Asset 14

Over geluk is het moeilijk praten

Over geluk is het moeilijk praten 2

Filmmaker Agnès Varda was een uitgesproken feminist. Toch lijkt Le bonheur een ode aan het huwelijksgeluk. Wat wilde ze ons vertellen met dit onuitgesproken drama?

Het was een prachtige, zomerse middag en ik had geen idee wat ik ermee moest, dus ging ik naar de film. Het werd Le bonheur, de recent gerestaureerde film van Agnès Varda uit 1965.

Zeker voor iemand die zichzelf ‘feminist’ en ‘nouvelle vague liefhebber’ noemt, is mijn kennis van het werk van Agnès Varda beperkt. Eerder zag ik Cléo de 5 à 7, Sans toi ni loi en L’une chante, l’autre pas (tot nu toe mijn favoriet). Aan de hand van deze films ontstond bij mij het beeld van Varda als geestdriftige, politiek geëngageerde vrouw.

Des te verwarrender was het kijken van Le bonheur. De film toont een zoete en traditionele gezinsromance. Het hoofdpersonage François, de goedlachse, knappe timmerman, en zijn ietwat afwachtende maar evengoed bloedmooie vrouw Thérèse en hun twee jonge kinderen, stromen over van liefde voor elkaar. Ze brengen de weekenden door in de weelderige bloemenvelden op het Franse platteland, en bij thuiskomst - in een lief, kleurrijk ingericht dorpshuisje - kruipen ze in het krappe bed tegen elkaar aan. Overdag werkt hij in de houtzagerij, zij ontvangt thuis vrouwen voor wie ze jurken op maat maakt. Dit geluk lijkt eeuwig te kunnen duren.

Waarom kiest de doorgewinterde feminist Agnès Varda ervoor haar vrouwelijk personage zo’n wanhoopsdaad te laten begaan?

Zodanig zelfs, dat de affaire die François met een andere vrouw begint, niet eens een bedreiging voor het huwelijk lijkt. Hij ontmoet Émilie op het postkantoor, die al net zo mooi is als zijn eigenlijke vrouw. Hij vertelt haar over zijn huwelijk, en hoewel hij geen negatief woord over Thérèse uitspreekt, geeft hij toe dat als hij Émilie eerder had ontmoet, hij nu waarschijnlijk met haar was geweest. Zij glimlacht bij de gedachte en stort zich in zijn armen.

Verblind door prille verliefdheid, vertelt François zijn vrouw tijdens een picknick over zijn affaire. Hij voelt nog steeds evenveel, zo niet nog meer liefde voor haar, alsof hij er tien armen bij heeft gekregen waarmee hij hen allebei tien keer liefdevoller kan omhelzen. Thérèse geeft zich, na wat bezorgde vragen, over aan het idee van een open huwelijk. Ze vallen weer in elkaars armen. François valt na de seks in een gelukzalige slaap. Maar wanneer hij wakker wordt, is zij verdwenen. Tijdens een zoektocht door het bos, met de kinderen op de armen, groeit het vermoeden dat er tijdens zijn dutje iets vreselijks is gebeurd. Die vrees blijkt terecht. Hij treft het levenloze lichaam van zijn vrouw aan in een meer.

Toen het lichaam werd gevonden, betrapte ik mijzelf op een verontrustend soort opluchting, alsof het barsten van de geluksbubbel me eindelijk ademruimte had gegeven.

De onrust die François moet ervaren wordt ijzig en ingetogen in beeld gebracht - tijdens de zoektocht focust Agnès Varda op de vissers en andere onbekende passanten rondom het meer, door hen in korte portretten voorbij te laten komen terwijl zij ernstig en nieuwsgierig in de camera kijken. Wanneer het lichaam is gevonden, betrapte ik mijzelf op een verontrustend soort opluchting, alsof het barsten van de geluksbubbel me eindelijk ademruimte had gegeven. En tegelijkertijd zorgde het voor verwarring: waarom kiest de doorgewinterde feminist Agnès Varda ervoor haar vrouwelijk personage zo’n wanhoopsdaad te laten begaan?

Het personage Thérèse doet me denken aan een andere fictieve vrouw die bezwijkt onder haar eigen willoosheid, namelijk Esther Greenwood in het boek The Bell Jar. De verhalen komen uit dezelfde tijd - Sylvia Plaths roman uit 1963 en Agnès Varda’s film 1965 - en de vrouwelijke personages zijn beide min of meer overgeleverd aan het patriarchaat. Esther Greenwood vertrouwt aan Dr. Nolan, de vrouwelijke therapeut die haar shocktherapie begeleidt, toe dat ze jaloers is op de vanzelfsprekendheid waarmee mannen met hun vrijheid omspringen. (Bovendien werd Sylvia Plath door Joost de Vries in het essay 'Hoe een goed meisje te zijn' al eens ‘de patroonheilige van door het huwelijk onderdrukte vrouwen’ genoemd, vanwege haar beruchte relatie met Ted Hughes.) Dan is er ook nog de manier waarop Sylvia Plath en Agnès Varda hun verhaal vormgeven: voor beide personages geldt dat je alleen met terugwerkende kracht kunt concluderen dat de alarmbellen al die tijd al onontkoombaar hard hebben moeten rinkelen, maar dat je daar als toeschouwer geen oor naar had. Hun stem komt pas tot uiting als de vrouwen compleet verdwenen zijn. Voor dat die fatale daad zich voltrekt, heerst er al een sluimerend onbehagen, al is het moeilijk om de vinger te leggen op waar die indruk ontstaat. Het is alsof je eerst heel even in het sprookje moet geloven, voordat de betovering ruw wordt verbroken.

