‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler.
I.
Er stroomt een taal door mij, maar ik kan haar niet verstaan.
Ze bebloedt en bekrampt me en ik wou
dat ik haar kon instoppen.
Er is een opening, zeggen ze.
II.
Het borrelt,
het begint.
In de buik van de aarde wordt iemand wakker
met vreselijke honger.
Ze mompelt wat, rekt zich uit en dan
is het tijd.
Mensen noemen haar
een geweld dat ze niet verstaan
omdat ze alleen zien wat er sterft
en niet wat ze maakt.
Vuur raakt water
en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft
en borrelt borrelt borrelt het begint,
het begint nu echt
De aarde kliedert en valt in het water en
dat is waar alles weer beginnen mag
waar vuur plus water aarde is
aarde is
aarde is.
III.
Hij speelde gitaar en ik lag op bed.
Bloot, terwijl we nog uit me sijpelden.
Het was mooi, die muziek, meer kan ik er ook niet over zeggen.
In de buik van de aarde wordt iemand wakker
IV.
Herinnering: toen je zei dat het de andere meisjes wél altijd lukte.
V.
Ik lig op zwart zand en luister naar Mahler. De tweede symfonie, de wederopstanding, de dodenmars, de liefdesverklaring. We zijn al bij het einde, dit is waar het om draait. Bassen en tenoren, alten en sopranen, ze dansen apart en komen samen. Wat is ontstaan, zingt het koor, dat moet vergaan. Strijkers zwellen aan, mijn moeder zit op de tweede rij en ik zie haar huilen, zij weet ook wat er komt. Ze legt haar kin op de schouder van haar altviool, houvast, door blijven spelen.
Even valt alles weg en dan bouwt het weer op. Langzaam, sneller, sneller, en dan
ja
Orgel dondert, koper tettert meedogenloos, zo van: kijk maar, ik ben hier en we moeten rechtdoor.
Ik zal sterven, om te leven.
Er is geen rem meer alles blaast barst begint. Het gonst. Wat een geweld, kon ik hier maar in zwemmen, ik krijg er kippenvel van.
Een hartaanval, een laatste ademteug, een nieuw begin, een oneinde.
Het is niet klaar, nee, we hebben het bekken nog niet gehoord.
Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het tweede Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. De resultaten daarvan vind je deze en volgende week op Hard//hoofd. Frann de Bruin maakte het beeld bij deze teksten.
Dieuke Kingma (2000) is journalist en eindredacteur. Ze schrijft beeldend en associatief en draagt vaak personages aan die op een afgrond staan. Ze werkt momenteel aan een documentaire over vulkaaneiland Stromboli en de vraag hoe we moeten leven met dreiging. In 2024 ging ze mee naar het Das Mag Zomerkamp.
Frann de Bruin brengt in haar werk thema's als de belevingswereld van een mens, herinneringen, mystiek en de natuur tot leven. Haar werk wordt omschreven als filmisch en mysterieus en ze houdt ervan traditionele technieken te mixen met digitale illustratie.


















