Asset 14

De blik van een ander I

Astrid dwaalt door Parijs en vraagt zich af waar de kleur in de straat is. Tot ze in de wijk La Goutte D'Or belandt. Een portret van de grootste Afrikaanse stad buiten Afrika in twee delen. Vandaag deel 1 van haar dwaaltocht: "Het voelt alsof zelfs de gevels mijn aanwezigheid in vraag stellen. Waarom ben ik hier nu weer? Welke richting zal ik uitgaan?"

In Parijs is het heet in de metrowagons. Elke blik rust op een ander klam gezicht. Af en toe kruisen ogen elkaar, per ongeluk. Sommige mensen staren door het raam naar de zwarte muren van de ondergrondse gangen, ik kan hun gedachten tegen de ramen zien botsen. In Gare du Nord kruist metro RER-B met lijn 4 richting Château Rouge. Ik stap over.

Na enkele dagen wandelen in het centrum van Parijs snak ik naar een stuk stad zonder eiffeltorenhangertjes, inwisselbare etalages, blanke mensenzeeën waarin de Parijzenaar zelf ontbreekt, rondgestrooide clichés die luid onder mijn zolen kraken. In Parijs lijk je als bezoeker meer op je plaats dan als inwoner. Terwijl ik van het ene naar het andere arrondissement wandel, vraag ik me af: waar is de kleur in de straat? Waar is de grilligheid, het ongemak? Waar verschuilt de wereld zich in deze stenen, slenterende stad?

In een reisgids lees ik: Parijs staat bekend om zijn multiculturele samenleving. Het is de grootste Afrikaanse stad buiten Afrika. La Goutte d’Or, gelegen in het 18e arrondissement rond metrohalte Château Rouge, is één van de meest heterogene, kosmopolitisch ingestelde wijken van Parijs.
Op café spreekt een vrouw me kordaat toe: “La Goutte d’Or is de gevaarlijkste wijk van de stad! De moskee zit daar vol moslimextremisten. Niet in je eentje heengaan.”
Op lijn 4 reizen haast alleen zwarte gezichten, een enkele Aziaat. In het metrostel zijn alle blikken op mij gericht, alsof mijn blanke huid in een flikkerlicht is veranderd. Ik kijk strak terug maar alle ogen houden zich koppig aan de mijne vast.

Boven de metrogangen baden de straten rond Château Rouge in een ijverig ochtendlicht. Door de spleetjes tussen mijn samengeknepen oogleden zoek ik mijn weg. In Rue Poulet houdt een man vlak voor mijn neus halt en schreeuwt pardonpardonpardon. Achter hem wordt een gigantische berg rood vlees voortgeduwd. De vleeshoop steekt uit een witte bak op wielen. De man draagt een schort en een hoedje met bloedvlekken. Het hart van la Goutte d'Or ruikt naar rauw vlees.
Verderop in de straat staan mannen in voetbalshirts met aan hun armen glanzende riemen, tassen van Chanel, mannelijke portefeuilles. Ze fluisteren zacht de merken van hun koopwaar alsof het pikante koosnaampjes voor hun meisjes zijn. De gevels van de winkels in de straat zijn kleurrijk en met vaste hand beschilderd: Nourriture Exotique, Le petit Africain, Chez Ahmed, l’Africa Paris. Volle vrouwen zitten in rijen op haast onmerkbare krukjes aan weerzijden van de straat. Ze dragen gekleurde pagnes en lachen luid. Voor hen liggen stapeltjes opgerolde, gedroogde vis, maniok verpakt in bananenbladeren, kleine avocado’s, minibanaantjes die geuren naar loom weer. Een beetje verder klinkt het logge kappen van een mes op een blok, Noord-Afrikaanse slagers schikken neuriënd hun koeienpoten in de etalage, bevroren vissen kijken me van op hun ijsbed aan, hun ogen blinken als kogels.

