Asset 14

Sarajevo

Daan is te laat geboren om zich iets te herinneren van de oorlog in Bosnië, maar juist daardoor heeft het woord Sarajevo een mythische lading gekregen. Het stond al voor oorlog voordat hij wist wat dat was.

Abid Jašar zit gehurkt voor zijn souvenirwinkeltje als ik aan kom lopen. Voor hem staat een klein jongetje. Abid vraagt hem of hij moslim is, het jongetje knikt. ‘Me too! But I’m not a big muslim, I like beer. But it doesn’t matter what you are. Do you under-stand?’

Ik ben in Sarajevo en vandaag is Abid mijn gids. Abid Jašar, eind vijftig, veteraan, reisgids, souvenirverkoper. Vier jaar lang reed hij met zijn truck, die nog altijd achter zijn huis staat, door de bergen rond Sarajevo. Met eten, hout, wapens, mensen. Naast het huis waar hij al bijna zijn hele leven woont was de ingang van een tunnel onder het vliegveld door de stad in, bijna vier jaar lang de enige levensader van Sarajevo. Tegenwoordig is er een museum, vandaar het winkeltje.

Vandaag gaan we de bergen in. Abid praat en rijdt, ik luister. Hij verontschuldigt zich steeds voor zijn Engels, maar ik versta hem. Met zijn vrije hand tekent hij schuivende frontlijnen in de lucht. ‘Serbs were there, Bosnian army was here. Very dangerous here.’ Abid rijdt zonder aandacht, maar met vaste hand. Af en toe wijst hij bergpaden aan waar hij met zijn truck heeft gereden. Ze zijn net breed genoeg voor een wandelaar. ‘Naar beneden in z’n achteruit en vooruit omhoog. Geen ruimte om te keren.’

De natuur is adembenemend. In 1984, tien jaar voor de oorlog, waren deze bergen het toneel van de Olympische Winterspelen. Nu zijn er alleen nog ruïnes. Ik poseer ongemakkelijk op het ereschavot onderaan de skischans, een betonnen muurtje met kogelgaten. Alles is kapot hier.

We stoppen bij hotel Igman, het grote pershotel van de Spelen. Een karkas van beton en gruis. Abid laat me zien waar het restaurant was, de ontbijtzaal, de keuken. De tegels zitten er nog, maar ik kan me er niks bij voorstellen. ‘Now I show you your room.’ Ik kan er niet echt om lachen. Boven herken ik de hotelgang, maar dan zonder tapijt, zonder deuren, zonder kamermeisjes, zonder gasten. Alles is kapot.

Na de verwoesting komt de dood. Vlakbij het hotel staat een monument: vier zuilen met honderden namen van slachtoffers. Abid verklaart: een Servische voornaam, Bosnische achternaam; Kroatische voornaam, Servische achternaam; Bosnische voornaam, Servische achternaam, enzovoorts. Hij wijst ook familie aan. Ik slik mijn tranen weg, Abid blijft praten, namen aanwijzen: hoofd omhoog, niks aan de hand. Ieder zijn eigen schuilplaats.

We rijden verder door de bergen, langs nog meer Olympische ruïnes en frontlijnen, tot het me duizelt. Bij elk dorp waar we doorheen komen somt Abid statistieken op, de etnische verhoudingen van voor en na de oorlog, soms met dramatische verschillen. Maar toch blijft hij zijn boodschap aan het jongetje herhalen: het maakt niet uit. Of, in zijn woorden: ‘Je weet niet wie met wie neukt. Je weet niet wie iemands opa was. Je moet respect hebben voor iedereen.’

*

Ik ben bang voor oorlog. Misschien wilde ik juist daarom hier naartoe.
Er zijn van die woorden die voordat ze echt iets betekenen, als ze alleen nog maar klank zijn, al een lading hebben. Klanken uit de wereld van de volwassenen, uit journaals; woorden die volwassen gezichten ernstig maken. Ik ben te laat (en te ver weg) geboren om me iets te herinneren van de oorlog in Bosnië, maar juist daarom heeft dat woord, Sarajevo, een mythische lading gekregen. Het stond al voor oorlog voordat ik wist wat dat was.
Al is de oorlog al twintig jaar voorbij, ik moest het zien. Maar wanneer is een oorlog echt over?

