Asset 14

Meteorieten

Koen schrijft elke maand een verhaal. Deze keer over een middernachtelijke wandeling met buurman Piet.

Een dinsdagnacht en dikke muggen houden me uit mijn slaap. Dit zijn de overlevers. Ze verbergen zich deze winter in de kieren van mijn huis en komen ‘s nachts mijn bloed stelen. Iedere avond probeer ik hen de dood in te jagen, maar ik respecteer hun veerkracht.

Naast me slaapt L. Ergens onderaan het dekbed ritselen doorlopend haar tenen - een eigenaardigheid die zich sinds een paar weken manifesteert en die net zo mín bijdraagt aan mijn nachtrust. Het is haar vergeven - in haar onderlijf watertrappelt mijn zoon.

Dit is week vijfentwintig. Wanneer hij nu voor me stond zou ik door zijn huid heen zijn botten kunnen zien. Er groeit al haar op zijn hoofd, misschien rood zoals dat van zijn moeder en grootmoeder. Een tijdje geleden zag ik op een beeldscherm voor het eerst zijn lul. Sindsdien luidt zijn voorlopige naam Needle-dick.

Een slapeloze nacht wordt zoals altijd vergezeld door een onstilbare honger naar tabak. Omdat roken in de nabijheid van een zwangere vrouw gelijk schijnt te staan aan doodslag, manoeuvreer ik me geruisloos uit bed en loop naar het raam in de woonkamer. Sigaret, vuur en asbak hebben hun vaste plek op de hoek van de vensterbank. Ik sta hier vaker.

Wanneer ik het gordijn open zie ik dat er onder de lantaarnpaal voor mijn gebouw een man staat. Het duurt een moment voordat ik hem herken: hij draagt sportschoenen en een joggingbroek in plaats van zijn gebruikelijke blauwe pak. Zijn haar fladdert in de wind, waar het bij daglicht altijd strak achterover aan zijn schedel plakt. Maar ik twijfel niet over de gestalte: het is Pieter, mijn bovenbuurman.

Hij staat aan de stoeprand en speurt de hemel af. Zijn linkerhand rust op zijn kin, zijn rechter in zijn jaszak. Even sta ik hem zo te bekijken en overweeg op het raam te tikken maar doe het niet. Ik wil naar buiten, maar ik weet ook dat je met een zwangere vrouw geen risico’s neemt. Ik plak een briefje op de slaapkamerdeur:

Het is zeven over twee. Ik ga even naar buiten.
Volgens mij is er iets met Pieter aan de hand.
Geen zorgen. Heb telefoon bij me.
K.

PS: Heb je appeltaart niet opgegeten.
Staat gewoon nog in de koelkast naast het bietensap.

Wanneer de voordeur achter me in het slot valt, draait hij zich om en zegt halfverbaasd:
“Dag jongen.”
Ik steek mijn hand op.
“Dag Piet.”

Illustratie: Nina Mathijsen

Piet is een gepensioneerde Rembrandtplein-man. Hij vertelt me vaak over de Sterren die in zijn nachtclub over de vloer kwamen. Hoe Charles Aznavour niet boven de bar uitkwam en Piet helemaal voorover moest leunen om hem te kunnen verstaan. “Een dwerg om te zien die man, maar altijd een lekker dier bij zich.” En dan een knipoog en een verse Camel.

Hij trekt er nu met zijn tanden één uit het doosje – een handeling die me altijd aan Sean Penn doet denken - en biedt me er een aan. Ik accepteer en hij geeft vuur. Hiervoor ben ik mijn bed uitgekomen.
“Wat ben je aan het doen Piet?”
Hij richt zijn blik weer omhoog en zegt: “Meteorieten, jongen. Ik zoek de meteorieten.”
Hij inhaleert en trekt even aan zijn onderlip.
“In de krant stond dat er vanavond iets te zien zou zijn.”
Ik rits mijn jas dicht en volg zijn blik. Een dun uitgesmeerd wolkendek weerkaatst oranjegeel licht – de stad kan ook niet slapen.
“Hoe gaat je vrouwtje?”

Ik vertel hem over ritselende tenen en middernachtelijke appeltaart en haar weigering nog langer in de buurt van de magnetron te komen. Dan over de trip vorig jaar met mijn vader naar Omaha Beach en hoe ik daar een familietraditie van ga maken.

