In onze meritocratische samenleving zien we succes graag als de vrucht van onze eigen inspanningen. Maar volgens Bas van Weegberg is meritocratie een mythe die sociale ongelijkheid eerder in stand houdt dan tegengaat. Sociale ongelijkheid verbeteren gaat dus hand in hand met het wegwuiven van de meritocratische mythe.
Met 1996 als geboortejaar zit ik op het randje van generaties Z en Y. Op de middelbare school werd mij en mijn klasgenoten verteld dat we alles konden worden wat we wilden. We zaten goed en wel een paar dagen op het vwo toen een docent zei dat hij de toekomstige ‘crème de la crème van de samenleving’ voor zich had. Dat was motiverend bedoeld, denk ik. Mijn broertje, die vanuit ons dorp elke dag 16 kilometer heen- en terugfietste naar de groenschool, hoorde dit soort uitspraken niet.
Gelukkig hebben mijn broertje en ik ouders die ons waarderen om wie we zijn, en niet om onze schoolprestaties. De documentaireserie Klassen laat zien dat niet ieder kind in onze samenleving dit geluk heeft. De ene groep kinderen zit gevangen in een systeem van lage verwachtingen. Groot dromen wordt weggewuifd als onrealistisch. Soms door ouders en familie, soms door de leerkracht of anderen in de omgeving. Een andere groep kinderen gaat juist gebukt onder hoge prestatiedruk. Kom je niet makkelijk mee in de klas? Hup, aan de bijles. Naar de havo is natuurlijk geen optie, minimaal vwo - het liefst in de variant tweetalig gymnasium.
De mogelijkheden om ‘van een dubbeltje een kwartje te worden’ zijn in ons land afgenomen. Meritocratie is een mythe
In de basis is meritocratie een charmant idee. Niet afkomst of geld bepaalt hoe ver je het schopt, maar je eigen verdiensten. Succes is een keuze en daarmee falen ook. Winnaars zijn bikkels en losers luiwammesen. Het enige jammere is dat het weinig van doen heeft met de realiteit. Een beetje geluk met de plaats van je wieg is veel bepalender dan hard werken. Het mattheuseffect - de rijken worden rijker en de armen armer - leeft als nooit tevoren. In Nederland bezit 1% van de bevolking zo’n 40% van alle rijkdom. De mogelijkheden om ‘van een dubbeltje een kwartje te worden’ zijn in ons land afgenomen. Meritocratie is een mythe.
Velen gebruiken meritocratie om sociale ongelijkheid goed te praten. Maar een op zich sympathiek verhaal over het gelijktrekken van kansen, volstaat niet om ongelijkheid op te lossen en draagt zelfs bij aan de meritocratische mythe. In het verbeteren van gelijke kansen ligt een onderscheid tussen ‘omstandigheden’ en ‘keuzes’ verscholen. Ook onder slechte omstandigheden of met een moeilijkere beginsituatie kun je de ‘juiste’ keuzes maken, luidt de denkwijze. Bijvoorbeeld door flink je best te doen op school.
Om de mythe van meritocratie en uit te bannen, moeten we beginnen anders na te denken over winnen en verliezen
Maar keuzes en omstandigheden zijn niet zo eenvoudig te scheiden. Omstandigheden sturen juist de keuzes die je maakt. Wie opgroeit in een omgeving waar studeren niet in de lijn der verwachtingen ligt, kiest misschien eerder voor meteen fulltime werken in plaats van een dure opleiding. We komen niet verder door de beginsituatie van mensen te verbeteren om hen daarna bij het maken van een ‘verkeerde’ keuze in de blubber te laten zakken.
Succes is geen keuze. Om de mythe van meritocratie en het gebruik ervan als rechtvaardiging voor ongelijkheid uit te bannen, moeten we beginnen anders na te denken over winnen en verliezen. Minder focus op gelijke kansen en meer op het verhogen van de gelijkwaardigheid van ieders bestaan en dus het tegengaan van uitbuiting, marginalisatie en stigmatisering. Laten we de rol van geluk en toeval in het leven eens wat meer erkennen. Dat is pas een mooie boodschap voor alle scholieren die straks weer terug naar school gaan, toch?
Beeld: Dr. Sander Invitational Columbia Challenge 2020 (januari 2021), Steven Pisano via Flickr