie vol zit met vindingrijke harmonieën, solide gearrangeerd is en met verve is uitgevoerd. De tekst laat weinig te wensen over en sluit naadloos aan bij de muziek (of andersom, het is maar hoe je het bekijkt). Dit alles komt samen tot een geheel dat een uitgesproken sfeer in de hand werkt en mensen een uitlaatklep biedt door een herkenbare situatie vast te leggen in liedvorm. Iets wat door de eeuwen heen een fundamenteel doel van muziek is gebleken. Dit lijkt op het eerste gezicht misschien op goedkoop effectbejag, maar het bereiken van deze mate van doeltreffendheid kan niet los staan van hoogwaardige artistieke en professionele competentie.
De ondubbelzinnige boodschap van een nummer als dit, kan een aanleiding zijn voor menig intellectueel om op zoek te gaan naar een diepere laag. Dit is in beginsel een verkeerde instelling. Verborgen gelaagdheid op zich is geen garantie voor kwaliteit en zeker geen vereiste, maar slechts een van vele instrumenten waarmee een artiest zich kan bedienen bij het schrijven van muziek. Een ieder die onvoorwaardelijk zoekt naar een veelheid van interpretaties is het niet meer alleen om kwaliteit te doen.
Onomstreden is dat er over smaak niet valt te twisten. Bij muziek is dit niet anders. Veel mensen zullen ook bij nadere inspectie concluderen dat een nummer als ‘Wereld zonder jou’ niet in hun verzameling thuishoort. Ook hiervoor moet begrip worden opgebracht. Wel is het kwalijk wanneer deze conclusie wordt bereikt zonder dat daar onbevooroordeeld onderzoek aan vooraf is gegaan. Het zou de intellectuele muziekliefhebber sieren als hij, de eerstvolgende keer wanneer iemand schoorvoetend aan hem opbiecht ’s ochtends onder de douche Marco Borsato te hebben gezongen, slechts glimlachend opkijkt en hem bemoedigend toeknikt.
-Rob Veugelaers en Kees van Driel