Zelf verkeer ik in vredelievende, progressieve kringen, dus kan ik me weinig voorstellen bij het huwelijk als superonderdrukker

Pas na de zelfverkozen verdrinkingsdood van Thérèse, dringt het besef door dat deze gebeurtenis allerminst poëtische waarde heeft, dat het dit keer niet gaat over de zoveelste nasleep van onoverkomelijk liefdesverdriet. Agnès Varda toont een vrouw die koeltjes haar eigen dood organiseert, zonder bevangen te zijn door romantisch fatalisme. Haar ‘passieve’ persoonlijkheid is, met terugwerkende kracht bezien, eerder het resultaat van gefnuikte ambitie na het aangaan van haar huwelijk. Een construct overigens waar heteroseksuele vrouwen, statistisch gezien, ongelukkiger van worden, schrijft Jia Tolentino in haar essay In vrees en tegenspoed (uit Spiegeldoolhof, 2020, vert. Anne Marie Koper en Elsbeth Witt):

    ‘Onze cultuur zegt: hier heb je een evenement dat helemaal om jou zal draaien, dat het beeld van jou als jonge, prachtige, bewonderende, geliefde vrouw zal uitkristalliseren. […] In ruil daarvoor zullen je behoeften vanaf dat moment, in de ogen van de staat en iedereen om je heen, langzaam ophouden te bestaan.’

Het is niet zo dat Thérèse de zin van haar bestaan zelf heeft opgehangen aan dat ene romantische liefdesconcept, het monogame huwelijk, dat heeft de wereld voor haar gedaan. Haar dood is misschien eerder een verzet tegen de vanzelfsprekendheid van vrouwelijke inschikkelijkheid, dan een verzet tegen de affaire van haar man. Zij is veroordeeld tot hem, hij niet zozeer tot haar, zo bewijst het gemak waarmee hij een open huwelijk oppert dat alleen in zijn voordeel werkt.

Zelf verkeer ik in vredelievende, progressieve kringen, dus kan ik me weinig voorstellen bij het huwelijk als superonderdrukker, al zal dat in 1965 ongetwijfeld anders zijn geweest. Toch schetst Jia Tolentino in haar essay van het hedendaagse heteroseksuele huwelijk een vrijwel even vrouwonvriendelijk beeld, met als uitsmijter: ‘Het begint al bij het idee dat de man altijd het huwelijksaanzoek doet en dat de vrouw blijkbaar al die tijd ligt te wachten tot het moment waarop híj besluit dat hij klaar is om zich te binden aan een situatie waar híj statistisch gezien van profiteert en zij statistisch gezien ongelukkiger van wordt.’

Waar Jia Tolentino - en met haar de huidige tijdsgeest - bekend staat om een sterke hang naar morele helderheid, zo is Agnès Varda in haar film uiterst subtiel en onuitgesproken. Zij geeft geen moreel oordeel, al zal ze die vast hebben, en dat voedt de intensiteit van haar film. Nadat de begrafenis van Thérèse in een aantal ingetogen scènes is afgehandeld, zal Émilie haar rol in het gezinsleven met verve overnemen, getoond in eenzelfde soort gelukzalige gezinstaferelen als in voorgaande scènes. En zo is Thérèse echt verdwenen.

Pas wanneer ik de filmzaal heb verlaten, en ik door zonovergoten stadspark naar huis wandel, daalt het besef dat de film van begin tot eind in feite over Thérèse ging, en dat zij hiervoor niet eens de hoofdrol heeft opgeëist. Ik proef een bittere nasmaak.

Beeld: Jorne Vriens

Mail

Julia de Dreu (1996) schrijft proza, essays en theaterteksten. Ze studeerde Writing for Performance aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. In 2019 stond ze in de finale van WriteNow! en in 2022 werd ze geselecteerd voor deelname aan het Slow Writing Lab. Julia schreef onder meer voor De Revisor, De Optimist, Domein voor Kunstkritiek, Hard//hoofd en Theaterboek.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

:Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Alara Adilow blikt terug op haar jongere zelf en ziet hoe onwetendheid en zelfdestructie haar afsneden van zorg en liefde, tot feministische en postkoloniale denkers haar aanraakten en haar openstelde om naar zichzelf en de wereld te kunnen kijken. Lees meer

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer