Volgens Jazz Komproe wordt het tijd dat we niet alleen naar jongeren luisteren, maar jongeren ook echt een stem geven. Politieke ongelijkheid verkleinen, gebrekkige representatie aanpakken en politieke desinteresse doorbreken? Stemmen vanaf je zestiende helpt.
De klimaatcrisis, wooncrisis, groeiende ongelijkheid, toenemende studieschulden, tekorten in het onderwijs, grote problemen in de jeugdzorg. Elke dag debatteren volksvertegenwoordigers in Den Haag over onderwerpen die jongeren aangaan. Ondanks het feit dat er beleid wordt gemaakt dat voornamelijk gaat over onze toekomst, lijkt onze stem het minst belangrijk van allemaal. Dit heeft ook direct gevolgen op de politieke interesse van jongeren, onder 15 tot 18-jarigen ligt deze op een schamele 32%. Enorme hoeveelheden adviseurs, onderzoekers en vooral ook PR-managers komen met totaal impactloze oplossingen. Denk aan een kinderraad of een gesprek met een politicus begeleid door een youtuber. Met geen van deze oplossingen worden jongeren echt serieus genomen of krijgen ze echte invloed. Helaas blijft een van de meest effectieve manieren om jongeren bij de politiek te betrekken buiten beeld: het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd.
Velen haken bij het horen van deze oplossing direct af. Zestienjarigen hebben niet bepaald de reputatie dat ze heel verantwoordelijk zijn en een enorme groep impulsieve pubers stemrecht geven lijkt op het eerste gezicht niet voordelig voor de samenleving.
Maar dat is het nou juist, door jongeren ook stemrecht te geven wordt onze democratie wel degelijk sterker. Een groter deel van onze bevolking krijgt de kans om te worden gerepresenteerd en jongeren staan klaar om die kans te pakken. Kijk naar Oostenrijk, het eerste land in Europa met een stemgerechtigde leeftijd van 16. Hier is de opkomst onder 16- en 17-jarigen hoger dan onder jongeren boven de 18. De hoge opkomst onder 16- en 17-jarigen is extra belangrijk aangezien jongeren die vanaf hun stemgerechtigde leeftijd stemmen ook later in hun leven vaker hun stem zullen uitbrengen.
Verder laten jongeren in Oostenrijk zien dat ze niet alleen op komen dagen, maar ook zelfstandig hun stem kunnen uitbrengen. Dit zou overigens geen verassing moeten zijn, jongeren mogen dan misschien geen interesse hebben in de politiek, maar ze hebben zeker weten een mening over maatschappelijke onderwerpen. Het zijn niet voor niets jongeren die staken voor het klimaat, de Black Lives Matter beweging op sociale media groter dan ooit hebben gemaakt en zich laten horen over hoe het coronabeleid hen raakt. Door jongeren toegang te geven tot de politiek kan hun activisme, maar ook hun persoonlijke zorgen worden omgezet in politieke interesse.
Deze politieke interesse kan nog verder worden vergroot via het onderwijs. Als zestienjarige zit je nog dagelijks in de klas en via lessen burgerschap of maatschappijleer ontwikkel je democratische normen en waarden. Je kunt je voorstellen dat leerlingen makkelijker voor dit soort lessen te motiveren zijn als ze stemgerechtigd zijn en stemmen niet voelt als een ver-van-mijn-show. Door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 en vanuit het onderwijs stemmen te stimuleren kan ook politieke ongelijkheid worden verkleind. Op dit moment stemmen jongeren met een praktische opleiding minder vaak dan jongeren met een theoretische opleiding. Dit gat moet gedicht worden en scholen kunnen daar een rol in spelen. Zo kunnen er stembureaus worden geopend op school en kan er in de aanloop naar verkiezingen veel aandacht worden besteed aan politiek in de les.
Het is duidelijk dat de stemgerechtigde leeftijd omlaag kan. Nee, dat moet zelfs. Als je wil voorkomen dat de toekomstige generaties de politiek de rug toekeren dan moet je niet alleen maar luisteren, je moet jongeren een echte stem geven. De democratie wordt er sterker van, de politieke ongelijkheid wordt er kleiner van, de representatie wordt er beter van en alle jonge activisten worden er een stuk blijer van.
Beeld: Manny Becerra via Unsplash