Beeld: Anouk de l'Ecluse Een Duitser, een Engelsman en een Nederlander zitten op een eiland. Zegt de een tegen de ander.." /> Beeld: Anouk de l'Ecluse Een Duitser, een Engelsman en een Nederlander zitten op een eiland. Zegt de een tegen de ander.." />
Asset 14

De boot en de hippie die over lijken gaat

-Niels reist verkleed als backpacker over de wereld. Voor hard//hoofd houdt hij een wat wazig dagboek bij. Op dit moment is hij verdwaald op het betoverde eilandje Siquijor in de Filippijnen. Dit is deel 4 van zijn verslag, het vervolg op 'CIA'.-

De boot is kapot. Maar op een eiland als dit heeft iedereen verstand van motoren en niemand is te beroerd om een handje te helpen. Ze zeggen: ‘daar zijn vrienden voor.’ Ze bedoelen: ‘betaal mij maar in biertjes’. Ik weet niet zoveel van motoren, dus ik help mijn vrienden door bananenbomen met een manchete te lijf te gaan of Jøran te helpen met het soms bedenken en voornamelijk proeven van nieuwe cocktails voor op de kaart, maar we worden het maar niets eens over de verhouding wodka en gin in een Aloë-Vera cocktail.* Jens vind het maar niets. Hij wijst naar de cocktail en beweert dat er stukjes tandvlees in drijven. Jøran en ik vinden het maar wat goddelijk.

Daarnaast probeer ik hier een disco van de grond te krijgen. Elke week raak ik in een b-boy battle verzeild, maar elke week presteer ik het weer om dezelfde wonden te heropenen omdat ik dezelfde routine maar blijf herhalen. De truc is om elke week een ander dorpje aan te doen. Wat ik ook doe, achter de DJ-booth ben ik maar zelfden welkom want de DJ’s hebben hier nog grotere ego’s dan in Amsterdam, dus ik besluit om mijn eigen feest maar te geven. Voor gratis Tanduay doet de politie de beveiliging. Voor € 31 heb ik een belachelijk geluidssysteem met twee lasers. Ik heb een kerkje op het oog, de huur is de elektriciteit voor ongeveer €5. Ik wil een reggae-band importeren uit Cebu, maar daarvoor moet ik eerst vriendjes worden met de zanger, waarvoor de eigenares van een nabijgelegen resort moet worden versierd, want zij heeft zijn nummer. Terwijl ik mijn tactieken overpeins, voltrekt zich voor mijn neus de reparatie van de boot.

Er werpen zich drie helpers op. De eerste is een dikke, kale vrachtwagenchauffeur uit Newcastle. Hij heet Michael, heeft een babyface en een dubieuze voorkeur voor de muziek van Robbie Williams. Hij woont hier en werkt zich in Engeland uit de naad om zijn Filippijnse koningsleven te kunnen handhaven. De tweede is een potige motormonteur uit Nürnberg, Stefan. Hij is voortdurend panisch als iemand zijn aansteker leent. Hij zit op de motor zoals Arnold en is aandoenlijk zoals Schultze uit ‘Schultze gets the Blues’. Ik prijs zijn stad om zijn braadworsten en hij neemt me kwalijk dat mijn Duits zo slecht is. Soms vraagt hij me waarom ik Nürnberg ken en ik heb grote moeite om hem te antwoorden, we zijn immers op vakantie. De derde is een oude hippie uit Bussum. In de jaren tachtig verdiende hij een klein fortuin als groenvinger bij een van de grotere hennepplantages van het land. Hij is geliefd op het eiland, behalve bij Jens, mij en een handjevol Amerikaanse ex-pats. Als we verlekkerd over hanengevechten praten, begint hij sentimentele monologen over de gruwelijkheid ervan en hoe hij eens moest huilen bij een stierengevecht. Hij beweert dat hij nog nooit ziek is geworden in India (onmogelijk), dat geld en liefde niets met elkaar te maken hebben (wat het maar waar), plakt pleisters op zijn buik als hij buikpijn heeft (...) en stinkt (nogal). Hij reist al tien jaar over de wereld, beweert zeker te weten dat second-life de opvolger is van Google en klaagt over de relevantie van de iPad. Hij heet Bernd. Bernd heeft een groot ontzag voor alles wat Frans is of klinkt en heeft het vette lichaam, maar vooral de bek van een tevreden gapende pad. Hap Hap. Jawel, Bernd is een wandelend cliché. Na elke zin zegt hij ‘...no?’, als hij ja bedoelt omdat hij ook met Zuid-Amerika dweept. Ik hou doorgaans niet zo van mensen die met Zuid-Amerika dwepen. In mijn ogen is het enige wat hem sympathiek maakt zijn grote voorliefde voor Steely Dan en het feit dat -zonder dat hij het weet, weliswaar- een nummertje van Black Star op zijn ipod verzeild is geraakt.


