Hoewel de aandacht voor de oorlog in Oekraïne, die al twee jaar woedt, lijkt af te zwakken, blijft kunstenaar Rob Voerman (1966) onverminderd betrokken. Sophia Bustin vraagt zich af wat geëngageerde kunstenaars precies doen en betekenen voor de maatschappij en gaat daarom bij hem langs. In zijn studio vertelt Voerman over het prille plan voor zijn project in Oekraïne en over de afgelopen reis ernaartoe.
Omringd door maquettes van desolate plekken, wanden vol gereedschap en een ets van Constant Nieuwenhuys, ben ik geraakt door zijn betrokkenheid. De kwetsbaarheid waarmee hij dit onderwerp benadert, laat mij zien dat hij diep begaan is met de mensen in Oekraïne. In deze ruimte neemt het project langzaam vorm aan, als een krachtige getuigenis van het conflict en haar invloed op mens en samenleving.
Voerman vertelt over zijn voornemen om een performatieve installatie te bouwen in de ruïnes van Izyum, een stad die zwaar is getroffen door de oorlog. Samen met een Oekraïense documentairemaker, die nog niet is aangesteld, wil hij het proces vastleggen. Het unieke aan het project is dat de lokale bevolking zelf de inhoud van de installatie zal bepalen, waardoor het uiteindelijk kan fungeren als een klein 'historisch museum' - een plek om de verhalen van de inwoners te vertellen.
Weer thuis groeit mijn nieuwgierigheid. Een mailwisseling volgt. Ik stel Rob Voerman vier vragen.
Hoe zie jij je rol in het project?
Vaak sta je als kunstenaar niet echt op de voorgrond, dus om zo gefilmd te worden is nieuw voor mij. Ik ben binnen dit project de initiator en wil de mensen in Izyum de gelegenheid geven om hun verhaal te vertellen. Ik zie mijn rol als dienend. De documentairemaker zou ik veel vrijheid willen geven qua scenario en beeld. Ik sta helemaal aan het begin van dit plan en heb zelf nog geen ervaring in het maken van een film of documentaire en zal dan ook nauw met de filmmaker samenwerken. Veel zal ik nog moeten uitzoeken. Ik moet ervaren wat bij me past en waar ik me prettig bij voel.
Waarom voel je je geroepen om deze rol op je te nemen?
Tijdens mijn reis ben ik erg geraakt door de verhalen van de mensen in Izyum. Ze gaven mij het gevoel dat ik welkom was en ik merkte dat ze heel graag wilden vertellen over hun ervaringen. Ik ben altijd geëngageerd geweest en ben geïnteresseerd in wat kunst en cultuur kan betekenen, ook in situaties van crisis. Ruïnes zijn een terugkerend verschijnsel in mijn kunst als ruimtes waar ik mijn werk in én doorheen bouw. Als een leeg blad waar weer een nieuwe wereld in kan groeien.
Rob Voerman lijkt in zijn werk een spoor na te laten van architecturale verwondering. Wat eerst een lege, haast verlaten plek lijkt, krijgt in het werk van Voerman betekenis als sociale ruimte. Een ruimte waar mensen ontmoeten en waar gebouwd kan worden. Dit doet denken aan een andere Nederlandse kunstenaar, een van zijn inspiratoren, namelijk Constant Nieuwenhuys. Waar Constant in de vorige eeuw speelplekken voorzag voor de mens die zichzelf moet terugvinden in een alsmaar toenemende technologische wereld, geeft Voerman bestaansruimte aan de mens die zichzelf moet herpakken in een wereld waar die ruimte is afgepakt door kapitaal en de destructieve mens.
Voerman’s engagement, en het herpakken van ruimte, is terug te zien in zijn projecten als The Exchange in Sonsbeek, waar hij nepbankbiljetten ontwierp die letterlijke ruimtes in de natuur van in Celebes Indonesië representeerden. Door het verkopen van deze ‘nieuw ontworpen’ biljetten heeft Voerman en zijn team echt geld opgehaald voor een natuurbeschermingsproject op het eiland Celebes in Indonesië. Het project maakt inzichtelijk hoe kapitaal en natuurdestructie samenhangen. Wie het geld heeft bepaald wat er gebeurt met de natuur. Ook het project Exchange in Watou in Suriname, een gelijkend project als dat in Sonsbeek, schijnt licht op het verband tussen geld en natuurbehoud -of destructie. Ook hier creëerde hij ‘bankbiljetten als kunstvoorwerp’.
Voerman vertelde hij mij eerder al in zijn studio dat hij er bewust van is dat hij toch een soort ‘buitenstaander’ is bij dit soort projecten. Hij kraakt tijdens ons gesprek de kritische noot over Exchange in Watou: een witte man in Suriname die mensen informeert over macht en geld, kan dat wel? Zijn antwoord: ja, zolang hij zich op de achtergrond houdt en het project laat ontstaan vanuit de mensen. Zijn bouwwerken en installaties fungeren dan als ‘host’ voor het verspreiden van de boodschap van de inheemse gemeenschappen. De uitgifte en verkoop van de biljetten als symbool voor de verhouding van geld en de macht over het gebied speelt daarbij een rol om mensen aan het denken te zetten over de rechten van de inheemsen, die vaak een andere filosofie hebben op ‘bezit’ dan de mensen die handelen binnen een westers systeem. Hij werkt hierbij samen met lokale stichtingen en denkers.
Ook bij het project in Oekraïne kunnen kritische vragen worden gesteld. Hebben de Oekraïners profijt van een kunstwerk in de ruïnes? Hebben de Oekraïners profijt van de inmenging van Voerman? Het credo van Voerman blijkt: als je de mogelijkheid hebt om iets te betekenen voor anderen, doe je dat. Een dappere onderneming. Geëngageerde kunst vereist sensibiliteit en een goed inschattingsvermogen om de complexiteit van ernstige conflicten niet toe te laten nemen. Inmenging bij een bevolking in conflict kan onbedoeld ook tot verdere escalatie leiden of uitwaaiering van het conflict. Het lijkt erop dat samenwerking het overkoepelende gebeuren is wat het werk van Voerman relevant maakt voor de gemeenschappen die hij ontmoet. Deze samenwerking, die van een afstand gezien zou kunnen worden als ‘ijdele bemoeienis’, vormt in zijn werk idealiter tot ‘oprechte ontmoeting’, ondanks dat hij nog steeds ‘de kunstenaar’ is. Een dunne lijn die Voerman tot nu toe lijkt te kunnen bewandelen.
Je vertelde dat het contact met de mensen die je ontmoet erg belangrijk is voor je werk, hoe uit zich dat in het project in Oekraïne?
Ik wil een plek creëren waar mensen naartoe kunnen, kunnen herdenken, verhalen kunnen vertellen.
Bij het maken van mijn installaties helpen mensen vaak mee, die mensen huur ik in. Betrokkenheid is dan erg belangrijk. Ik kijk wie er sterk meevoelen en die personen haal ik binnen.
Het blijft altijd een proces dat enigszins onvoorspelbaar is en waarbinnen je moet anticiperen. Intuïtie en betrokkenheid zijn dan erg belangrijk.
Bij voorgaande projecten was er bewust contact gelegd met mensen die mee kunnen werken. In Izyum is het tot dusver puur toeval geweest. Spontaan kwam ik in contact met de directrice van het historisch museum. Daarnaast merkte ik dat men graag hun verhaal wilde doen over de Russische bezetting.
Dan is één en één samen twee. Ik zie dan al snel een tijdelijk mini-museumpje en ontmoetingscentrum en het optekenen van verhalen voor me. Toeval, ja… maar je moet dan wel de mogelijkheden zien…
Wat levert het project op voor de mensen die je hebt ontmoet in Oekraïne?
Allereerst kunnen zij hun verhalen vertellen en op deze manier de wereld inbrengen. Zo’n documentaire kan op heel veel plekken getoond worden. Het kan hoop geven. En mensen daar kunnen ook geld verdienen door mee te helpen. Er is daar heel weinig werk. Ook geld inzamelen is een mogelijkheid. Het project bestaat uit het bouwen van een ‘gemeenschappelijk gebouw’ waarvan het bouwproces vastgelegd wordt op film. Zowel de documentaire als het gebouw zijn de uiteindelijke werken. Het hoofdwerk is echter de documentaire.
Heel utopisch gedacht… wellicht kan het gebouw een eerste stap zijn voor een toekomstig historisch museum in Izyum, waarin de oorlog wordt herdacht.
In een tijd waarin oorlog wordt gezien als een ‘ver van ons bed show’ en als machtsstrijd van hogere politieke krachten, en een tijd waarin activistische kunst soms meer draait om het winnen van politieke standpunten dan om het alledaagse leven, voelt het alsof Voermans werk ons herinnert aan de noodzaak om de menselijke verhalen achter conflicten te blijven zien en horen.
De foto's bij dit artikel zijn gemaakt door Rob Voerman.
http://www.robvoerman.nl/