In een smalle zijstraat, Rue Dejean, valt de stilte als een verborgen engel uit de lucht. In een portaal houden twee leunende mannen de straat in de gaten, hun kettingen van goud hangen roerloos rond hun nek. Ik knik naar hen, ze staren dwars door me heen. Verderop staan drie lange, zwarte meisjes. Ze praten snel, draaien met hun polsen, rollen met hun ogen, spelen met hun kapsel dat als een triomfantelijke, gevlochten kroon op hun hoofd staat. Ze dragen spannende leggings met scheuren. Aan de broekspijpen: enkels als stevige takken waarvan de huidskleur vijf tinten donkerder is dan die van hun gezicht.
Ik wandel in stevig tempo door de straat, schouders wat opgetrokken. Ik stap alsof ik een bestemming heb, een afspraak, een reden om hier te zijn. Hoofden worden omgedraaid, er klinkt gelach. Mijn gezicht lijkt als een brandend papiertje doorheen de wijk te waaien.
In het naaiatelier op de hoek van Rue Dejean en Rue des Poissonniers is het kalm. De kleermakers zijn gaan bidden. Enkel een erg lange, Afrikaanse man staat nog gebogen boven een stuk stof dat hij nauwkeurig strijkt. Hij loopt tussen de verschillende tafels met naaimachines, stapt over gekleurde stoffen, de paspoppen kijken vanuit de hoogte op hem neer. Aan de muur bestudeert hij uitgescheurde foto's van modellen. De ruimte is benauwend klein. Zijn hoofd blinkt in het harde licht van een neonlamp.

“Ik woon hier al twintig jaar. Ik ben geboren in Senegal. Ik hou wel van deze stad, maar ik word ziek van het weer. Mijn huid kan de Franse wind niet verdragen.”
De man knijpt zacht in zijn arm. Hij glimlacht, werkt traag, strijkt met zijn wijsvinger langs de stoffen.
”De ramadan is bezig. Ik eet en drink de hele dag niets. Dat doet me goed. Het zuivert mijn lichaam, mijn geest, mijn hart.
 Zie je die man daar? Dat is een klant van mij. In Senegal heeft hij zeven kinderen bij twee vrouwen. Hij zoekt er nog een derde. Dat is handig. Als één van zijn vrouwen ziek wordt, heeft hij nog de andere. Ik wil ook meerdere vrouwen. Het liefst blanke.”
“Als ik mocht kiezen, dan zou ik in Europa blijven. Maar niet in Parijs. Er is hier veel te weinig plaats. Iedereen in de stad loopt tegen elkaar op. We zijn met te veel! Maar dat zorgt er wel voor dat ik veel klanten heb. Met hoeveel ik hier werk mag ik niemand zeggen.”

De man neemt een grote schaar en knipt verder in een kleed. Het knispert. Boven de tafels dansen lichte stofvlokken in de lucht.  Wanneer ik het atelier buitenstap, roept hij me na: "Als je ooit trouwt, laat me je trouwjurk maken!” Buiten in de goot springen twee duiven voortdurend om elkaar heen.

Verloren sta ik terug op straat. Het voelt alsof zelfs de gevels mijn aanwezigheid in vraag stellen. Waarom ben ik hier nu weer? Welke richting zal ik uitgaan? Voor het eerst dwingt deze stad me tot kiezen. Doelloos en ongemakkelijk kijk ik in een etalage met Afrikaanse kunstwerken. Tussen de beeldjes hangen tientallen Franse vlaggen. Vanavond speelt Frankrijk voor het WK.

Dan overspoelt een stroom mensen de straat. Mannen met lange kleden en vierkante hoedjes waggelen samen door de straat als koningspinguïns, naast hen fladderen kleine jongens met voetbalshirts. Af en toe blijft een vragende blik aan de mijne haken. De massa wurmt zich door een kleine garagepoort die de inkom van een moskee voorstelt. Iemand fluistert, het gebed begint.

Enkele huizen naast de moskee blinkt een felroze affiche achter een raam. Op het blad staan tientallen gezichten met opvallende kapsels. De gezichten zijn allemaal dezelfde: ofwel een glimlachende Nicki Minaj, ofwel een norse, uitdagend kijkende Rihanna. Maar hun kapsels zijn steeds anders: lange en strakke lokken, kort haar met afgeschoren zijkanten, roze krullen, een gigantische paarse afro.
Voor de affiche staat een kleine, zwarte jongen aandachtig de kapsels te bekijken. In zijn hand is een glazen colaflesje geklemd, het is leeg. Ik vraag welk kapsel hij het mooiste vindt. Hij twijfelt lang, wijst uiteindelijk naar de felblonde, langharige Nicki Minaj. Achter het raam zwaait zijn moeder naar hem. Hij zwaait terug en gaat verder wachten op de stoep. De deur van het kapsalon staat open. Er klinkt gebabbel, gegiechel en gekir, geblaas, gezucht.

Ik stap binnen. Er hangt een indringende geur van haarlak. Het babbelen verstomt, de vrouwen kijken elkaar aan. Onhandig ga ik bij de andere vrouwen zitten en wacht mee.

