Asset 14

Wanneer steek je nou eindelijk je middelvinger op?

Wanneer steek je nou eindelijk je middelvinger op?

Waarom wil je nog altijd niet-homo en meer genderbevestigend zijn? In deze brief bespreekt Jochum de waanvrijheid rondom homoseksualiteit.

Lieve F,

Als zestienjarige vroeg ik je mee uit – jij zei nee. Hoeveel pogingen heb ik daarna ondernomen? Ik zou de e-mailtjes kunnen teruglezen. In mijn herinnering schreef je in je derde reactie dat je niet ‘zo’ was. Gebruikte je het woord homo? Durfde je dat woord te gebruiken?

Ik was verward, boos en eenzaam in die tijd. In mijn ervaring was het geen probleem om uit de kast te komen en toch was er geen leeftijdsgenoot die zei dat hij ook op mannen viel. Nu ik terugkijk, zie ik dat ik een privilege had dat veel anderen niet hadden: ik had weinig vrouwelijks in mijn uitstraling en in een misogyne maatschappij werkte dat blijkbaar, zelfs als homoseksuele man, in je voordeel. Ooit zei mijn broer bijvoorbeeld dat het prima was dat ik op mannen viel als ik maar geen ‘slap handje’ zou krijgen. Hij echode wat mijn ouders geloofden: homoseksualiteit was prachtig zolang je maar niet tornde aan hun binaire idee van de genders.

Zoals mijn broer zijn schouders ophaalde, reageerde ook de jongens in mijn vriendenclub. Ik bleef zelfs zo welkom tussen de jongens dat de anti-homograppen even hard werden gemaakt als eerst. Vaak lachte ik mee: ik wist dat het niet over mij ging. Ik leefde in de droom dat de wereld goed was en dat in het vrije westen alles kon. Ik was typisch zo’n persoon die privileges heeft en daar nog nooit op was gewezen.

Pas als een leeftijdsgenoot uit de kast zou komen, kon ik écht homo zijn

Maar jij, jij hoorde niet bij een onvervalste mannenvriendengroep zoals ik die had; jouw verschijning bracht verwarring met zich mee. Je was timide, bewoog sierlijk en was voorzichtiger dan ik. Maar in plaats van medeleven riep dat boosheid bij mij op. Laat je niet kisten, dacht ik. Zet je er overheen! Nu denk ik daarover: sorry dat ik ook hard was op die typische manier zoals in de jaren tweeduizend iedereen leek te zijn. Ter verdediging, ik was eenzaam: want pas als een leeftijdsgenoot uit de kast zou komen, kon ik écht homo zijn. Het homo-zijn is helaas iets dat je niet in je eentje kan doen.

Maar dit is eigenlijk helemaal niet waarom ik je schrijf – het is slechts een opmaat. We zijn nu allebei de dertig gepasseerd. Laatst bezocht ik je voorstelling en om me heen bevond zich niet zomaar een publiek, nee, het Holland Festival-publiek. Weken lang was de zaal voor tweehondered personen uitverkocht en het grootste deel van het publiek was al voorbij de pensioengerechtigde leeftijd. Keurige dames en heren die na afloop vol bewondering zeiden: ‘wat knap dat die jongen zo eerlijk durft te zijn en dat ook nog eens met zo’n bekende acteur naast hem’. Ik had een vrijkaartje (niet van jou) en kreeg er maar één waardoor ik daar verdwaald op de tribune zat.

De eerste tien minuten waren aangenaam. Je speelde ene Sebastian die zocht naar zijn beste vriend (misschien geliefde?) en zich lazarus dronk omdat hij niet open kon zijn over zijn identiteit. Maar na tien minuten was het spel over; je werd opeens persoonlijk en vertelde over jouw jong-zijn. En met je jong-zijn sleepte je me mee naar mijn jong-zijn. Je vertelde hoe je had geworsteld met uit de kast komen: over de jongens van hockey die je pestten en waardoor je je het liefst op je kamer terugtrok. De voorstelling eindigde met een opsomming waarbij elke zin begon met: ‘Ik schaam me voor...’.

Maar F, waarom richtte je je op schaamte? Waarom die ingekeerde blik? Waarom zag je jezelf niet in een groter systeem? Op zijn best had je kritiek op je directe omgeving kunnen hebben. Het viel me op dat er weinig maatschappijverwijt in zat en bovenal overheerste, zelfs in de voorstelling waarin je een dertiger bent, je wens om anders te zijn: niet-homo, vrijer in seksuele omgang en bovenal meer genderbevestigend.

