In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’
I
Met een droogborstel schrob ik alles wat ik niet meer herken van me af
Schilferende boombast geleedpotige vervelling
Wat tevoorschijn komt glanst als oestrogeenhuid
Wat tevoorschijn komt ligt roerloos als salamander
Op een door zonlicht verwarmde steen
Als ik kon weerkaatsen was ik ultraviolet
Als ik kon weerkaatsen zag ik mezelf pas in het blauw
Dat de tong kleurt na het slikken keer op keer
Wanneer iemand vraagt hoe het voelt fluister ik over niet-waarneembare
Eelthanden die het zacht van mijn lichaam boetseren en het roert me
Tot tranen dat mijn lichaam de juiste richting opgroeit
Zoals brandnetels over menselijke achterblijfsels heen groeien en ik
Als voedingsbodem op vochtig mos kan blijven liggen tot ikzelf bruiniggroen
Nu druppel ik sint-janskruidolie in mijn palm voor het oplossen van een gezicht
Dat ik niet langer draag soms mis ik de vanzelfsprekendheid van verfraaiing
Het routineuze van poeder, blos, wimperverf, het tekenen van sproeten
Ik lees in iedere moedervlek een kus van een geliefde uit een vorig leven denk
Aan de kunstenaarshanden van mijn vriend
Mijn vingers verstrengelen in de vorm van een kom voor hun zelfgeknipte haar ik wens hem
Inktvlekken en een rode maan schiet een afbeelding van twee naar elkaar toegroeiende stammen
Alsof enkel schimmeldraden niet voldoet
Ik benijd het ondergronds van dit netwerk verzend de afbeelding bovengronds ik
Aanschouw ons in de weerspiegeling andersoortig leven
Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een
Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel
ik wist niet hoe lieflijk iets vervormt tot het past in de palm
II
Zoutkristal kleurt de pagina hoe wij leven als een
Doorsnede van de aardkorst een samenraapsel van dezelfde metalen
We zijn ertsgesteentes en dat heeft iets zoets en kleins en bemoedigends
Zoals ik me afvraag of mijn borstgroei hetzelfde voelt als
Botknopjes bij reekalveren een uitwaaiering van ongemak ook al heb ik geen bloedende
Rozenstok maar proef ik wel het lengen van de romp in
Steeds groter wordende ringen ik wist niet hoe
Lieflijk iets vervormt tot het past in de palm
Onder de bezwering van een sikkelvormige
Maan verhuis ik terug naar het platteland waar ik besta als
Mistflard langs het kartelige van het veld ook ik
Verdwijn met sierlijke sprongen in de houtwal misschien liever met
Gezoete huid tussen de grafheuvels bedekt met paarse kruiden of
Gevlochten haar ik onthoud geen dromen behalve toen vingers
Priegelend mijn door de zon gebleekte strengen eindeloos verlengden en ik
Over mezelf hing als een baldakijn
Nu schuim ik wasemulsie voor het verwijderen van talg, fijnstof, een verleden draag ik geen
Parfum tijdens het avondmaal waar ik
Het woord oogst laat rondkolken in mijn glas een vormverandering van
Augustus zoals ik over een handjevol zomers mijn gewei volgroei
Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het tweede Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. De resultaten daarvan vind je deze en volgende week op Hard//hoofd. Frann de Bruin maakte het beeld bij deze teksten.
Vlinder Verouden (1999) legt schitteringen vast in woord en beeld, sommige gaan over trans zijn, andere over het platteland eeuwig met je meedragen. Vlinder is ook coördinator bij Poetry Circle, zit bij de Schrijversstudio van Theater Bellevue en heeft onder meer voorgedragen op Crossing Border en Poetry International.
Frann de Bruin brengt in haar werk thema's als de belevingswereld van een mens, herinneringen, mystiek en de natuur tot leven. Haar werk wordt omschreven als filmisch en mysterieus en ze houdt ervan traditionele technieken te mixen met digitale illustratie.


