Beeld: Anouk de l'Ecluse

Stefan, Michael en de Bernd werken samen twee weken aan een nieuwe motor voor de boot. Alleen Bernd weet niets van motoren, maar hij is aardig in talen en omdat Stefan natuurlijk alleen Duits spreekt, is de hippie onontbeerlijk. Stefan kijkt naar de motor, schudt zijn hoofd en trekt alle schroeven en kabels eruit. Bernd kraait van plezier. Michael vindt het wel gezellig. Hij zegt: ‘kijk ons nou, een Duitser, een Nederlander en een Engelsman, samen aan een motor!’. Ik vind Michael erg aardig, we spreken af om elkaar op Facebook te vinden, wat hier, waar internet schaars is, misschien wel de meest wezenlijke bezegeling van een vriendschap is.

Er zijn veel problemen met de boot, want de uitgetrokken kabels zijn niet op het eiland te verkrijgen, dus er moet flink wat geïmproviseerd en ontmanteld worden. Michael haalt een motor uit zijn schuur waarin wat bruikbare kabels zitten. Vogeltjes hebben er een nestje in gemaakt, vogeltjes waar Bernd zich kortstondig over ontfermt. Michael en Stefan worstelen zich al gebarend door de reparatie. Bernd vertaalt soms wat, tenzij het echt lastig wordt, dan loopt hij ongeduldig heen-en-weer over het strand of valt in slaap onder een rots en dan klauteren kleine krabbetjes over zijn pens. Alles wat sympathiek is aan een hippie, komt samen in Jeff Bridges in een hippierol. Bernd heeft helaas niets weg van Jeff Bridges.

Als de motor eenmaal gemaakt is, dan is Bernd de eerste om aan de bar te vertellen hoe ze de problemen samen hebben opgelost. Michael en Stefan ruimen de spullen op. Hij kan goed vertellen, zijn talenknobbel en mooie stem wegen zwaarder dan zijn stank en vermogen om ongemerkt sigaretjes uit andermans sigarettenpakjes te lichten. Hij moet in de zestig zijn. Wie iets weet van motoren, zal meteen horen dat Bernd niets van de techniek begrijpt. Maar Bernd zegt: ‘ik ben niet zo goed in namen’ en dat helpt. Maar Stefan gromt verbeten correcties terwijl hij zijn aansteker bewaakt. Maar niemand verstaat de Duitser. De motor is gemaakt. Wat maken de details ook uit.

Jøran en Jens bieden Bernd, Michael en Stefan gratis hamburgers en bier aan. Het zijn grote, dure hamburgers van vijftien centimeter hoog en het bier is geïmporteerd. Maar de hippie houdt van hamburgers en nog meer van bier, dus hij eet de hamburgers alleen op, een voor een, terwijl hij met een mond vol de schoonheid van een gelijkwaardige samenwerking prijst. Michael weet van niets, na de werkdag vertrekt hij meteen naar zijn vrouw, kind en hond in de bergen. Hij at wel een hamburger, maar betaalde deze voordat het gratis hamburger-aanbod staat. Stefan heeft echter een vermoeden. Hij zit alleen aan een tafeltje naast de bar omdat Bernd niet meer vertaalt nu de klus geklaard is. Hij zegt soms: ‘hoe zit het met mijn hamburger?’. Maar de hippie reageert niet. Hij vertelt Jøran een verhaal over de pracht van cornichons. Na een paar minuten vraagt Stefan weer naar zijn hamburger. De hippie heeft zijn tweede hamburger inmiddels op, zijn mond is nu vol van een Bloody Mary. Een dikke pad met een rode bek. Hap Hap. Ik besluit om hem het niet te vertellen dat ook Bloody Mary’s typisch frans zijn. Bernd draait zijn hoofd om naar Stefan en tikt Jens aan, die zich ook even omdraait, dan gaan ze verder met hun gesprek en Bernd stopt hem zijn pvc visitekaartje toe. Stefan gromt harder en het de sfeer beweegt zich van hem vandaan. Als Bernd aan zijn derde hamburger begint en zich subtiel oriënteert op een bank in het resort om op te crashen, staat Stefan op en zegt in ranzig engels: ‘How about my fucking hamburger, you hippie?’.
De hippie is niet achterlijk, hij reageert beledigd en geeft vooral geen antwoord. Hij zegt: ‘Jouw toon bevalt me niet. Ik wil niet meer met iemand aan een motor werken die zo weet te grommen! Ik ga over positiviteit, weet je wel!’ Zo bedekt de oude hippie, die niets weet en alles geweldig vindt, in zijn allesverslindend opportunisme, de wereld om hem heen met de stinkende mantel der liefde.

---------

*recept Aloë-Vera cocktail (officiële naam: The Lying Dutchman)

-Aloë-Vera Juice (afhankelijk van de verkrijgbaarheid eventueel aangelengd met witte druivensap).
-1,5 deel Gin
-0,5 deel Vodka 1 deel is ook prima
-1 Calamansi, of een halve Limoen bij gebrek aan beter
-Tabasco naar smaak toevoegen (voor de liefhebber)

Mail

Niels Gerson Lohman

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Als de bodem niet dragen kan

Als de bodem niet dragen kan

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer