‘Lisa.’
‘Lisa, kijk naar me, Lisa.’
De arm kwam tot stilstand in haar nek. Anne greep de pols van haar zus. Een kromme, jonge vrouw hing met haar rug tegen de leuning van de keukenstoel, haar hoofd naar voren en haar armen omhoog.
‘Lies, wil je eten? Eten. Lisa.’ Langzaam bewoog ze haar handen naar de tafel, haar schouders ontspanden. Anne schepte snel wat van de havermout uit de kom. ‘Lisa, mond open – Lisa.’
‘Heel goed.’
Lisa at alleen dingen die niet eetbaar waren. Claire zette haar planten met potgrond boven op kasten of hing ze aan het plafond. Anne droeg geen knopen maar ritsen. En Peter had het klepje van de afstandsbediening dichtgelijmd na een nacht in het ziekenhuis omdat Lisa een van de batterijen had doorgeslikt.
Peter had het klepje van de afstandsbediening dichtgelijmd na een nacht in het ziekenhuis omdat Lisa een van de batterijen had doorgeslikt.
Anne keek van de kom op het tafellaken naar de klok boven het keukenkastje. Twintig lepels havermout in vijftien minuten, dat moest te doen zijn. Lisa keek weg, naar ergens tussen de muur en het aanrecht. Haar ogen leken rustig, glazig bijna. ‘Lies, even een hap nemen nu.’ Lisa bromde, haar stem sloeg over. In de haast had Anne de toonwisseling niet gehoord, en drukte de punt van de lepel tegen de mond van haar zus.
Lisa maaide met haar elleboog en krijste in een korte, luide uithaal. ‘Lies. Verdomme.’ Anne duwde Lisa terug in de stoel. ‘Lisa – Lisa, Lies. Even, hoor je me? Even, ja? Nu. Kom op.’ Woorden verdronken in keelgeluid. Lisa liet haar vuisten neerkomen op het tafelblad, de kom maakte een sprongetje en verloor zijn evenwicht.
‘Lisa – ’
Ze beet in haar eigen arm, haar gegil gedempt door huid en vlees. Anne trok aan haar trui. Een voet met orthopedische schoen raakte haar scheenbeen. Handen waren overal. Met haar knokkels stompte Lisa tegen haar oren en de schouders van Anne. Geen grens tussen zelf en ander. Onder een regen van ledematen hield Anne zich vast aan de rand van de tafel en krabbelde overeind.
Ze pakte de armen en begon te trekken. Naar de grond, daar was het veilig. Hijgende, sussende woorden dropen met haar speeksel uit haar mond. In een waas van vallende stoelen en vloertegels draaide ze Lisa op haar buik en drukte zich met haar volle gewicht op de schokkende romp. Haar handen kalmeerden de klauwende vingers.
Ze beet in haar eigen arm, haar gegil gedempt door huid en vlees.
Het gegil werd langzaam zachter. Toen het helemaal stil was liet ze los. Lisa bleef liggen, Anne stond op en voelde de armen en benen van haar zus om te controleren of ze niets had gebroken. ‘Lisa,’ fluisterde ze zo zacht en zo kalm als ze kon. ‘Kom.’
Pas nadat Lisa gefixeerd in haar stoel zat en Lala van de Teletubbies met haar bal door de woonkamer paradeerde voelde Anne de natte plek in haar shirt, bij haar schouder. Gedachteloos stak ze haar hand in haar kraag en tastte ernaar. Haar vingertoppen plakten door het wondvocht aan haar opengescheurde vel.
Vloekend beklom ze de trap naar de badkamer. Met haar goede arm trok ze haar shirt voorzichtig over haar hoofd. Ze draaide zich om en keek in de spiegel. Een slordige ovaalvorm van bloed en havermout had zich ingegraven in de huid vlak boven haar schouderblad.
Ze stroopte haar spijkerbroek met sokken en al van haar benen en draaide aan de kraan van de douche. Met haar vingers voelde ze de temperatuur, klemde haar kaken op elkaar en liet het water over haar schouder stromen, weg van haar lichaam.
