Asset 14

Rust Roest

Illustratie van een vrouw die een deur opent en daarachter een wereld van verschillende kleuren ziet

Chris Kok won vorig jaar Debutantenschrijfwedstrijd van Editio met zijn verhaal ‘Rust Roest’. De jury schreef: ‘een bijzonder verhaal waarin de surrealistische en echte werkelijkheid op een poëtische manier in elkaar overlopen.’ De Debutantenschrijfwedstrijd van Editio wordt sinds 2015 georganiseerd en ontving in de editie 2022 ruim 700 inzendingen.

Anna ontwaakt op het strand. Ze had niet willen slapen, maar wat gebeurd is, is gebeurd. Ze veegt het zand van zich af en loopt naar de deur.

De deur staat midden op het strand. De opening. De deur zelf zit aan een kast in haar logeerkamer. Hier ver vandaan.

Ze stapt door de opening, kijkt om en ziet alleen de kast. Fotoboeken. Opladers en kabels voor vergeten apparaten. Een kapotte bureaulamp. Ze sluit de deur. Het geruis van golven maakt plaats voor regen tegen het raam, het geblèr van kindertelevisie, haar dochters Mara’s gegil, Terry’s geblaf, en de stem van Linde die, tegen beter weten in, eroverheen schreeuwt.

Het strand verscheen na Mara’s geboorte. Linde, uitgeput door de bevalling, moest rusten. Anna combineerde de zorg voor haar, Mara en Terry met werk en het huishouden.

Ze zat midden in een videogesprek met Onuitstaanbare Onno van HR toen haar laptop uitviel. Oplader doorgekauwd. Het gesprek duurde al een half uur langer dan gepland. Mara zou snel moeten worden verschoond, Terry moest worden uitgelaten, de loodgieter kwam langs...

Met een lijf vol stress rende ze naar de logeerkamer en opende de kast.

Geen oplader. Alleen een stralende zon aan een strakblauwe lucht boven hagelwit zand. Voor ze er erg in had, was ze door de deuropening gestapt, blote voeten in het warme zand.

Geen angst. Slechts een milde verwondering. En rust.

Haar lichaam ontspande; in haar hoofd werd het muisstil. Zo was het dus om gek te worden. Achter deze mentale wolkbreuk scheen in elk geval de zon.

Linde riep haar naam en verbrak de betovering. Volgens de druk tikkende klok in de logeerkamer was het een uur later.

Ze had een lijst gemiste oproepen en berichtjes. Onno, loodgieter, Linde. Ze had haar overal gezocht. Toen Anna het enig mogelijke excuus gaf, dat ze een stukje was gaan wandelen, sprak Linde de rest van de dag niet tegen haar.

Het strand is enkel dat. Zand, zee, een stukje groen met fruitbomen en een stroompje zoet water. Loopt ze vanaf de deur langs de zee, dan bereikt ze al snel weer hetzelfde punt, alsof ze een rondje heeft gelopen zonder een bocht te nemen.

Achter deze mentale wolkbreuk scheen in elk geval de zon.

Hier geen andere mensen, geen dieren. Geen vliegtuig in de lucht, geen boot op het water. Het is altijd zonnig en warm. Er staat een lieflijk briesje.

Buiten het ruisen van de zee, is het stil.

‘Lekker dutje?’ vraagt Linde, terwijl ze de afwasmachine inlaadt.

Wat kan zo’n onschuldige opmerking toch hatelijk klinken. Het is drie uur nadat Anna is teruggekomen. Mara slaapt, Terry sloopt een speeltje, de televisie staat uit. Anna drinkt koffie aan de keukentafel. Rust, voordat de dag weer eindigt. De volgende ligt op de loer.

‘Sorry,’ zegt Anna, ‘vergeten een wekker te zetten.’

‘Had je je oordoppen in?’

‘Ja.’

‘Misschien handig om dan niet ook de deur op slot te doen. Wat als het huis afbrandt?’

Anna zucht. Als antwoord ramt Linde de afwasmachine dicht en stampt weg. In de woonkamer gaat de televisie aan. Anna volgt haar op zware benen.

‘Ik zei sorry.’

Linde kijkt niet op. ‘Oké.’

‘Ik ben gewoon moe.’

Lindes beurt om te zuchten. Ze zet de televisie uit.

‘Je bent altijd moe.’

‘Ik ben niet altijd⁠—’

‘Je bent aan het werk, of je bent moe. Als ik er iets van zeg, begin je te zuchten. Alsof je het liefst van me af bent.’

‘Natuurlijk niet.’

‘Zo voelt het.’

