Het is duidelijk te zien. De coronacrisis, zoals elke andere crisis, schuift de kwetsbaarheden in onze samenleving onder een vergrootglas.
Degenen die het hardst geraakt worden door het virus zelf – van ouderen en mensen met een beperking tot zorgverleners en schoonmakers – zijn ook slachtoffers van het neoliberale beleid van het kabinet van de afgelopen jaren.
De coalitie heeft in zowel 2012 als 2017 forse bezuinigingen in de zorg aangekondigd wat onder andere tot personeelstekorten heeft geleid. Deze beleidskeuzes hebben ervoor gezorgd dat wij in Nederland onvoldoende capaciteit hadden om adequaat te testen en besmette mensen te traceren, en om de golf van coronapatiënten aan te kunnen.
Deze crisis is ook een kans. Een kans om deze rampzalige beleidskeuzes omver te gooien en de Nederlandse samenleving en economie opnieuw in te richten. Als we een democratische economie opbouwen waarin waarden als rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkwaardigheid centraal staan, dan stellen we de mens eindelijk centraal, in plaats van winst. Zo kunnen we de gevolgen van deze pandemie verlichten en een vervolgcrisis, in de zorg en in de bredere maatschappij, voorkomen.
Aangezien dit handelingsperspectief weinig te zien is in de politiek, moet het maar vanuit de samenleving komen. Burgerlijk verzet heeft de afgelopen tijd veel bereikt in Nederland; denk aan de leraren en ouders die zich hadden verzet tegen het openhouden van scholen, en de ophef rondom de bonus van de KLM-topman Pieter Elbers. Nu is het tijd om in beweging te komen voor een rechtvaardige exitstrategie uit de coronacrisis. Niets minder dan de volksgezondheid staat op het spel.
Als we echt rechtvaardig en solidair te werk willen gaan, moeten we de behoeftes van zwaar getroffen groepen zoals daklozen en vluchtelingen centraal stellen
Daarin is het belangrijk om te beseffen dat de crisis ons niet allemaal gelijk raakt. Als we echt rechtvaardig en solidair te werk willen gaan, moeten we de behoeftes van zwaar getroffen groepen zoals daklozen en vluchtelingen centraal stellen. Dit kan zich uiten in het opschalen van betaalbare sociale huur voor deze doelgroepen. Daarnaast zijn de gevolgen van het virus zeker niet kleurenblind zoals sommigen betogen. Mensen van kleur werken vaak in de precaire flexsector waardoor ze makkelijker hun baan kwijt kunnen raken, of in sectoren zoals de schoonmaak, waar het minder makkelijk is om mensen en het virus te vermijden. Ook hier moet er aan beschermende en ondersteunende maatregelen gedacht worden.
Het is uiterst belangrijk om niet bang te zijn voor radicale eisen. Noodfondsen die nu voor grote, vervuilende bedrijven bestemd zijn zouden aan een basisinkomen besteed kunnen worden, aan het kwijtschelden van schulden van landen in het mondiale zuiden en ook aan het afbouwen van de fossiele industrie. Laat deze crisis tot onze verbeelding spreken, over wat nu wel mogelijk is.