==
Het was mistig buiten. De auto kwam tot stilstand op de oprit. Met een dubbele klik opende Claire het portier en plantte haar laars in het grind. In haar donkergroene bodywarmer marcheerde ze naar de achterdeur.
Haastig trippelde Anne naar haar kamer en griste een vers T-shirt uit haar kledingkast. De havermout lag nog op de keukentafel. Lisa wiegde heen en weer in haar stoel, met haar knieën tegen haar borst en haar handen in haar mond. De spreektoeter verdween in het grasveld, het zonnekinderhoofd zakte lachend achter heuvels aan de horizon. Beneden hoorde ze gevloek. ‘An?’ riep Claire. ‘Heeft ze gegeten?’
Het was alsof er nooit iets was gebeurd.
Toen ze de trap af kwam had Claire de keukentafel schoongeveegd. Orde. Het was alsof er nooit iets was gebeurd. Ze probeerde haar schouder zo min mogelijk te bewegen bij het inpakken van haar tas. In de auto rook het naar wasmiddel en hondenvacht. Lisa maakte piepgeluidjes vanaf de achterbank. Marja, de vrouw van de manege, stond wijdbeens te wachten op het pad. Ze waren te laat. Claire bood haar excuses aan, Anne zei sorry en liep naar de stal.
Mistflarden kropen als lange slakken over het gras en het zand. Lisa mocht op Louisiana. Roerloos stond het paard naast het hek. Jeukende dierenhalzen hadden diepe dalen uitgesleten in de bovenste plank. Lisa staarde langs de flank van het paard. Haar gezicht was scherp en helder als een pentekening. Anne merkte steeds vaker dat jongens en mannen naar haar keken, voordat ze zagen dat er iets was en ze zich wegdraaiden.
Marja kwam aanlopen met het trapje. Claire controleerde nog een laatste keer of het zadel wel goed vastzat. Louisiana stapte voorzichtig door het zand. De vingers van Lisa grepen in de manen, haar benen deinden mee op de golvende spieren onder de kastanjebruine vacht.
Anne merkte steeds vaker dat jongens en mannen naar haar keken, voordat ze zagen dat er iets was en ze zich wegdraaiden.
Zelf reed Anne het liefst op Oregon, een zwarte Friese hengst met bont om zijn hoeven. Samen sprongen ze over hekken en balken, onder geschal van luidsprekers en soms voor publiek. Op haar kamer lagen drie medailles in de la van haar bureau en onder haar bed een toernooibeker met de linten nog aan de oren.
Nu keek ze toe. Haar vingers staken uit de mouwen van haar paardenjas. Het kenmerkende zachte, gierende keelgeluid van haar zus klonk over het pad. Licht en snerpend, dat was goed, dan was ze meestal blij. Anne zwaaide en stak haar duim omhoog.
In de stal had ze net het vuile stro van de nacht bij elkaar geveegd en in een emmer geschept. Haar schouder was weer opengegaan. Achter de trailer had ze een pakje Kleenex uit haar zak gevist en het steriele papier van haar bloed laten drinken.
De mist zwol aan. Het hek aan de andere kant was nauwelijks meer zichtbaar. Lisa verdween, alsof ze wegreed over een oneindige, doodse zandvlakte. Alleen de stem van Claire bleef over. ‘Goed zo, Lisa, kanjer. Echt goed.’ Lisa gierde. Niets wat ze deed maakte dat iemand meer of minder van haar hield.
Jan Wester studeerde Filosofie aan de UvA en Beeld & Taal aan de Gerrit Rietveld Academie. Op dit moment werkt hij bij het Slow Writing Lab aan zijn debuutroman Koeman. Daarnaast is hij actief als beeldhouwer. Op zijn website staat een selectie van zijn werk: www.janwester.com.
Maartje Soeters is een maatschappelijk betrokken illustrator en kunstdocent afgestudeerd aan het AKV|St.Joost. Binnen haar werk zijn spotaniteit en persoonlijkheid belangrijke factoren.