Asset 14

Treindromen

De trein is een goede plek om te luisteren naar vreemden: over de schoonmakersstaking die de NS plaagt, een auto-ongeluk waarbij het aantal slachtoffers lager bleek dan gedacht en de moord op een mot.

Op de heenweg, in de auto, hoorde ik een mooi, treurig verhaal. Het meisje achter het stuur vertelde over een groot verkeersongeluk op de weg waarover wij reden (de weg tussen Antwerpen en Brussel) niet heel lang geleden; het was, om met een journalistieke gemeenplaats te spreken, een ongeval waarbij meerdere auto's betrokken waren. Ze vertelde hoe hulpverleners lang naar een laatste slachtoffer zochten, iemand wiens bestaan niet in twijfel werd getrokken terwijl zijn of haar dood al min of meer vaststond. Lang nadat de weg alweer vrijgegeven had moeten zijn, besefte iemand dat de vermorzelde auto waarin het vermeende vermiste slachtoffer had gezeten, een Engels kenteken droeg, en dat dat wat er nog over was van de persoon die ze voor een bijrijder hadden gehouden, de bestuurder moest zijn geweest. Onder druk deukt alles in, ook ons vermogen de werkelijkheid zoals hij is te onderscheiden van de werkelijkheid zoals we denken dat hij zou moeten zijn. Het resultaat was een uren durende zoektocht naar een fictieve dode.

Nu, op de terugweg zit ik in de trein en naast me zitten vier mensen die samen een andere tragedie opvoeren. Het zijn twee stellen – man-vrouw, man-vrouw – van een jaar of zestig die een dagje eropuit zijn geweest. Een vriendin beweert stellig dat treinen buiten de spits de hel dichter benaderen dan volle forenswagons, enkel en alleen omdat de dagjesmensen geen idee hebben welke mores het treinreizen tot een dragelijke exercitie maken. Ikzelf koester een voorkeur voor het reizen buiten de spits (ik heb een hekel aan staan) maar er zijn momenten waarop ik geneigd ben haar te geloven.

Nu is het half zes en we rijden weg uit Roosendaal. Ik fantaseer over het schrijven van een kortverhaal. Het is iets wat ik zo heel af en toe doe, dat fantaseren, het komt eigenlijk nooit in me op gevolg te geven aan zo'n idee. Fictie torst zijn eigen vluchtigheid zo duidelijk mee. Ik denk na over een verhaal over de dood van een mot. Zoals in het beroemde essay van Virginia Woolf en in minder bekende verhalen van Annie Dillard en (ik meen) W.G. Sebald. Eerst bedenk ik dat het beter zou zijn wanneer de protagonist de mot vermoordt, wanneer hij niet slechts een toevallige getuige is van een zinloos sterven. Er staat iets op het spel wanneer een hoofdpersoon een laffe daad begaat. Lafheid is een eigenschap waarmee niemand zichzelf graag associeert en het inleven in een laf karakter vergt, paradoxaal genoeg, wilskracht. Ik bedenk hoe er niet lang na de moord op de mot een agent komt aanwandelen, een geüniformeerde man met een roze gloed onder zijn huid, die tussen neus en lippen door vraagt of onze hoofdpersoon heel toevallig een mot is tegengekomen; in het dorp verderop is de burgemeester een zeldzaam exemplaar kwijtgeraakt. Terwijl ik buitengewoon content ben over het verloop van deze fantasie, in het bijzonder de fantastische kwaliteit ervan (ik ben tevreden op het zelfgenoegzame af) dringt het gesprek van mijn overburen zich een weg naar binnen.

"He gadverdamme, wat is het toch vies hier."
De vrouw draagt een alleszins vrolijke bloemetjeslegging maar haar gezicht is ooit, ongetwijfeld toen ergens op de wereld een klok twaalf uur sloeg, in een blijvend chagrijnige frons getrokken, alsof iemand een vacuümpomp op haar mond heeft gezet een heel klein beetje lucht heeft weggezogen. Ze wurmt een blikje in het daarvoor bestemde afvalbakje onder haar tafeltje. Het ding wil niet meer dicht en blijft halfopen gapen, alsof het moe is van de eeuwigdurende strijd tegen het geprop.
"Ja. Ze staken. En het is ook erg hoe weinig die mensen verdienen", zegt haar man.
"Ach… Ik denk dan: je moet ook ooit een keer ophouden met zeuren", zegt ze.
"Inderdaad", zegt haar buurvrouw.
De man van de buurvrouw wordt door de man van de vrouw vrijwel volledig aan mijn oog onttrokken, het is slechts een stukje knie dat zijn bestaan bewijst. Deze man zwijgt een stilte die indrukwekkend had kunnen zijn, ware het niet dat zijn reisgezelschap hem die overwinning op het geluid misgunt.