Ik zat daar op mijn stoel tussen de 65+’ers en werd kwaad: waarom heb jij het eigenlijk nu nog steeds over die oude tijd?

Om heel eerlijk te zijn, F, ik heb niet zo genoten van dit deel. Niet omdat de voorstelling slecht of goed was (het was kundig in elkaar gezet) maar ik wil niet terug naar mijn zestienjarige ik en naar de waan van de maatschappij die mij probeerde te laten geloven dat ik vrij was. Ik wil dat we elkaar opvoeden om interesse in de ander te hebben en niet zeggen: ‘dat is prima, we zijn immers vrij’. Ik ben erachter gekomen dat iemand die zegt dat iets ‘prima’ is, zich met die woorden vaak verstopt. Want iemand accepteren maar wel condities stellen aan hoe die geaccepteerd kan worden, is geen moreel hoogstandje, nee, het is het ontwijken van een gesprek. Als we nu niet onze ruggen keren tegen het onophoudelijke vieren van de zogenaamde vrijheid, dan verandert er niets aan onze calvinistische aard. En daarom ergerde ik me ook aan jou. In jouw voorstelling zat ook het verlangen om juist dat soort vrijheid in stand te houden. ‘Ik ben zo, mag ik zo zijn?’ was de ondertoon van je tekst. Je wilde door introspectie een halfslachtige acceptatie afdwingen, geen echte. Ik zat daar op mijn stoel tussen de 65+’ers en werd kwaad: waarom heb jij het eigenlijk nu nog steeds over die oude tijd? Ik denk er haast nooit aan.

Oké, dat is een leugen. Ik kan niet stoppen met denken aan die tijd. Ook ik kan mijn tienerjaren (en het ongemak van de waanvrijheid) niet goed verwerken. Maar weet je, volgens mij is dat geen persoonlijk probleem. Het is een probleem waar iedereen uit onze generatie mee worstelt omdat onze ouders het ons onmogelijk hebben gemaakt. Zij deden alsof ze een vrije wereld voor ons hadden gecreëerd, maar niets is zo onvrij als er zelf achter moeten komen dat de vrijheid waarin je leeft een farce is. We leefden in een farce-vrijheid! Neem nou als voorbeeld onze seksualiteit: er was blijkbaar een specifiek idee over welk homo-zijn positief was en welke niet. Je mocht met mannen naar bed als je maar niet te vrouwelijk was. Voldeed je daar niet aan dan had je het moeilijk – precies wat jij beschreef. Maar omdat ons de wortel werd voorgehouden (‘homo zijn is prima’) werd brandstof om woedend te kunnen zijn op de maatschappij ontnomen. Zie daar de meest benauwende vrijheid: een vrijheid waarin onduidelijke grenzen bestaan, zodat je eerst zelf tegen de grens moet aanlopen (met alle schaamte die daarbij gepaard gaat) voor je begrijpt in welke wereld je leeft. Wordt een bepaalde vrijheid je expliciet ontnomen dan weet je tenminste dat die onvrije gevoelens niets met jezelf te maken hebben en heb je een positie om je af te zetten tegen dat wat je is ontnomen. We zijn opgevoed met het idee dat er voor alles wat niet lukt een oplossing in onszelf gevonden kan worden. We zouden een versie kunnen maken van onszelf waarbij onze identiteit samenvalt met de vrijheid die ons gegeven is.

Je zegt niet: waarom zijn jullie met een aapjes-kijk-verwachting naar mij komen kijken?

En precies daar gaat je voorstelling de mist in, en ik wil dat je dat weet, F. Want uiteindelijk is je voorstelling geen klacht tegen die tweehonderd elitaire nitwits die op je voorstelling afkomen. Uiteindelijk praat je ze naar de mond. Je doet aan introspectie en valt daarmee niet die liberaal-kul, de zogenaamde tolerantie, en hun passieve houding knijterhard aan. Je zegt niet: waarom zijn jullie met een aapjes-kijk-verwachting naar mij komen kijken? Jullie zijn net als ik toch ook allemaal een beetje homo? Waarom willen jullie dat ik iets opbiecht? Waarom laten jullie je schild niet los en doen jullie 65+’ers alsof jullie jezelf kennen? Waarom flikkeren jullie niet even hard als ik en nemen jullie het risico om over je identiteit te twijfelen?

Er bestaat een theorie dat een publiek zich spiegelt en zichzelf vragen gaat stellen als zij zien dat acteurs aan introspectie doen. Het zal je niet verrassen: ik geloof daar niet in. Op die manier kijkt een publiek niet. Die Holland Festival-elite komt voor een fijn avondje waarbij ze de confrontatie met zichzelf het liefst zo veel mogelijk van zich afduwen. Die vragen op het toneel zijn heel belangrijk voor de spelers daar, denken ze, wij hier op de tribune hebben het goed (we stemmen VVD of D66) en zolang ons niet direct gevraagd wordt om na te denken doen we dat liever niet.

Diezelfde boomers hebben namelijk schuld aan het in stand houden van die godverdomme hokjes zoals man, vrouw, homo en hetero

Volgens mij moeten we het anno 2023 laten om ons zo lief mogelijk uit te leggen aan boomers. Diezelfde boomers hebben namelijk schuld aan het in stand houden van die godverdomme hokjes zoals man, vrouw, homo en hetero. En ze houden het vol tot de dood volgt, daar ben ik diep van overtuigd. Het tij is gekeerd. We hoeven niet liefdevol hun mening bij te sturen – we mogen onze middelvinger opsteken. Ons positioneren binnen hun binaire kaders gaat namelijk ten koste van onszelf. Als we in hun taal blijven spreken, verlagen we ons tot hun binariteitsdenken waarin ieder zich moet inpassen in opposities omdat er dan zogenaamd houvast zou zijn.

Sorry, dat ik me zo opwind. Ik ben die houding van een generatie die zich aangenaam ingenesteld heeft gewoon zat. Zij met hun zogenaamde vrijheid. En soms moet die woede naar buiten. Het is vast niet zo eenduidig als ik hierboven schets. Maar moeten we altijd de nuance opzoeken? Laten we lekker boos zijn. Dat kan ook opluchten.

Misschien had ik je dit bovenstaande wel na afloop willen zeggen maar zoals dat met schouwburgpubliek gaat, die moeten opstaan als ze applaudisseren en een staande ovatie geven. Daar zat ik, achter een muur van ruggen, een klein eenzaam eilandje in een zee van enthousiasme.

Lieve groet,
Jochum

Van deze brief schrok Ettie Edens die met Jochum over deze brief een briefwisseling begon. Lees hier die briefwisseling.

Mail

Jochum Veenstra is hoofdredacteur van Hard//hoofd. Als freelance auteur werkt hij momenteel aan twee grote projecten: een non-fictie audioverhaal over mannelijke slachtoffers van seksueel geweld en een roman/essaybundel over kindermisbruik. In een vorig leven was hij acteur en een van de oprichters van De Theatertroep, een collectief waarbij hij tien jaar lang als co-artistiek leider betrokken was.

Anna Koppen (1998) neemt de kijker graag mee in haar eigen emoties en gedachtes. Ze is gefascineerd door met haar werk een gesprek te beginnen over onderwerpen die normaal liever onbesproken blijven. Gevoelens zijn leidend wat Anna’s werk persoonlijk maakt maar ook herkenbaar voor anderen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

:Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst 3

Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst

Wat betekent het om moeder te zijn? En wanneer ben je dan een ‘goede moeder’? Moederschap, en alle nuances daarrond, blijft onderbelicht. Anne Louïse van den Dool onderzoekt via de representatie van moeders in de beeldende kunst de vele kanten die horen bij moeder zijn. Lees meer

Als je écht kinderen wilt redden

Als je écht kinderen wilt redden

Shashitu Rahima Tarirga kwam 33 jaar geleden via interlandelijke adoptie naar Nederland vanuit Ethiopië. Na een reis naar Ethiopië maakt ze nu een afweging tussen haar leven hier en het gemiste leven daar. 'Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?' Lees meer

nuclear family

Queerkroost

In een briefwisseling over queer ouderschap zoeken Eke Krijnen en Lisanne Brouwer naar steun, herkenning en een houding om de maatschappelijke discriminatie buiten het gezinsleven te houden. Lees meer

Informatiehonger

Informatiehonger

We verslikken ons in data, maar blijven gulzig drinken. In dit essay onderzoekt Paola Verhaert hoe onze honger naar informatie — ooit gevoed door boeken, nu door eindeloze datastromen — ons hoofd én onze wereld begint te verzwelgen. Waar ligt de grens? En merken we het als we die overschrijden? Lees meer

:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer