Asset 14

De crèche

Mijn dochter leidt een leven waar ik niets van weet. Op maandag en vrijdag breng ik haar naar de crèche. Dat is maar tien minuten lopen van ons huis vandaan. Tot voor kort zelfs vijf, omdat ik toen nog de wagen duwde waar Annika in zat. Tegenwoordig duwen we hem samen en zit Konijn erin. Alleen wie goed kijkt ontdekt het kindje voor mijn benen, de rest ziet een volwassen man een knuffel voortduwen.

We komen vaak iets te laat. De kinderen zitten dan rond een lange tafel te wachten tot ze compleet zijn, zodat ze aan hun fruithap kunnen gaan beginnen.
‘‘Nog bijzonderheden?’’ vraagt de kloeke crèchemoeder en uit haar toon valt op te maken dat ze die zich onmogelijk voor kan stellen.
‘‘Snotterig zoals altijd,’’ antwoord ik routineus en vervolgens constateren we gezamenlijk dat dat wel te zien is. Annika’s snoet wordt schoongeveegd, zodat ik er een kus op kan geven.
‘‘Veel plezier weer’’, zeg ik tegen haar. Dan werp ik een blik op haar kwijlende groepsgenoten en mompel: ‘‘en jullie ook.’’
Annika wordt opgetild en tussen hen in gezet. Het kost weinig moeite om te weten wanneer ik lang genoeg heb staan zwaaien.
‘‘Dag papa!’’ schreeuwt ze steeds dwingender.

Met een leeg gevoel loop ik terug naar huis, alwaar ik struikelend over duploblokjes op zoek ga naar wat rekeningen die nog betaald moesten worden, koffie zet, een stukje tik, meer koffie zet en de cursussen voorbereid die ik in de avonduren geef. Tijdens deze bezigheden dwalen mijn gedachten regelmatig af naar de vraag wat mijn dochter op dat moment aan het doen zou zijn. Soms speel ik met de gedachte om mij verdekt op te stellen in de bosjes achter de crèche, om zo een blik naar binnen te kunnen werpen. Elke keer kom ik gauw tot de conclusie dat het toch niet zo’n waterdicht plan is als het even leek te zijn.

Het ophalen kost doorgaans meer tijd dan het brengen. Om de aantal meters wordt Konijn geparkeerd. Dit gebeurt overigens zonder enig overleg, zodat ik als mededuwer steeds net niet over dochter en wagen heen tuimel. Annika roept de naam van een passerende groepsgenoot, alsof ze die jaren niet gezien heeft. Terwijl de kinderen om elkaar heen rennen, voel ik me genoodzaakt met de bijbehorende ouder een babbeltje te maken.
‘‘Het zijn net kinderen hè’’, zeg ik op vertederde toon.
‘‘Maar het zijn toch kinderen?’’ zegt de collega-volwassene enigszins verward.
‘‘Ah,’’ zeg ik dan weer op mijn beurt, ‘‘dan zal dat het wel zijn."
Als ik Annika met de belofte aan lekkers waarvan ik niet meer zeker weet of ik het die middag niet zelf heb opgevreten, eindelijk in de juiste richting heb weten te krijgen, vraag ik haar wat ze die dag zoal gedaan heeft.
‘‘Spelen, eten’’, recapituleert ze dromerig. Alle verdere specificaties waar ik om vraag worden bevestigend beantwoord.
‘‘Heb je getekend?’’
‘‘Ja, tekent.’’
‘‘Hebben jullie buiten gespeeld?’’
‘‘Ja, buiten speelt.’’
‘‘Gekleid?’’
‘‘Ja, kleit.’’
‘‘Bellen geblazen?’’
‘‘Ja, ballen bazen.’’
‘‘Hebben jullie poppen in brand gestoken?’’
‘‘Ja, lekke sigaletje oken.’’

De invloed van de crèche is op vele momenten merkbaar, bijvoorbeeld bij het middagmaal. Als ik Annika vraag wat ze op haar boterham wil, kan ze zomaar ‘hagensag’ of ‘wost’ zeggen, terwijl de keuze toch altijd tussen smeerkaas, pindakaas en appelstroop was. En dan zijn er de liedjes. Ook dat was lange tijd vrij overzichtelijk. ‘Slaap kindje slaap’, ‘Ik zag twee beren’ en ‘Poesje mauw’, dat waren de nummers waarvan ik de precieze tekst niet hoefde te googelen, en ze leek er ook genoeg aan te hebben. Tegenwoordig heb ik bijscholing nodig om een beetje mee te kunnen komen. Toch blijken al die wijsjes wel ergens diep in mijn geheugen opgeslagen te liggen. ‘In de maneschijn’, ‘Klap eens in je handjes’, ‘Op een grote paddenstoel’, en ga zo maar door. Het is opvallend hoe generaties lang hetzelfde repertoire intact wordt gehouden.

Er is echter één dat liedje dat mij helemaal niets zei en dat is ‘Koppie koppie’. Op een dag zat ik naast mijn vader in de auto. We waren verdiept in een ingewikkeld gesprek. Opeens begon Annika, die zeker een kwartier zwijgend uit het raam had zitten staren, luidkeels te zingen. Ik draaide mijn hoofd naar achteren. De tekst ging zo: ‘‘koppie koppie koppie koppie’’. De melodie had iets van een aftelrijmpje, met variabele pauzes tussen de woorden.
‘‘Wat is dat nou weer voor liedje?’’ vroeg ik verbaasd. Ze glunderde. Blijkbaar vond ze het leuk dat zij iets kende wat ik niet kende. En na een adempauze hervatte ze haar ‘‘koppie koppie’’, ditmaal begeleid door headbangende bewegingen. Mijn vader en ik zwegen de rest van de route.