“Dat klinkt goed jongen. Dat is mooi.”
Hij kijkt me aan. “Ik heb er drie, dat weet je. Die jongste kon ik zo op m’n hand leggen. Een kruimel was het. Het is het mooiste wat er is.”
Hij trekt nog eens aan z’n sigaret en staart dan over mijn schouder in de verte.
“Totdat ze niet meer in je geloven.”

Piet woont al twintig jaar alleen, zijn kinderen bellen niet meer. Daar houdt hij zijn temperament voor verantwoordelijk – en Dat Mens, zijn ex-vrouw, ooit een champagnedame met benen waar hij nog steeds van droomt.

“Je doet je best maar ergens sla je een plank mis en dan nog één. En op een dag word je wakker in een huis zonder speelgoed en weet je dat het te laat is.”
Hij haalt diep adem. Ik zwijg.
“Je houdt van ze. Op jouw manier. Maar dat snappen ze niet altijd. Niet automatisch. Begrijp je wat ik bedoel?”
Ik knik. Ik zwijg nog steeds. Piet is geen emotionele man en hij zal dat vannacht ook niet worden. Maar hier en nu, in het schijnsel van de straatverlichting, staat een buurman met zijn ziel onder zijn arm.

Ik probeer te verzinnen hoe ik hem kan troosten maar ineens grijnst hij zijn tanden bloot en grijpt mijn schouder.
“Hoor mij nou. Gezellig Piet! Een huis zonder speelgoed… Waar haal ik het vandaan?”
Hij schudt zijn hoofd en lacht nog een beetje door. Nadat hij de Camel onder zijn schoen heeft uitgedrukt, richt hij zijn blik voorzichtig weer op de mijne.
“Zorg dat ‘ie in je blijft geloven jongen. Er bestaat een leegte die zich niet laat vullen.”

Zo staan we nog even tegenover elkaar. Dan zeg ik:
“We gaan naar het park Piet. Misschien zien we daar een paar meteorieten.”
Piet glimlacht en zegt: “Ok jongen.”

Het kleine park ligt halfduister en glooiend aan onze voeten. We staan op de brug aan de ingang.

“Verderop is een groot veld,” zeg ik. “Daar maken we de meeste kans.”

Piet knikt en we lopen een brede laan op, er knerpt grint onder onze zolen. De wind is flink aangetrokken en speelt vrij spel met boom en blad en jaspanden. Er wonen hier konijnen, maar die slapen ’s nachts in een hol onder de grond. Ik hoop op een glimp van een uil of andere roofdieren. Een vos of een wezel.
Wanneer we in het midden van het grote grasveld staan, steekt Piet zijn handen diep in zijn zakken, richt zijn blik weer omhoog en zegt:
“Meteorieten zijn heel oud. Sommigen komen van Mars.”
“En sommigen van Venus?” vraag ik.
“Nee, jongen. Niet van Venus. Uit de riem van Saturnus. Dat kan wel. Die zijn dan heel lang onderweg. Sowieso halen alleen de sterkste het. Ik bedoel, als ze uiteindelijk hier zijn moeten ze die dampkring nog door hè? Da’s ook geen kattenpis. Maar een heel klein percentage overleeft dat.”

Piet kijkt graag naar National Geographic. Dat weet ik omdat onze woningen worden gescheiden door een houten vloer en stro uit de jaren dertig.
“Het zijn een soort Lone Rangers,” zeg ik. “Altijd onderweg, ver van huis. Jarenlang…”
“Lichtjarenlang,” zegt Piet met opgestoken wijsvinger. “Een lichtjaar. Weet je hoe lang dat duurt? Dat is van hier naar Tokyo op een driewieler.”
Dat beeld blijft even op mijn netvlies hangen, dan vraag ik:
“Weet jij of hier wezels wonen, Piet?”
Hij draait zijn hoofd langzaam naar me toe en kijkt me uitdrukkingsloos aan.
“Wat?”
“Wezels. In dit park.”
“Wezels? Moet ik dat weten? Ik kom verdomme uit Betondorp.”

Zo blijven we nog een minuut of tien op het grote veld staan. Ik wijs een paar keer naar de lucht maar volgens Piet zijn het satellieten. Wanneer ik zeg dat satellieten eigenlijk door mensen gebouwde meteorieten zijn, vindt hij het tijd om naar huis te gaan.

Mail

Koen Alfons is sinds 2013 redacteur van Hard//hoofd. Hij schrijft columns en korte verhalen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer