Het aanbod is overweldigend, maar wat moet je echt doen, lezen, beluisteren of zien? Om je te helpen geven leden van de Hard//hoofd-redactie iedere week antwoord op één simpele vraag: 'wat maakt je blij?'.
Hoofdredacteur Simone Peek draait deze week alleen Adia Victoria
Als mijn vader, een bluesman, zegt dat een band goed klinkt en in de buurt speelt, dan ga ik. Dan koop ik het kaartje en daarna ga ik luisteren. Het komt ook niet vaak voor, in 2011 was het Pokey LaFarge, nu Adia Victoria.
De clip van haar Dead Eyes begint als een grimmige versie van de doop-scène in het moeras in O Brother, Where art thou. Geen wildenthousiaste duik onder het engelachtige 'let's go down to the river and pray', maar tegenstribbelend in een witte japon die uit een psychiatrische inrichting lijkt te komen. Daarna de tekst: 'You say you're looking for something make you feel anew? You don't believe in god, hey, whiskey will do.'
De gitaren vangen wind en Adia ontsnapt uit het bos in een auto met onzichtbare bestuurder. Daarna duikt ze op in een duister kerkzaaltje in een rood broekpak, met een gitaar. Ze gaat over naar de dark side, daar begint haar debuutalbum.
Op 16 maart is het optreden in Paradiso, tot dan hoef ik even niets anders meer te horen.
Eindredacteur Tim Fraanje dompelde zich onder in Ierse clubs
Ik was afgelopen weekend voor het eerst in Dublin en ik dook het nachtleven in, de ideale manier om een nieuwe stad te leren kennen. Van dat nachtleven verwachtte ik erg weinig. Mijn vooroordelen bleken allemaal waar. Toen ik op de eerste avond eindelijk een bar had gevonden zonder jengelende violen, lauw bier en voetbalwedstrijden op tv, ging die om twee uur alweer dicht. Maar die paar uur dat ik er was, was het extreem leuk. En dat komt doordat Dublinse dj's een geweldige manier hebben gevonden om je biologische klok stil te zetten op sluitingstijd, dat magische moment waarop alle smaak, status en intellect overbodig zijn en je blij bent dat je omgeven bent door andere blije mensen die er nog maar wat van proberen te maken.
Ze draaien de hele avond oprotmuziek.
The summer of '69 van Bryan Adams. Ik dans met mijn laatste krachten, bestel nog maar een biertje, nu het nog kan. De lichten zullen zo wel aangaan. Maar niets van dat alles. De dj knalt er keihard Proud Mary van Tina Turner overheen. Ja joh, waarom ook niet? Ik kijk op mijn horloge. Het is pas één uur. Hoe gaat hij dat uur nog vol maken? Alle rek is eruit. Wat volgt is een tour de force waarbij zelfs Bohemian Rhapsody niet geschuwd wordt. En het werkt: iedereen danst alsof zijn leven ervan afhangt. Nergens weten ze smakeloosheid zo effectief in te zetten als in Dublin.
Eindredacteur Paula vergaapt zich aan de videos van Ok Go
Ik was nostalgisch jaren ‘00 videoclips aan het kijken op YouTube en werd door OK GO herinnerd aan het feit dat videoclips maken ook een hele kunst kan zijn. Je kent ze waarschijnlijk wel van het nummer Here It Goes Again. Niet dat dat nummer nou zo briljant of vernieuwend is, het zingt wel lekker mee. Maar het gaat vooral om de hilarische clip, waar ik als tiener regelmatig dubbel om lag.
Vier mannen op zes loopbanden, zegt dat je iets? Al gauw bleek dat dit niet de enige videoclip van ze waarin gebruik maken van vorm en beweging. De groep gebruikt in hun videoclips telkens weer een strakke choreografie en lijkt hun eigen grenzen telkens weer te verleggen, om de kijker met open kaak en gesperde ogen te laten toekijken naar hoe ze dit nu weer voor elkaar hebben gekregen.