Anna begint te ijsberen. Haar hartslag versnelt met haar pas. Ze voelt zich warm, koortsig. Ze haat het als mensen haar ergens van beschuldigen. Vooral als ze gelijk hebben.

‘Soms is het gewoon te veel. Of het is werk, of jij wilt thee, Mara moet eten, Terry wil spelen... Het houdt nooit op. Dus ja, ik ben moe.’

‘Iedereen is moe. Altijd. We leven, en we worden moe. Hoort erbij.’

‘Maar zo wil je toch niet leven?’

‘Jij niet, blijkbaar. Sorry dat je het zo vreselijk vindt met ons.’

Ze haat het als mensen haar ergens van beschuldigen. Vooral als ze gelijk hebben.

Linde staat op. Anna probeert haar arm vast te pakken, maar Linde trekt hem weg.

‘Even niet, nu.’

Weg is ze. De slaapkamerdeur sluit met een klap. Mara huilt, Terry blaft. Anna vlucht naar de logeerkamer. Stapt het strand op en gooit de deur achter zich dicht.

Onmiddellijk realiseert ze zich wat ze heeft gedaan. Ze draait zich om. Geen doorgang, geen teken dat er ooit een doorgang is geweest. Niets dan zand, zee, en blauwe lucht.

Beginnende paniek wordt de mond gesnoerd door het bekende gevoel van ontspanning. De wind speelt met haar haar. Het is een mooie dag.

Ze gaat een dutje doen. Daarna ziet ze wel verder.

Anna weet niet hoelang ze op het strand is. De zon zakt nooit; geen dagen, geen seizoenen. Ze loopt tot ze niet meer kan lopen. Slaapt totdat ze niet meer kan slapen. Eet wat, loopt verder. De zon bleekt haar lokken, geeft haar huid de kleur van roest. Haar oogleden knijpt ze steeds verder dicht, tot ze ze uiteindelijk sluit. Ze kent de weg. Er is er maar één.

Soms denkt ze terug. Aan Linde, slechte films en popcorn uit de magnetron. Knuffelen met Terry, Mara’s lach. Ruzies, luiers, lopen door de regen met een onwillige hond. Ze mist het. Voor een moment. Het gaat altijd voorbij. Op een dag denkt ze voor het laatst aan het leven dat ze achterliet. Daarna is er alleen nog zand, zee en zon. In de reflectie van het water van het stroompje ziet ze zichzelf ouder worden, grijzer. Tot ze zichzelf niet meer herkent. Vanaf dat moment drinkt ze met haar ogen dicht.

‘Mama?’

Het eerste geluid dat Anna in tijden heeft gehoord, niet gemaakt door golven. Ze dwingt haar ogen open. Ziet een schaduw in de zee van licht.

‘Mama, ben jij het?’

De schaduw blijkt een jonge vrouw. Achter haar, een opening.

Achterin Anna’s hoofd knaagt er iets. Herinnering. Gemis. Een woord op het puntje van haar tong. Doet het ertoe?

‘Mama, ik ben het, Mara.’

Mara. Dat is het woord. Er volgen er meer. Linde. Terry. Elk een stomp in haar maag.

‘Mama?’

Ze kijkt naar het strand, dat zich uitstrekt in de verte. Onmiddellijk verzacht de pijn, verdwijnen de woorden. Ze begint te lopen. Met elke stap wordt ze lichter. Nog vijftien rondjes. Dan slapen. Morgen weer een lange dag.

‘Mama?!’

Ze is moe.

Mail

Chris Kok (hij/hem) schreef met veel plezier, tot hij aan een roman begon. Zijn verhalen verschenen o.a. in Op Ruwe Planken, Tijdschrift Ei, De Optimist, Sintel en Ballustrada. Hij is lid van schrijverscollectief Strange Birds en liet gisteren zijn telefoon, met pasjes, op het dak van een auto liggen. Die vervolgens wegreed.

Joon Youn (1998) is een Koreaanse illustrator gevestigd in Rotterdam. Ze heeft zich gefocust op zowel 2D- als 3D-illustraties. Haar grootste passie als illustrator is om iets zwart-wits naar een gekleurde wereld te vertalen. Kleurrijke, dromerige, zachte en speelse momenten probeert ze iedere keer te vangen op een groot, leeg canvas.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man de relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Bestel de bundel ‘Ik wil, wil jij ook!’

Op zoek naar een intiem, verzachtend en verzettend cadeau? Voor maar €10 bestel je de bundel ‘Ik wil, wil jij ook?’, een voorstel voor een nieuwe taal om over seksualiteit te spreken. Met ploeterende brieven en prikkelende beelden. Alleen te bestellen vóór het einde van dit jaar en zolang de voorraad strekt!

Bestel nu