Op de achtergrond schalt muziek vanuit de televisie, boven de spiegels hangt een geplastificeerd, grijs blad: "Black Trophy - Coiffure mode du soir - Grand prix international”. 
De bazin van de zaak loopt rond, verbetert met grote gebaren de andere kapsters, in de krullen van haar haar zit een kam geklemd.

"De cultuur van de kapsels hangt echt af van het land, van de bevolkingsgroep. Wanneer een familielid overlijdt bij ons in Ivoorkust scheren we al ons haar af. Maar de meeste kapsels worden toch gewoon bepaald door de mode. En die mode is over heel de hele wereld dezelfde, we kijken allemaal naar dezelfde zender, TRACE Africa!”

De bazin telt het geld. Even stopt ze, heft haar hoofd op en kijkt met een briefje van tien euro in haar hand naar de televisie in de hoek. Op het scherm spatten schuddende, twerkende, blubberende billen in fluokleuren haast open, op de achtergrond van het beeld ligt een bounty-strand.

"Die clip is in Ivoorkust opgenomen. Wij volgen de mode van in de videoclips. Maar de mensen komen veel minder langs dan vroeger. Het is een ramp. Ze hebben minder geld, ze vinden geen job, en er komen steeds nieuwe kapsalons bij in deze buurt. We worden ook constant gecontroleerd. Elke week passeren hier politieagenten. Ze maken een scène in het zicht van de klanten. Iedereen wordt zomaar tegengehouden. De mensen wantrouwen elkaar. De zwarten zijn bang voor de blanken. Dat is grappig, want hier wonen enkel blanken! Enkel zij kunnen de appartementen in deze buurt betalen. Wij wonen verderop in de banlieues, in het 20e arrondissement en verder. Maar overdag gaan de blanken elders werken, en wij komen hier werken. We hebben weinig contact met elkaar.”
Ze schudt haar hoofd en sist zacht met haar tong.
"Met de Arabieren hebben we wel contact. De Noord-Afrikaanse vrouwen komen hier ook voor hun haar. Het is niet omdat ze een hoofddoek dragen, dat hun haar mag stinken!”
“We zijn niet alleen bang voor de blanken, maar ook voor elkaar. De Afrikanen verklikken elkaar, voor het geld, om op een goed blaadje bij de politie te staan. Het is hier anders dan in België. Er is altijd politie, overal. Het creëert een sfeer van angst.”

Naast haar zit een fijne, kleine vrouw.  Ze kijkt geconcentreerd naar de televisie met ogen als grote, bruine plassen. Dan draait ze zich om en zucht.
 "Ik ben Parisienne, ik voel me Frans, ik voel me ook Afrikaans. Weet je, het is God die een immer ontevreden mens heeft gecreëerd. Wanneer we in Afrika zijn, willen we naar Europa. Wanneer we in Europa zijn, willen we Afrikaan worden. Het is een moeilijke zoektocht naar een identiteit tussen twee werelden. Ja, dat is soms zwaar. Maar de mens is nooit tevreden. Het is nooit genoeg.”
Ze neemt haar gsm en begint te sms’en. Plots legt ze haar gsm op haar schoot en kijkt op.
"Ik denk ook niet in termen van zwart of wit. Ik ben samen met een blanke man. Niet dat dat ooit mijn bedoeling was. De liefde heeft nu eenmaal geen grenzen. Voor mij is er geen verschil. Je wordt gemaakt door de blik van de ander. Hier in Parijs ben ik op mijn gemak. Mijn man lust graag Afrikaans eten, dat maakt het wel makkelijk. Als ik met hem naar Bretagne ga, voel ik het wel, dat ik de enige zwarte ben. In Bretagne kan je ook niet goed Afrikaans eten. Maar ook in mijn appartementsblok ben ik de enige zwarte. Ik doe de pedicure van mijn buurvrouw. Ik heb veel contact met blanken. Daarom ben ik niet bang.”
Terwijl ze spreekt trekt de vrouw de kapotte uiteindes van de vlechtjes uit haar haar. De vloer aan haar voeten wordt een tapijt van zwart kroeshaar.

"Ik heb ook een zoontje, zijn huid is zo wit als sneeuw, zijn haar is als dat van een Arabier. Wanneer ik met mijn baby in de stad loop en hij huilt luid, zeggen de mensen soms dat ik mijn bazin moet bellen. Ze denken dat ik het kindermeisje ben. Mijn vriendin wordt er kwaad van, maar ik moet er mee lachen. Nee, ik ben tevreden, ik ben hier op mijn gemak.”

