De vermogensongelijkheid in ons land is nog groter dan gedacht. De rijkste 1 procent heeft niet een kwart, maar een derde van al het vermogen in Nederland. Het is de hoogste tijd om de grote vermogens aan de bovenkant flink te belasten zodat we kunnen investeren in meer zekerheid aan de onderkant.
Wie de vermogensongelijkheid in Nederland aan de kaak stelt, kan meestal rekenen op een verwijzing naar de Verenigde Staten. ‘Gelukkig zijn we geen Amerika. Daar is de rijkdom pas oneerlijk verdeeld!’, hoor ik regelmatig. En dat klopt ook. De hyperkapitalistische Verenigde Staten zijn het land met de grootste vermogensongelijkheid in de wereld. Het pijnlijke en voor sommigen wellicht onverwachte nieuws is dat Nederland de zilveren medaille krijgt. Een dubieuze eer, als je het mij vraagt. Wie dacht in een egalitair land te leven, komt bedrogen uit.
Wat heeft een mens aan een miljard? Ik zie geen rechtvaardiging om een individu zoveel bezit te laten hebben. Sommigen zullen zeggen dat de miljardair vast hard heeft gewerkt en daarom zoveel vermogen verdient. Dat harde werken trek ik in twijfel. Het vergaren van vermogen is vooral mogelijk door anderen hard te laten werken en zelf het surplus van dat werk af te romen. Het Amerikaanse congreslid Alexandria Ocasio-Cortez zegt hierover: ‘Je verdient geen miljard, je neemt een miljard’.
Wat is het nut van al die groei, als normale mensen er niet van profiteren?
Daarnaast leven velen nog in de illusie dat vermogen en welvaart als vanzelf doordruppelt naar beneden. Vermogensongelijkheid is volgens deze mensen dus geen probleem: iedereen zou immers profiteren, direct of indirect. Helaas voor hen is deze mythe ondertussen definitief doorprikt. Zo beschrijven Sander Heijne en Hendrik Nooten in hun recente boek Fantoomgroei hoe we steeds harder werken voor steeds minder. Terwijl de economie de afgelopen decennia sterk is gegroeid, blijft de inkomensgroei achter.
De auteurs stellen een terechte vraag: wat is het nut van al die groei, als normale mensen er niet van profiteren? Terwijl de rijken baden in overvloed en weelde, gaan honderdduizenden kinderen met honger naar school. De afgelopen tien jaar is het aantal daklozen in Nederland verdubbeld. Bij de voedselbank is het vanwege de coronacrisis drukker dan ooit. Eén op de vijf Nederlandse huishoudens heeft schulden waar ze niet op eigen kracht uit kunnen klimmen. In een welvarend land als het onze zijn deze feiten gewoonweg onacceptabel.
Gelukkig is er ook hoop: steeds meer mensen komen tot het besef dat een eerlijke verdeling van de koek nodig is. Sterker nog, zij komen ook in actie. Zo is onder de noemer Voor 14 een beweging ontstaan van duizenden werkers in tientallen steden. Onder andere thuiszorgmedewerkers, schoonmakers, vrachtwagenchauffeurs en postbodes slaan de handen ineen voor een gezamenlijke oproep: verhoog het minimumloon naar 14 euro per uur. Aangezien de uitkeringen gekoppeld zijn aan het minimumloon, gaan niet alleen werkenden maar ook Nederlanders met bijvoorbeeld een bijstandsuitkering er hierdoor op vooruit. Mijn voorstel voor hoe we dat gaan betalen kunt u waarschijnlijk raden.
Beeld: Masters of LXRY, december 2019 via Masters of LXRY