*

‘This is the Balkans, you never know,’ zegt ze. Ik heb me overgegeven aan mijn bestaan als toerist en me aangesloten bij een gratis rondleiding door de stad. Het is heet, maar onze gids is opgewekt. Haar verhaal, over geschiedenis en politiek en het leven is de stad, is persoonlijk, maar hier zijn die dingen altijd persoonlijk. Ze is eind twintig en leefde tijdens de oorlog bijna vier jaar in een kelder. Ze vertelt over VN-rantsoenen en de angst om dood te gaan in de rij voor water. Over de ingewikkelde politieke situatie met drie presidenten, voor elke groep een, en over het stille protest van jongeren die zich opgeven als ‘Anderen’ (geen van de drie officiële groepen) bij de volkstelling, in de hoop de etnische politiek te stoppen.
Dan zegt ze: ‘Maar mijn generatie interesseert zich niet echt voor politiek, wij gaan niks veranderen. We hebben de oorlog meegemaakt en zijn blij dat we te eten heb-ben. We willen leven. We zijn gelukkig met koffie en rakija en make-up.’ We lopen door, tussen de drukte van de stad, de toeristen, de Bosniërs (van welke achtergrond dan ook, ik moet precies zijn).

*

Sarajevo is een stad van dubbele bodems, of misschien is er wel helemaal geen bodem. Vrolijk in de zon, maar tegen de klippen op, levend om te vergeten. Elke straat draagt nog de sporen van de oorlog. Je ziet het niet meteen, maar als je wat langer kijkt gaat het toch opvallen: kogelgaten in de gevels, grijze vlekken in het pleisterwerk.

De Italiaanse denker Giorgio Agamben wijst in zijn studie naar soevereiniteit op een obscure figuur uit het Romeins recht: de homo sacer, de ‘heilige’ of ‘naakte’ mens. Deze dubbelzinnige figuur mocht niet ritueel geofferd worden (en dus niet geëxecuteerd op een voorgeschreven manier), maar wel door iedereen straffeloos gedood. Het leven van de homo sacer is niet te onderscheiden van de dood, hij is een levende dode.

Misschien is dat oorlog: dat het leven zich vermengt met de dood en de twee niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. In Sarajevo kon elke handeling, overal en op elk moment van de dag, de dood betekenen. Een hele stad van homines sacri. Wie na de oorlog nog leeft is geen overlevende, maar teruggekeerd uit de dood.

Na de hitte van de eerste twee degen is de zon achter een dik pak wolken verdwenen. Ook de massa toeristen is weg. Het lijkt alsof er iets is weggevallen, alsof het goudgele licht en de fotograferende hordes een masker waren. Het lijkt alsof in het doffe licht alles juist helderder is, geen ruimte meer laat voor vermommingen. Het aangezicht van Sarajevo is gehavend.
Maar de stad leeft. Abid Jašar leeft. Hij heeft geen pensioen, na vier jaar oorlog, en daarom vertelt hij toeristen zijn verhaal. ‘I am happy,’ zegt hij als we de stad weer inrijden.

Mail

Daan Steinebach (Utrecht, 1995) is schrijver en begint het liefst over alles een discussie. Hij studeert internationaal recht, eerder Nederlands recht en filosofie.

Merlijn van Bijsterveld is illustrator. Zijn illustraties zijn vaak humoristisch van aard waarbij hij een andere draai aan de context geeft.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Die betere wereld wordt al gemaakt

Die betere wereld wordt al gemaakt

Kun je, met alles wat er gebeurt in de wereld, nog gelukkig zijn? Marthe van Bronkhorst vindt het antwoord en ontdekt een boel hoopvolle initiatieven Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Harnas’, het achtste Hard//hoofd Magazine!

[Deadline verstreken] Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Harnas’, het achtste Hard//hoofd Magazine!

In welk harnas hul jij je? Stuur voor 14 september je pitch in en draag met een (beeld)verhaal, essay, poëzie of kunstkritiek bij aan het magazine ‘Harnas’. Lees meer

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Eva van den Boogaard lijkt op iemand die ze nooit gekend heeft. Via een persoonlijke brief en een angstaanjagende gebeurtenis leert ze hem toch een beetje kennen. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer