-Niels reist verkleed als backpacker over de wereld. Voor hard//hoofd houdt hij een wat wazig dagboek bij. Op dit moment is hij verdwaald op het betoverde eilandje Siquijor in de Filippijnen. Dit is deel 5 van zijn verslag, het vervolg op 'De boot en de hippie die over lijken gaat'.-
Het derde varken wordt aangesneden. Craig geeft zijn afscheidsfeestje. Morgen gaat hij terug aan het werk in de grootste pizzakaasfabriek van de wereld. Zijn vrouw gaat ook mee, zij werkt bij de Burger King in Lemoure, Amerika. Craig is gepensioneerd navy seal. Vroeger wierp Craig bommen, maar nu roert hij zes maanden per jaar in grote bakken kaas. De andere helft van het jaar leeft hij als een koning in de Filippijnen. Ze zijn er allemaal: Jøran, Jens, Michael, Bernd (heeft zichzelf uitgenodigd), en Stefan. De laatste drie staan over het varken gebogen. Michael deelt bordjes uit, Stefan keurt het mes en Bernd peutert verlekkerd aan het knapperige staartje. Er zijn twee oude navy-vrienden van Craig uit Amerika, nu vliegen ze voor Delta Airlines. ‘Stop rocking that hammock, don’t you know that’s illegal in Mexico?’ grapt de ene navy seal tegen zijn vriendinnetje. De andere navy seals lachen. De andere vriendinnetjes zwijgen uit solidariteit. Het vriendinnetje trekt een theatrale pruillip en geeft haar vriendje een stomp. Toch houdt ze op met schommelen. Een andere navy seal gluurt naar me over zijn pilotenbril met een mondvol aardappelsalade. Hij weet nog niet helemaal wat hij van me moet denken. Vandaag heb ik met de drie legervrienden gedoken (ik snorkelde). Ik heb het gepresteerd om de hele boottocht lang vrijwel niets te zeggen, ik leek voornamelijk bezig met een persoonlijk wereldrecord kat-uit-de-boom-kijken. Vanavond heb ik wat goed te maken, dus ik besluit om met een anekdote te beginnen. Eerst vertel ik ze over het verhaal van Jeremiah die dacht dat ik CIA was. Dat stellen ze zeer op prijs. Op het punt dat ik mezelf met een weekdier vergelijk, lacht zelfs de navy seal die me niet helemaal lijkt te vertrouwen me bemoedigend toe. Dan vraag ik ze naar Diego Garcia, een off-limits eiland in de Indische Oceaan waar de Amerikanen een basis hebben. Craig vertelt dat ze er geweldige tijden hebben gehad. Er wonen rare vogels die niet kunnen vliegen omdat ze bij het landen en opstijgen over hun veel te grote snavels struikelen. Ik overweeg om ze te vertellen over mijn droom waarin ik verdwaal in een doolhof gemaakt van backpacks, tevergeefs op zoek naar een chinees restaurant, maar ik betwijfel of navy seals over dromen praten. Terwijl er een pijnlijke stilte valt, omdat ik per ongeluk de indruk wek dat ik hard nadenk om iets te zeggen, maar daar overduidelijk iets te lang over doe, komt er een meisje aangelopen.
navy seal: ‘hi, this is Niels, he’s still single!’
niels: ‘no I’m not’
navy seal (mij negerend): ‘he looking for a pretty Philippino girl, like you!’
girl: ‘I know. He keeps smiling at all the girls in the bar, the girls call him guapo’.
navy seal (afkeurdend) : ‘so... Niels... So that’s what you’re doin’, uh? Trying to be the guapo boy!