De laatste coupes worden afgewerkt, de vrouwen verlaten het kapsalon. De vloer wordt geveegd, de kapsters lakken elkaars nagels, de laatste restjes haar liggen roerloos in de goot.
Buiten dringt het spitsuur zich ondertussen onverbiddelijk op. De straten vullen zich met gehaaste mensen, kinderen met stroperige monden hangen aan de stevige armen van hun moeders. Plots beginnen luide sirenes te loeien, groepjes mensen verzamelen zich rond een snackbar bij de metro-uitgang van Château Rouge. Tientallen politieagenten arriveren, ze dragen kogelvrije vesten, sommigen hebben kleine knuppels bij. Op de achtergrond flikkeren drie lichten van politiecombi’s. Ik sta op de toppen van mijn tenen, probeer over de mensenhoofden te kijken. Een zwaarbeladen Indische vrouw schudt haar hoofd. Ze roept luid in mijn oor: “Een ruzie over een gsm. Iemand probeerde een gsm te stelen.” Ze maakt wilde gebaren met haar handen. “Noord-Afrikanen. Het komt door de ramadan. Dan hebben ze zo’n kort lontje.” Een andere man kijkt achterom, onderbreekt het gesprek: “Neen, het waren geen Noord-Afrikanen, het waren blacks! De ramadan heeft er niets mee te maken!” Maar de vrouw is alweer vertrokken, in elke hand een zak die op scheuren staat.

Die avond verliest Frankrijk de voetbalmatch.

Astrid Haerens (°1989) groeide op in het Belgische Zwevegem. Ze studeerde Woordkunst in Antwerpen en kwam via Bujumbura in Brussel terecht waar ze theater maakt, schrijft en doceert. Dit verhaal kwam tot stand dankzij een schrijversresidentie in Parijs, georganiseerd door de Vlaams-Nederlandse culturele organisatie deBuren.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Bij de media heerst ziekte, journalisten stellen te weinig vragen. Fausto en Marthe van Bronkhorst komen met een behandelplan. Lees meer

Essaywedstrijd: 'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

In deze editie van Hooray for the Essay dagen we je uit om na te denken over waarheid. Reageer voor 19 januari. Lees meer

:Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen? 1

Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen?

Is politieke inmenging met kunst en esthetiek vooral iets van vroeger, en is schoonheid tegenwoordig gedepolitiseerd? Patrick Hoop schreef een essay over waarom ons huidige politieke stelsel zich mag - of moet - bemoeien met schoonheid. Lees meer

Een eerste keer

Een eerste keer

In dit erotische verhaal vraagt Jochum Veenstra zich af of het opwindend kan zijn om constant expliciete consent te vragen, en of er dan ook echte consent tot stand komt. Een eerste keer is ook gepubliceerd als audioverhaal bij deBuren. 'Als onze monden elkaar raken, lijkt de vriendschap die we bij daglicht hebben weer tot leven te komen.' Lees meer

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Mode lijkt glanzend en zorgeloos, maar er schuilt een wereld van politiek achter. Loïs Blank vraagt zich af: wie bepaalt eigenlijk welke verhalen verteld mogen worden? Wat gebeurt er met de progressieve stemmen van een bedrijf dat vooral voor de winst gaat? Lees meer

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Op 25 november is het 50 jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland. Kevin Headley bespreekt hoe de onafhankelijkheid van Suriname tot stand is gekomen en hoe het zich verder ontwikkelt tot natie: van politieke geschiedenis tot hedendaagse successen. Lees meer

Balletles

Balletles

In een rumoerig café herinnert een groep meisjes zich heel helder: 'Meisjes zoals wij leren vroeg de kunst van de onwaarneembare volharding.' In dit korte verhaal neemt Marieke Ornelis je mee in een wereld vol witte panty's, billen op een koude vloer en honingachtig vocht, terwijl de intimiteit wegsmelt onder de toneellampen. Lees meer

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

'Een begrip als integratie lijkt een middel om te streven naar een inclusievere samenleving, maar dwingt in feite minderheden om hun culturele en religieuze identiteit op te geven.' Aslıhan Öztürk legt de retoriek bloot waarmee de integratie-stok dreigend boven het hoofd van generaties migranten wordt gehouden. Lees meer