De man van de vrouw probeert het nog een keer: "Ze verdienen erg weinig, dan moeten ze toch wat?”
Mijn eigen sympathie gaat in dit soort gevallen zonder veel nadenken uit naar degenen die het lef hebben voor zichzelf op te komen in een situatie waarin dat niet direct voor de hand ligt. Ik kan me maar moeilijk een voorstelling maken van het staken voor een betere beloning voor het opruimen van afval van andere mensen. Dat afval is de prijs van andermans niet-verspilde moeite, en hoe bepaal je de waarde van niet-verspilde moeite?
De vrouw besluit haar standpunt nog iets duidelijker te verankeren in een moraal:  "Ik denk: hou eens op met zeuren. Je moet ook eens blij zijn met wat je hebt, hè? We kunnen niet allemaal een ton verdienen. Kijk eens hoe vies het hier is." Ze duldt geen tegenspraak en vervolgt: "Als ik dan denk aan mijn vader, die verdiende toch ook niets? Maar hem heb je nooit gehoord."
Ze laat een korte stilte vallen. Haar man spreekt haar niet tegen, haar buurvrouw valt haar niet bij.
"Als hij dit zag, zou hij zich omdraaien in zijn graf."
Haar man blijft zwijgen, maar haar buurvrouw acht de tijd rijp voor een bescheiden bijval: "Het is echt heel vies."

Het gesprek krijgt een onverwachte wending wanneer de vrouw uit het niets zegt: "Heel lekker, dat graan-notenbrood van de Albert Heijn."
Haar buurvrouw kan haar helaas niet langer onvoorwaardelijk steunen en breekt een lans voor speltbrood.
"Heel gezond", zegt ze.
In beknoptheid schuilt soms een overweldigende autoriteit. Ik ben blij met de positieve ontwikkeling in het gesprek, vooral omdat ik niet langer in mijn hoofd de schoonmakers hoef te verdedigen.
"Maar dat brood is duur tegenwoordig. Zo twee euro, voor zo'n half stukje." De verontwaardiging druipt uit haar mondhoeken.

We stoppen in Dordrecht. De vier kijken uit het raam naar een andere trein die ik niet kan zien.
"Wat een drukte."
"En opstaan ho maar."
"Nee, dat doen mensen niet meer."
"Zelfs een kind nemen ze niet meer op schoot, als het druk is, bedoel ik. 'Daarvoor hebben we toch ook een kaartje gekocht' zeggen ze dan. Verschrikkelijk."
"Het is inderdaad verschrikkelijk."  

Wanneer we Rotterdam binnenrijden, twijfel ik of ik opluchting of teleurstelling moet voelen wanneer ze de grote Essalaam moskee over het hoofd zien. De vrouw is op dat moment nog aan het oreren over het nieuwe Feyenoordstadion, dat ("als het er tenminste ooit komt”) "vast net zo mooi wordt als het zwembad om de hoek."
Terwijl ik me afvraag wat dat zou kunnen betekenen, drijven hoog boven onze trein een paar grote witte wolken voorbij.
"Het is wel bewolkt buiten."
"Het zal wel gaan regenen zo."
"Dan loopt alles onder natuurlijk."
"Het wordt alleen maar minder."

Mijn niet bijzonder goed ontwikkelde journalistieke instinct – niet ingrijpen in de werkelijkheid, blijven observeren – wint het nog altijd van mijn ergernis en natuurlijke neiging mensen op hun tekortkomingen te wijzen. Het zou vast ook niet echt veel uitrichten, iedereen weet: haters gonna hate. En wat had ik moeten zeggen: "Pardon, dit is een stiltecoupé."? (Ja.)

Terwijl we ons alle vijf gereedmaken om uit te stappen, gun ik mezelf nog een fantasie. In die fantasie zie ik hoe de schoonmakers blijven staken totdat de treinen uitpuilen van het afval en de deuren bij het opengaan op het station geen andere functie meer blijken te hebben dan het tegenhouden van bergen vuil; ik zie hoe ze blijven staken totdat er geen mensen meer in de treinen passen. Ik zie hoe de NS haar handen wast in onschuld, zij staat immers buiten het conflict dat officieel een onenigheid is tussen de schoonmakers en hun werkgever, het bedrijf dat door de NS wordt ingehuurd. Ik zie een Hollands landschap dat dagelijks wordt doorkruist door honderden geel-blauwe treinen die niemand meer vervoeren. Op plekken waar normaal mensen zitten – humeurige, stinkende, zeurende, kortom: o zo menselijke mensen – niets anders dan een eindeloze hoeveelheid in elkaar geduwde frisdrankblikjes. Het zijn blikjes die in een weldadige stilte hun laatste restjes vocht weglekken. Blikjes die zwijgend zeggen: wij zijn het die hier de rotzooi maken. Blikjes met een helder inzicht in de werkelijkheid. Wij zijn het, zeggen ze, en niemand anders.

-

Hoewel op mijn telefoon een aardige foto van het reisgezelschap staat, leek het me netter deze niet te plaatsen. De foto's hierboven horen eigenlijk hier thuis: TIP: Stoppen met roken met een fototoestel.

Mail

Jan Postma Jan Postma (Delft, 1985) is politicoloog, fotograaf, journalist, parttime einzelgänger en meer. Maar, voordat u zich een beeld denkt te kunnen vormen, toch vooral dat laatste.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer