Als wij gewone stervelingen naar beroemdheden kijken, hebben we de neiging om alleen het perfecte plaatje te zien. Maar iedereen is een mens, en een zorgeloze weg naar succes bestaat niet. De faalverhalen (of pechpassages) van genieën bieden troost, relativeren onze eigen zwakheden en zijn leerzaam. Hier een selectie van de mooiste mislukkingen die een paar van de meest legendarische kunstenaars, politici en legers moesten verwerken, verbeeld door onze illustratoren. (tekst: Rutger Lemm)
1. De Romeinen
De Romeinen werden steeds weer door koning Pyrrhus verslagen. (Illustratie: Floris Solleveld)
We beginnen in het jaar 280 voor Christus. De bewoners van de stad Rome hadden zich in de eeuwen hiervoor langzaam ontpopt tot een volk met een enorme veroveringsdrift. Een groot deel van het Italiaanse schiereiland was reeds in hun handen, maar de Griekse koloniën in het zuiden bleven nog lang onafhankelijk. De stad Tarente was de eerste horde. Deze riep de hulp in van koning Pyrrhus van Epirus, een van de laatste machtige Griekse heersers. Hij greep de kans dan ook beide handen aan, en bemande al zijn schepen met een enorm leger (waaronder twintig olifanten).
Dit was een botsing tussen de oude en de nieuwe orde in het mediterrane gebied. De Grieken wonnen met veel moeite de slag bij Hereclea. Maar de Romeinen waren koppig en weigerden vrede te sluiten. De strijd werd een jaar later voortgezet bij Asculum, en opnieuw werden de Romeinen nipt verslagen. Pyrrhus leed echter zulke grote verliezen, dat hij volgens de historicus Plutarchus op felicitaties zou hebben geantwoord: “Als we nog een veldslag winnen, gaan we eraan ten onder!” In 275 voor Christus deed hij nog een laatste poging om de Romeinen te overwinnen, maar de slag eindigde onbeslist en Pyrrhus keerde terug naar Griekenland. De Romeinen hadden hem verslagen zonder hem te verslaan. Sindsdien heet een nutteloze of zelfs schadelijke zege een pyrrusoverwinning.
De Romeinen veroverden in de eeuwen erna grote delen van Europa, Afrika en een derde continent naar keuze. Pyrrhus werd steeds minder populair onder zijn onderdanen. Toen hij in 272 voor Christus tijdens een overwinningsparade door de stad Argos reed, gooide een vrouw een dakpan op zijn hoofd. Hij overleed aan zijn verwondingen.
2. Michael Jordan
Jordan miste ook wel eens. (Illustratie: Wouter van der Vegt)
De grootste basketballer aller tijden werkte in de jaren negentig mee aan een Nike-campagne over falen. Dit was de slogan: “I have missed more than 9,000 shots in my career. I have lost almost 300 games. On 26 occasions I have been entrusted to take the game winning shot, and I missed. I have failed over and over and over again in my life. And that is why I succeed.” Tijdens deze campagne vertelde hij ook uitgebreid hoe hij op de middelbare school uit het basketbalteam werd gezet. Dat bleek later niet helemaal waar te zijn, en aldus faalde Jordans geheugen. Later maakte hij nog een flinke modeflater door zich een Hitler-snorretje aan te meten. Maar hij blijft de coolste man ter wereld, met een glimlach die je een warm gevoel van binnen geeft.
3. Ludwig van Beethoven
Beethoven was moeilijk in de omgang. En doof. (Illustratie: Liesbeth de Feyter)
“It had been a wonderful evening and what I needed now, to give it the perfect ending, was a little of the Ludwig Van,” zegt de sadist Alex in A Clockwork Orange (1962) na een avond vol geweld. De man die zijn perfecte agressiesoundtrack schreef, was echter bijna door pech overmand geweest. Beethovens vader wilde een wonderkind à la Mozart van hem maken, om zijn familie uit hun armoedige omstandigheden te helpen. Hij was een dronkaard die zijn zoon soms midden in de nacht wakker maakte om piano te spelen voor zijn kroegmaats. Zijn jeugd was vergelijkbaar met die van een andere tragische muziekheld, Michael Jackson. In 1787 vertrok Beethoven vanuit zijn woonplaats Bonn naar Wenen om les bij Mozart te nemen, maar moest terugkeren toen zijn moeder ziek werd. Vijf jaar later verhuisde hij alsnog naar de Oostenrijkse hoofdstad, maar toen was Mozart net overleden.
Beethoven was zeer getalenteerd, maar een onmogelijke man. Hij was rommelig, chagrijnig en ongelofelijk lelijk. Weinig mensen mochten hem. Zijn eigen leermeester Joseph Haydn deed zelfs een poging om de publicatie van een van zijn eerste pianotrio’s tegen te houden. In 1801 bleek dat Beethoven langzaam doof aan het worden was, een ramp voor een componist. In 1819 hoorde hij niets meer. Daarnaast leed hij aan talloze andere kwalen. Toen hij in 1824 zijn beroemde 9e symfonie voltooide, moest hij op de première naar het publiek gedraaid worden om te zien dat er voluit geapplaudisseerd werd. Drie jaar later overleed hij. Ondanks zijn vele tegenslagen en de afkeer die hij opriep bij de gevestigde orde, bleef Beethoven eigenzinnig. Hij zou ooit gezegd hebben: “Er zullen altijd duizend prinsen zijn, maar er is maar één Beethoven!”
4. The Beatles
Ze waren er bijna niet geweest. (Illustratie: Wouter van der Vegt)
Nee, toch niet ook The Beatles? Ja, ook The Beatles. Het lijkt alsof alles wat deze ongelofelijk getalenteerde groep aanraakte in goud veranderde, maar ook zij hebben afwijzing gekend. Vele afwijzingen zelfs. In het begin van hun carrière moest niemand iets van ze hebben. Volgens schrijver Malcolm Gladwell is hun succes grotendeels te danken aan het feit dat The Beatles in 1960 per toeval werden gevraagd om in Hamburg in nachtclubs te komen spelen. Deze optredens duurden soms wel zes uur, wat een nieuw soort creativiteit van de jonge groep vergde. In 1962 regelde hun manager Brian Epstein een auditie bij Decca Records. Ze werden afgewezen, en de baas van het label zei: “The Beatles hebben geen toekomst in de showbusiness.” Gelukkig sloeg de band dit goedbedoelde advies in de wind.
5. Junot Diaz
Het gekmakende getal 75. (Illustratie: Wouter van der Vegt)
Schrijvers falen voortdurend. Het creëren van fictie lijkt een van de zwaarste beroepen ter wereld te zijn, waarbij de eenzame woordenstrijd vaak miskend wordt door de buitenwereld. Welke succesvolle schrijver is echt gelukkig? De Franse schrijver Michel Houellebecq zei het al: “Schrijven is lijden.”
De Dominicaanse Amerikaan Junot Diaz had een grote roman voor ogen. Na zijn eerste geprezen verhalenbundel Drown (1997) probeerde hij wanhopig om deze droom te volbrengen. Hij leed niet aan writer’s block, schreef heel veel, maar kwam niet verder dan 75 goede pagina’s. Dit hield hij vijf jaar vol. Vijf jaar zonder enige vooruitgang. Op dat moment besloot hij dat het beter voor zijn mentale gezondheid was om van beroep te veranderen. Zijn vriendin raadde hem aan een lijst te maken met zijn andere talenten. Hij schreef drie dingen op en meldde zich aan voor een opleiding. Al huilend borg hij zijn manuscript op in een doos en negeerde alles wat met literatuur te maken had.
Op een nacht, een maand voor hij terug naar school zou gaan, pakte Diaz de doos uit de kast. Hij hoopte dat het nu wel zou kloppen, maar het was nog steeds verschrikkelijk. Hij legde de 75 acceptabele pagina’s apart en begon tegen al zijn gevoel in weer met schrijven. Het leverde geen plotselinge wonderen op. Diaz voelde zich nog twee jaar doodongelukkig, waarna hij eindelijk een kleine doorbraak beleefde. Het kostte nog drie jaar om het te voltooien. “Ik weet nu dat schrijven niet gaat over talent of over succes. Het gaat erom dat je er ook mee door blijft gaan als de situatie hopeloos is.” Voor The Brief And Wondrous Life Of Oscar Wao (2007) won hij de Pulitzer Prize.
6. Winston Churchill
Churchill druipt af. (Illustratie: Floris Solleveld)
De meest geciteerde man aller tijden lijkt nu een volmaakte carrière te hebben en een model-Brit te zijn, maar dat valt tegen. In 1940 volgde hij Neville Chamberlain op als premier van Groot-Brittannië. Chamberlain had in 1938 met het verdrag van Berlijn een compromis met Hitler gesloten dat uiteindelijk tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zou leiden. Het beeld van Chamberlain die triomfantelijk uit het vliegtuig stapte, en voor de pers zwaaide met Hitlers valse beloftes, staat sindsdien symbool voor het onderschatten van de Duitse agressor (en is misschien wel de grootste fail van de Europese geschiedenis). Churchill koos voor een standvastige tactiek, bleef inpraten op Amerikanen om zich in het conflict te mengen en zag uiteindelijk hoe Hitler verslagen werd.