Pomme d’amour 1

Pomme d’amour

In dit gedicht van Elise Vos vinden de glazen muiltjes en kikkerprinsen uit de klassieke sprookjes hun weg tussen de HR-medewerkers en stadsduiven met verminkte pootjes. Een hoofdpersoon zoekt diens plek in de wereld, terwijl mannen dwars door de ontknoping van het verhaal heen slapen. Lees meer

Ademruimte

Ademruimte

‘Hij kon toen alleen Catalaanse woorden fluisteren en zijn wijsvinger buigen om aan te geven wanneer hij naar buiten wilde om te roken.’ In Ademruimte, van Elisa Ros Villarte, keert het hoofdpersonage terug naar haar ouderlijk huis dat gevuld is met onbekend speelgoed, bevroren maaltijden en beladen vragen. Lees meer

Wifey material

Wifey material

Wifey of wervelwind, Madonna of hoer. Marthe van Bronkhorst had gehoopt dat dit binaire denken passé was, maar helaas, de emancipatietrein blijkt op dit spoor nog steeds haperen. Ik oefen een enorme aantrekkingskracht uit op één specifiek soort mensen: mensen van wie de favoriete contactfrequentie eens in het kwartaal is. Mensen van wie de love... Lees meer

Nwe Tijd x Hard//hoofd: Maandagavond – De uitnodiging

Podcast: Maandagavond – De uitnodiging

Deze Maandagavond liep iets anders dan gepland. Of beter gezegd: precies zoals gepland, althans voor iedereen behalve Suzanne Grotenhuis. Met Freek Vielen, Ellis Meeusen en Johannes Lievens, die in de tweede aflevering van dit Maandagavond-seizoen stilstaan bij momenten die je anders aan je voorbij zou laten gaan. Lees meer

Bestel ‘Ik wil, wil jij ook?’ - briefwisseling over seksueel consent 1

Bestel ‘Ik wil, wil jij ook?’ - briefwisseling over seksueel consent

Bestel onze bundel 'Ik wil, wil jij ook?' een briefwisseling over seksueel consent Lees meer

Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man de relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is. Lees meer

Anders voel ik me zo oud 1

Anders voel ik me zo oud

In dit essay analyseert Loulou Drinkwaard de tegenstrijdige etiquetten die haar zijn geleerd of opgelegd: ‘Tussen u en jou in, zweef ik. De waarden van mijn vader in mijn ene hand en de waarheid van mijn moeder in mijn andere. Mijn oma deelt de kennis van ons moederland en ‘De Nederlander’ bepaalt wat hoort. Ondertussen vond ik een alternatief. Zullen wij elkaar vousvoyeren?’ Lees meer

:De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De zombie is een popcultuuricoon. En niet alleen tijdens Halloween! Series als The Walking Dead en The Last of Us volgen de gebaande zombiepaden. Volgens Anne Ballon hebben zombies méér narratief potentieel. In vernieuwende verhalen wordt onderzocht 'hoe wij als halfbewusten de wereld beleven, hoe we opgaan in systemen die we niet hebben gekozen, hoe we verlangen en met verlies omgaan.' Lees meer

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

We weten precies wat er in ons eten zit, maar wat dragen we eigenlijk op onze huid? Net als jij, verlangt Loïs Blank ook naar meer transparantie van de kledingindustrie. Zou die wens dan toch in vervulling kunnen komen? Lees meer

Twee dagen

Twee dagen

Rocher Koendjbiharie belicht de verschillende paden die we tijdens de aankomende verkiezingen in kunnen slaan. Kiest Nederland opnieuw voor rechts, en strompelen we verder richting democratisch en moreel verval? Of kiest Nederland toch voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar? 'Alleen fascisten zien antifascisme als een bedreiging.' Lees meer

Vergeten vrouwen 1

Vergeten vrouwen

In dit essay schrijft Anne Louïse van den Dool over vrouwelijke kunstenaars die meer dan ooit in de schijnwerpers staan. Niet alleen hedendaagse makers, maar ook opvallend veel vrouwen die rond 1900 actief waren in de kunstwereld trekken veel aandacht. Met solotentoonstellingen over Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster laten musea zien waarom juist deze kunstenaars alsnog een plek in de canon verdienen. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Steun Hard//hoofd en verzamel kunst!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe schrijvers en kunstenaars. We zijn al vijftien (!) jaar gratis toegankelijk en advertentievrij. Zo’n vrije ruimte is harder nodig dan ooit. Steun de makers van de toekomst; sluit je vóór 1 januari aan als kunstverzamelaar en ontvang in januari je eerste kunstwerk!

Word kunstverzamelaar