Beeld: Assa Ariyoshi
Het is even stil. Alle ogen, behalve die van Bernd zijn op mij gericht. Hij kijkt beteuterd naar het inmiddels aardig leeggeplukte varken. Op de achtergrond roept een klein meisje met een schep gevuld met kwallen: ‘look daddy, I’m collecting jellyfish!’. Dan klinken er vijf knallen op het strand. Er valt een kokosnoot uit de boom. De gasten roepen vrolijk in koor: ‘Hi Ling!’ en burgemeester Ling komt over het stand aangebeend met een wat groot pistool in zijn handen. Ling is de vader van Ding Dong, de Filippijnse superster. Ding Dong doet mee aan de verkiezingen volgende week, want hij wil gouverneur van Siquijor worden namens de sociaal democraten. Vroeger deed Ling iets hoogs in het Filippijnse leger, nu schiet hij kokosnoten uit de boom als hij dronken is. Hij loopt op me af en geeft me de handdruk die ik gister ook al kreeg, toen ik bij mijn vriend Russel langsging voor een kopje Tanduay & Coke. Toen praatten we over politiek en en ik bekende ook een sociaal democraat te zijn, dat leek me wel zo aardig. Hij vertelde trots dat hij voor Ding Dong werkte. Toen ik vertrok gaf Russel me de handdruk die na een gemoedelijke boks eindigt in een handje naar het hart. De oude burgermeester kijkt me verwachtingsvol aan. Hij zegt opgetogen tegen me: ‘I didn’t know you were a social democrat!’ en hij geeft me nogmaals uitdrukkelijk dezelfde handdruk. Ik krijg de indruk dat deze begroeting alleen voor de sociaal democraten van Siquijor is weggelegd. Ling drukt me een koud flesje bier in handen en vraagt of ik iets van film weet. Ik zeg dat ik weleens half iets met animatie heb gedaan. Ling zegt dat ze een verkiezingsfilmpje voor Ding Dong hebben gemaakt dat morgen op youtube moet, maar niemand kan het filmpje monteren. Hij zegt: ‘you have an apple, can you do it?’ en voegt er iets luider aan toe: ‘for the people?’. Natuurlijk kan ik niet weigeren, want ik weiger burgermeesters die op kokosnoten schieten niets. Hij brengt me naar een blauwe minivan waarop grote posters van zijn zoon zijn geplakt. Voordat ik instap pakt hij me het biertje uit handen en neemt er een flinke slok van, voornamelijk als teken van verbroedering en, misschien, met een vleugje machtsvertoon. In de minivan zitten twee soldaten gewapend met machinegeweren op hun schoot, voor mijn bescherming. Ik ga tussen ze in zitten met een viezig macbookje op mijn schoot. Mijn hoofd, mijn gehele verschijning eigenlijk, voelt op dit moment opvallend dun aan. Dun, maar uitstekend beveiligd. Als ik aankom bij het huis van Ling (het grote huis links van de de toren als je van de pier komt) staat Russel op ons te wachten. Russel en ik zijn even oud, maar hij heeft al vier kinderen. We drinken koffie in een kamertje voordat het grote knip-en-plakwerk begint. Ling vertelt dat de partij grote plannen heeft met Ding Dong. Hij zegt: ‘als we niet winnen, dan komt er misschien wel een revolutie’. Hij zegt dat hij twee bataljons naar het eiland laat komen om de verkiezingen eerlijk te laten verlopen. Ik zeg dat ik twee bataljons een fatsoenlijk aantal vind en knik daarbij zo veelbetekenend mogelijk. Ling knikt ook, wat minzaam, en voegt eraan toe: ‘you want to add me on facebook?’. We knippen en plakken beelden tot diep in de nacht. Russel maakt koffie en sandwiches van vijf op elkaar gestapelde boterhammen met daartussen alleen maar cheese spread en Ling nodigt me uit om een keer kokosnoten met hem uit een boom te schieten. Ik krijg een grote ronde button met daarop een foto van Ding Dong mee naar huis. Daarmee loop ik nu rond. Als ik soldaten en politieagenten zie, dan wijs ik op mijn button en ze knikken vriendelijk, maar als er mensen met rode petjes waarop ‘FUA’ staat in de buurt zijn, dan bedek ik mijn button met één hand.