In 1945 was Churchill dan ook enorm populair onder het volk. Het leek erop dat hij de algemene verkiezingen van dat jaar niet kon verliezen. De Conservatieven werden echter ruim verslagen door de Labourpartij, een resultaat dat historici nog steeds verbaast. De algemene opinie was dat Churchill in zijn speeches te veel op oorlog gericht was, en niet op zijn eigen land. Churchill reageerde met een zowel luchtige als ironische opmerking: “That’s democracy.” Maar later zou hij zeggen: “Succes is niet definitief, falen is niet fataal; het is de moed om door te gaan die telt.” In 1951 werd hij alsnog herkozen als premier.
7. Louis C.K.
Het was doodstil bij het eerste optreden van Louis. (Illustratie: Merlijn van Bijsterveld)
Nu algemeen beschouwd als de beste stand-up comedian van het moment, met een eigen succesvolle TV-serie (Louie) en fans over de hele wereld. Maar het allereerste optreden van Louis C.K. ging niet goed. “Er heerste een doodse stilte. Het was verschrikkelijk.” De tweede keer gebeurde hetzelfde. Langzaamaan ging het beter, en zijn carrière kwam van de grond. Maar eind jaren tachtig sloeg alles om. Louis kreeg een motorongeluk en in dezelfde week sloten een aantal grote comedyclubs hun deuren. De comedyboom leek voorbij te zijn. “Er zat soms letterlijk niemand in het publiek, maar dan dwongen ze je toch om je set te doen, omdat er misschien nog mensen binnen zouden komen en er dan wel iets aan de gang moest zijn. Dan stond je dus echt je grappen voor een lege zaal te doen.” Louis was straatarm, en leefde tussen de vuilniszakken en vieze borden. In 1993 hield Saturday Night Live een showcase om talenten te spotten. Het was een laatste kans voor comedians. Louis had een goed optreden, maar werd als enige van die avond genegeerd door de programmamakers.
Toch kreeg hij een baan als schrijver voor de nieuwe talkshow van Conan O’Brien, en langzaam bouwde hij een solide bestaan op. In 2001 kreeg hij zelfs de kans om de comedyfilm Pootie Tang te regisseren. De film werd een enorme flop, en Louis werd ontslagen voordat de film voltooid werd. Zijn huwelijk liep op de klippen. Maar in 2007 besloot hij om het falen voortaan te omarmen. “Als je het heel moeilijk hebt gehad, maar het wel hebt gered, dan ben je niet meer zo bang voor zware tijden.” Hij gooide al zijn bestaande comedymateriaal weg en besloot om elk jaar opnieuw te beginnen. Zijn materiaal ging nu vaker over zijn eigen mislukkingen en angsten, wat hem een enorme respons opleverde.
Ook nu hij eindelijk het grote succes heeft bereikt, maakt hij het zichzelf graag moeilijk. “Ik wil zien hoe ik me uit een onmogelijke situatie red.” Als hij dingen wil uitproberen, maar het publiek te enthousiast is, begint hij vaak expres met een slechte grap. “Je leert alleen maar iets tijdens rotmomenten. Je moet bereid zijn om het niet naar je zin te hebben. Mensen die zich een ster willen voelen en het gevoel willen hebben dat alles altijd maar lukt, zullen nooit beter worden. Maar als je bereid bent om je slecht te voelen, om een mislukte, saaie versie van jezelf aan de wereld te presenteren, dan kun je tussen de troep dingen vinden die heel nuttig zijn.”
8. J.K. Rowling
Rowling was straatarm. (Illustratie: Wouter van der Vegt)
De schrijfster van de Harry Potter-boeken vertelde in haar Harvard-speech van 2008 uitgebreid over haar falen. Zeven jaar na haar afstuderen had ze in elk opzicht “episch gefaald”. Haar huwelijk was mislukt, ze was een werkeloze alleenstaande moeder, en zo arm als je kunt zijn in het moderne Engeland zonder dakloos te zijn. Dit was een donkere periode, met slechts een sprankje hoop. Maar omdat het falen alle overbodige ballast wegnam, kon Rowling niets anders doen dan dat wat ze het belangrijkst vond: schrijven. Als ze ergens anders in was geslaagd, had ze nooit dit doorzettingsvermogen gevonden. Ze voelde zich vrij omdat haar grootste angst was uitgekomen, en ze nog steeds in leven was. Haar eerste Harry Potter-boek werd vele malen afgewezen, maar dit deed niet veel pijn meer. De rest van het verhaal is bekend.
Rowling: “Het is onmogelijk om te leven zonder in iets te falen, tenzij je zo voorzichtig leeft dat je net zo goed nooit had kunnen leven – in dat geval faal je constant. Falen heeft me meer zelfvertrouwen gegeven dan het slagen voor tentamens (…) Het leven is geen checklist voor het verkrijgen van vaardigheden of prestaties. (…) Het leven is moeilijk, en ingewikkeld, en niemand heeft er controle over, en de bescheidenheid om dat te beseffen zal je in staat stellen om de wisselvalligheden te overleven.”
Dit artikel verscheen in het kader van onze faalweek