Asset 14

Dertig is doomsday

Het leek al wat laat voor een radicale verandering, maar Joyce besloot vroedvrouw te worden: "'Wat doe jij?', 'Ik ben vroedvrouw.' Bam! Ik dacht: je kunt alles leren." Toen ging alles mis.

Als dertienjarige legde ik het eindexamen piano van de muziekacademie af in een roze ballettutu. Een idee van de juf, dat verkleden. De keuze voor het balletpakje kwam van mij: ik had vijf jaar klassiek ballet gedaan, dat pakje had ik toch al in de kast liggen. Op een foto uit die periode zie je een groep meisjes op het podium hun handen naar beneden richten. Behalve ik, die ze in de lucht steekt, een halve tel te laat in de choreografie.

Ook in de pianoles, waar ik me net zoals het ballet gedurende vijf jaar iedere week naartoe sleepte, was ik niet bepaald een uitblinker. "Jaws", zo sprak de pianojuf mijn naam uit, "Jaws, waarin ga jij je verkleden voor het eindexamen?" De bandjes van de roze tutu sneden in mijn schouders. Ik was dertien en stond als versgedraaide boterhamworst op een podium. De oudste van de groep op het laagste niveau. Het makkelijkste menuet van Bach. Het eerste okselhaar. De laatste keer dat ik een piano aanraakte.

Dertig is doomsday. Dertig is deadline. Dertig is bijna dood.

Vier jaar geleden was ik 28. De leeftijd waarop veel mensen het stadium van aan de weg timmeren zo goed als ontgroeid zijn. Ik deed administratief werk op een stoffig kantoor van een milieuorganisatie. Tegenover mij zat een collega die haar opgebruikte theezakjes opstapelde aan de voet van de sanseveria op ons bureau. Ooit zou er compost van komen, beloofde ze. Terwijl ik keek naar de pluisjes die door het zonlicht dwarrelden, besefte ik dat dit niet de carrière was die ik voor ogen had gehad. Ik had er nooit echt een voor ogen gehad, maar deze was het niet. Als ik mijn leven wilde omgooien, dan moest het nu gebeuren. Voor m’n dertigste. Dertig is doomsday. Dertig is deadline. Dertig is bijna dood.

Een stiel leren, dat kon mijn redding zijn. Ik overliep mijn opties, en na boekbinden, documentairemaken en biolandbouw te overwegen, besloot ik dat ik verloskundige wilde worden. Vroedvrouwen waren in mijn ogen praktisch en zelfzeker. Vrouwen die te allen tijde koelbloedig bleven. “Wat doe jij?”, “Ik ben vroedvrouw.” Bam! Ik dacht: je kunt alles leren.

Beeld: Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen in Rotterdam, 1914. Nationaal Archief/Spaarnestad Photo

Vroedkunde, meer dan borstvoeding

Rond diezelfde tijd stuurde ik sms’jes heen en weer met Vogel, een danser die ik via Facebook had leren kennen. Ik dacht na over hoeveel minuten er minstens moesten verstrijken tussen zijn bericht en mijn antwoord. Hij was aan het repeteren in Leipzig met een beroemd dansgezelschap. Ik probeerde te berekenen hoe frequent je kunt sms’en als je het druk hebt. Aan het begin van de herfst kwam hij terug. De inschrijvingen voor het academiejaar waren net geopend en ik schoof bij in de rij tussen meisjes die gemiddeld tien jaar jonger waren dan ik. Vogel dacht dat een vroedvrouw hetzelfde was als een onthaalmoeder, waar ik hard mee lachte. De wereld van de vroedkunde was meer dan baby’s en borstvoeding, legde ik uit, ik kon bijvoorbeeld ook hulpverlener worden bij Artsen zonder Grenzen. Het is een erg nuttig beroep, zei ik, en ik hoopte dat hij zou inzien dat dansen dat niet was. Dat ik geen vroedvrouw werd uit onmacht tot iets beters of hogers, maar uit oprecht idealisme. Af en toe dook hij op en verdween dan weer. De nachten waarop hij bleef, klampte ik me vast aan de rand van het bed. Het bed leek metershoog en helde opzij. Ik zou eraf rollen en te pletter storten.

"Hier kunnen we vast iets mee doen", zei hij. "Het is… een begin."

Een Brussels theatergezelschap had subsidies gekregen om kansarmen te laten participeren in theater. Tenminste, dat was de officieuze doelgroep, op papier was ‘iedereen onder de dertig meer dan welkom’. Ik meldde me aan zonder het Vogel te vertellen. Het podium werd bevolkt door mooie jonge mensen en nog wat pummels van mijn leeftijd. Tijdens het eerste groepswerk moesten we werken rond ‘onze generatie’. We zouden een dansimpressie maken. Ik wist niet wat ik wilde vertellen over mijn generatie, maar ik wierp me op de grond, bewoog me sidderend voort en brulde. Ik vond dat het publiek mocht beoordelen welk onrecht ik uitschreeuwde. De regisseur knikte en dacht misschien aan zijn subsidies. “Hier kunnen vast iets mee doen”, zei hij. “Het is… een begin.”

