De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Steve Biko prijkt zomaar met zijn hoofd op feestelijke posters.
Aanstaande vrijdag en zaterdag viert de Amsterdamse Transvaalbuurt het begin van de lente met een tweedaags festival op het Steve Biko-plein. Bandjes, DJ’s, lekker eten, ‘young designers.’ Als het weer meewerkt kan het een prachtig festival worden, dat zorgt voor een broodnodige culturele impuls in een nogal cultuurarme buurt. Omdat het feest nu eenmaal plaatsvindt op het Steve Biko-plein besloten de organisatoren hun initiatief “Het Feestje van Steve” te noemen. Dat werkt goed tegenwoordig: een marketingcampagne die spreekt vanuit een fictief personage. “Op 31 maart & 1 april viert Steve zijn eerste feestje.” Dat klinkt knus. En lekker hip.
Helaas waren de organisatoren kennelijk even vergeten dat de ‘Steve’ in kwestie dus Steve Biko is (je weet wel, van het gelijknamige plein) en dat Steve Biko al vijfendertig jaar dood is. Doodgeslagen in een Zuid-Afrikaanse gevangenis, welteverstaan. Het kan zijn dat ze zich daar niet bewust van waren, dat zou dom zijn, maar niet meer dan dat. Ik vrees echter dat die vlieger niet opgaat, getuige de uitermate smakeloze poster waarop het hoofd van Biko getooid wordt met een koddig feestmutsje. Wie zo’n poster laat ontwerpen en zonder blikken of blozen door de stad hangt, kan zich niet meer verschuilen achter onwetendheid.
Ik ben de kwaadste niet. Ik gun zowel de organisatoren als zeker de Transvaalbuurt een goed feestje. Ik wil ook zelfs nog wel aannemen dat hier sprake is van onhandigheid die is ingegeven door enthousiasme. Maar dat praat het grandioze gebrek aan smaak en respect niet goed. Te vaak eigenen mensen zich dingen klakkeloos en zonder enige kennis van zaken toe, maar niet alles is te verpakken met joligheid en knipogen. Excuses zouden dus zonder meer op zijn plaats zijn. En volgend jaar een andere naam. Dan hebben we het er niet meer over.