Illustratie: Gino Bud Hoiting

‘‘Heb je nou al eens naar dat ‘Koppie koppie’ gevraagd?’’, vroeg mijn vriendin de daaropvolgende weken, als ik Annika opgehaald had van de crèche. We waren ervan overtuigd dat ze het daar geleerd moest hebben en wilden toch graag weten of het nummer nog verdere tekst bevatte, zodat we het mee konden zingen. Het irriteerde ons een beetje dat Annika zoveel plezier leek te halen uit de verbaasde blikken waar het inzetten van dit lied altijd weer toe leidde.
‘‘Nee, stom, niet aan gedacht’’, loog ik elke keer. In werkelijkheid nam ik het mij steeds opnieuw voor, maar wist ik niet goed hoe ik erover moest beginnen.

Een tijd terug deed zich dan zowaar een opening voor.
‘‘Wat leert ze toch snel,’’ zei de crèchemoeder, terwijl ik Annika haar sjaal omknoopte, ‘‘en wat zingt ze goed’’.
Nu was het moment daar.
‘‘Ja, dat wilde ik nog vragen’’, zei ik op ingestudeerd nonchalante toon. ‘‘Zij zingt de laatste tijd een liedje dat ik helemaal niet ken, dat helemaal niemand lijkt te kennen. Ze moet het hier geleerd hebben.’’
‘‘Hoe gaat dat dan?’’
Ik schraapte m’n keel.
‘‘Koppie koppie koppie koppie koppie koppie koppie koppie koppie.’’
Tijdens het zingen keek ik voorzichtig om mij heen. Alle peuters staarden mij vol ongeloof aan. Ook de leidsters van de andere groepen, een stagiaire, de directrice en alle aanwezige ouders begonnen zich met grote blikken om ons heen te verzamelen.
‘‘Koppie koppie koppie koppie’’, ging ik verder, steeds trager nu, alsof ik langzaam tot stilstand aan het komen was. Verwachtingsvol keek ik Annika aan, wachtend op het moment dat zij mee zou gaan zingen. Ze keek zeer geamuseerd, maar hield haar mond stokstijf dicht. Ik stopte met zingen en even was het helemaal stil in het verblijf. Toen kirde Annika: ‘‘papa gek’’.

Mail

Kasper van Royen is Hard//hoofd-redactielid, is naast vader ook filosoof, ex-docent, ex-dichter, ex-echtgenoot, popfetisjist en postbode.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man de relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is. Lees meer

Anders voel ik me zo oud 1

Anders voel ik me zo oud

In dit essay analyseert Loulou Drinkwaard de tegenstrijdige etiquetten die haar zijn geleerd of opgelegd: ‘Tussen u en jou in, zweef ik. De waarden van mijn vader in mijn ene hand en de waarheid van mijn moeder in mijn andere. Mijn oma deelt de kennis van ons moederland en ‘De Nederlander’ bepaalt wat hoort. Ondertussen vond ik een alternatief. Zullen wij elkaar vousvoyeren?’ Lees meer

:De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De zombie is een popcultuuricoon. En niet alleen tijdens Halloween! Series als The Walking Dead en The Last of Us volgen de gebaande zombiepaden. Volgens Anne Ballon hebben zombies méér narratief potentieel. In vernieuwende verhalen wordt onderzocht 'hoe wij als halfbewusten de wereld beleven, hoe we opgaan in systemen die we niet hebben gekozen, hoe we verlangen en met verlies omgaan.' Lees meer

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

We weten precies wat er in ons eten zit, maar wat dragen we eigenlijk op onze huid? Net als jij, verlangt Loïs Blank ook naar meer transparantie van de kledingindustrie. Zou die wens dan toch in vervulling kunnen komen? Lees meer

Twee dagen

Twee dagen

Rocher Koendjbiharie belicht de verschillende paden die we tijdens de aankomende verkiezingen in kunnen slaan. Kiest Nederland opnieuw voor rechts, en strompelen we verder richting democratisch en moreel verval? Of kiest Nederland toch voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar? 'Alleen fascisten zien antifascisme als een bedreiging.' Lees meer

Vergeten vrouwen 1

Vergeten vrouwen

In dit essay schrijft Anne Louïse van den Dool over vrouwelijke kunstenaars die meer dan ooit in de schijnwerpers staan. Niet alleen hedendaagse makers, maar ook opvallend veel vrouwen die rond 1900 actief waren in de kunstwereld trekken veel aandacht. Met solotentoonstellingen over Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster laten musea zien waarom juist deze kunstenaars alsnog een plek in de canon verdienen. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Bestel de bundel ‘Ik wil, wil jij ook!’

Op zoek naar een intiem, verzachtend en verzettend cadeau? Voor maar €10 bestel je de bundel ‘Ik wil, wil jij ook?’, een voorstel voor een nieuwe taal om over seksualiteit te spreken. Met ploeterende brieven en prikkelende beelden. Alleen te bestellen vóór het einde van dit jaar en zolang de voorraad strekt!

Bestel nu