In november viel de eerste sneeuw. Een maand later verdween Vogel uit mijn leven. Ik dacht lang na over sms’jes die ik uiteindelijk niet stuurde. Ik deed examens, repeteerde voor het theaterstuk en verder was er niets dan kerst. In januari bleek dat ik geslaagd was voor de theoretische vroedkundevakken. Bij het theaterproject hadden de mooie jonge mensen inmiddels afgehaakt, het groepje dat overbleef was precies de doelgroep waar subsidies voor bedoeld zijn, en waar ik nooit meewarig over zou doen als ik er nu zelf niet tussen stond. In februari dacht iedereen dat het lente was omdat de zon te veel scheen voor de tijd van het jaar. Ik zaaide gras waarvan de kiemen later kapotvroren en stopte bloembollen in de grond.

Een witte boterham en cola

Begin maart ging ik op stage in het ziekenhuis. Het was hondsvroeg en ik kwam met een lege maag op de afdeling verloskunde aan. In het enorme witte broekpak dat we van school hadden gekregen, meldde ik me bij de balie. Ik zag een vlek op mijn broek; op een feest de week ervoor had ik het pak gebruikt om me te verkleden in wie ik binnenkort zou worden.

De hoofdverpleegster duwde me in een piepklein kamertje waar het veertig graden was. Ik zag een jonge vrouw op haar zij liggen met haar rug ontbloot. Een dikke naald boorde zich in het vlees van haar onderrug en werd een heel eind in het merg geduwd. Eerst viel mijn gehoor weg, toen kwam de misselijkheid. Niet lang daarna zag ik niks meer. Toen ik mijn ogen weer opende lag ik in een bed met mijn benen op twee kussens. Ik kreeg een witte boterham en cola.

De vader was erop gebrand dat het kind op een rond uur ter wereld kwam

Later op de dag moest ik assisteren bij de bevalling van de vrouw die nu van onderen verdoofd was. Ze was 27 en toe aan haar derde kind. Ze ving de weeën op alsof ze bij de kapper zat en wachtte tot de conditioner ingetrokken was. De vader was erop gebrand dat het kind op een rond uur ter wereld kwam, wat bij de vorige twee kinderen op enkele minuten na niet gelukt was. Hij keek geconcentreerd naar de klok. Ik tuurde met hem mee naar de wijzers die voortkropen.

Ik dacht aan Vogel. Ik stelde me voor dat wij een kind kregen en dat hij aan het barensbed zat. Hij zou zo’n vader zijn zoals in mijn leerboek stond: hij zou een koel kompres op mijn voorhoofd leggen en mijn pijn verzachten met drukpuntmassage. Om precies 15.00 uur baarde de vrouw een blauwig jongetje. De vader deed een high-five met de verloskundige. Ik struikelde en liet toen de blauwe zak waarin uitwerpselen en andere excreties verzameld werden uit mijn handen glippen.

Osama dood en Vogel gevlogen

In april verwarmde de lentezon de grond, dit keer echt. Ik zaaide gras dat kiemde, de bloembollen hadden de vorst overleefd en kwamen uit: eerst de narcissen en daarna ook paarse krokussen. Ik belde Vogel. Hij nam niet op. Ik sprak een mop in op het antwoordapparaat en besefte te laat dat hij het was die mij die mop had verteld.

In mei werd Osama Bin Laden vermoord. Volgens de president van Amerika was de wereld nu een betere plek. Hij was opgelucht zei hij, en dat gevoel deelde ik: om het cursusmateriaal van de opleiding deed ik een touwtje en legde het pakket bij het oud papier. Zou iemand het merken als ik niet meer opdaagde op mijn stageplaats? Ik besloot van niet. Onder de kast in de keuken vond ik een plastic spuitje van 5cc met de naald ernaast. Het oefenen in een sinaasappel had ik maar één keer geprobeerd.

Het was een maandag in juni en over drie weken zouden we ons theaterproject opvoeren. De affiches waren gedrukt, de zalen vastgelegd. In het cultuurkatern van de krant die dag stond het hoofd van Vogel paginagroot afgebeeld. In het bijbehorende interview vertelde hij dat hij ‘nu eindelijk’ een vriendin had. Een fotomodel-actrice uit New York. Ik zette thee en las de krant uit, helemaal van voor naar achter. Er was nog steeds geen regering, maar dat hoefde ook niet echt. Plots zag ik het voor me: mijn vrienden die met plaatsvervangende schaamte naar mij zouden komen kijken in een buurtcentrum in Deurne-Zuid. Ik, de tragische heldin in een sociaal stuk dat later in recensies als ‘moedig’ en ‘authentiek’ omschreven zou worden. Ik nam de telefoon, belde de regisseur en zei dat ik niet meer meedeed. Vervolgens schilde ik aardappels voor het avondeten. Met Vogels hoofd bekleedde ik de bodem van het emmertje voor groenafval, daarin schoof ik de schillen.

-

Dit artikel verscheen in het kader van onze faalweek

Mail

Joyce de Badts is Hard//hoofd-redactielid.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer