Hannah van Binsbergen schreef een waargebeurd gedicht op basis van een nacht in een kamer waar alleen een matras en een boekenkast in past.
illustratie: Anna van Dooren
Maar ongetwijfeld begrijpen jullie alles
Maar ongetwijfeld
begrijpen jullie alles en ben ik eens te meer gewoon een idioot
in een nieuw en spannend tijdperk van slapeloosheid
en daarom kan de liefde iets van mij leren.
Het plan is: iets te herkennen wat in ons
eindeloos herhaald moet worden
omdat het anders uitgevaagd is
voor het in kan dalen.
Ik ben niet alleen onder de dekens.
Er loopt een muis over mijn been.
Ongetwijfeld begrijpt hij alles en zal ik
mijn hele leven een klaploper blijven
in een buurt waar niemand iets anders doet dan
bloemen verplaatsen die in ons moeten herhalen
wat uitgewist werd voordat zelfs aan ons bestaan gedacht werd.
De kleur van een iris scheurt iets in je ogen
geen boeket kan je dat leren zien.
Ik lig in bed en kijk naar het golven van de kastdeur
'de dingen zijn zo stabiel nog niet!'
en ga met een gerust hart slapen.
Neemt niet weg
dat ik meer van je houd dan de anderen.
Dat je de liefde beter kunt leren
in de rafelige greep van de weemoed
terwijl snikken het lied onderbreken.
Het echte gesprek van de dag is niet wat je je voorstelt.
Het is het complot dat de kunst verstaat onthuld te worden,
de kunst van het opgeven van het centrum en
het einde van de achtergrond.
Als het koud is, zien we spoken.
Als het warm is, kunnen we niet nalaten aan onszelf te likken
omdat het kwaad is wat ons lichaam uit zichzelf verdrijft.
De stem van de omroeper was het spook dat onze economie zo lang beheerst heeft.
De stem van de omroeper is het beeld van de liefde, en tijden van liefde
zijn tijden van kunst. Het is belachelijk een stem te bekritiseren die zo veel huishoudens
gelukkig hield. Heldere ideeën waren het dagelijks brood voor iedereen met een radio.
Het is onredelijk hoe veel tijd je doorbrengt in de valstrik van de simpelste beslissingen!
Het lied van de omroeper laat ons herhalen
waarvan we hopen dat het in ons nog herkend kan worden.
Er is geen centrum, alleen omgeving;
al het andere moet een gift zijn.
-
Hannah van Binsbergen (1993) studeert filosofie aan de universiteit van Amsterdam. Ze publiceert regelmatig in literaire tijdschriften als Tirade, Samplekanon en DW B, en zit in de redactie van grafisch-literair tijdschrift Slang. Daarnaast treedt ze op op diverse podia in Nederland en België. Haar debuutbundel verschijnt in 2015 bij uitgeverij Van Oorschot.