Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het tweede Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In Grond & Ik zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen.
Monoloog 16.172 van IK tegen GROND
Vandaag ben ik de inspoelingslaag van de bodem, de opvangkamer van eerder opgeloste stoffen. Hier slaan ze weer neer. De lucht ontwijkt me, zuigt vacuüm tussen mijn huid en gedachten.
Ik ga de tuin in en
Ik ga de tuin in en
Jij voert mij granen zout suiker en eindeloos veel bindmiddel. Met mijn ogen dicht pak ik op de tast een tak, even groot als ik lang ben. Met de bladeren aan het uiteinde kan ik mezelf op de rug kriebelen. Nog nooit heb ik me zo aanwezig gevoeld in de ruimte, de een meter zeventig om mij heen.
Het lijkt alweer herfst te worden maar ik wil nog naar buiten lopen en weer naar binnen lopen en dat het verschil niet weer zo groot is. Ik leer mezelf bananen bramen te noemen, niet andersom.
Ik ga de tuin in en hoef me alleen te verhouden tot de oppervlakte, tot wat ik kan zien. Ik graai maar zo’n beetje rond in het menselijk gebruik van het uitpakken, inpakken, meenemen van spullen. Een staand en lopend dier zou ik moeten zijn, maar ik wil gewoon gaan zitten.
Het dagelijkse scharrelen, daar heb jij niets mee, hè?
Monoloog 418 miljoen van GROND tegen IK
de lucht is hier gebleven
elk woord is een beweeglijk dier, begrijp je dat
toch blijf je zeggen dat die dieren je ontsnappen
wie nooit nadenkt over oren neemt al het geluid op:
trillend, brommend, doorronkend
ons lichaam is geen openbare ruimte en toch is elk woord erop gericht het isolement te doorbreken
we horen de groepsdieren aan elkaar vertellen dat ze niet te veel moeten vasthouden aan een ander
geen van hen luistert
Het dagelijkse scharrelen, daar heb jij niets mee, hè?
Poging 1763 tot gesprek tussen GROND en IK
IK veegt broodkruimels van tafel.
IK
Sorry/Alsjeblieft.
GROND
Tja, wie heeft er nou zin om het plafond te stofzuigen. Feit is wel dat deze kleibodem weinig infiltratiecapaciteit heeft.
Er wordt een worm uitgezet, een huidschilfer, een stukje van een chipje oftewel aardappel, zout, zonnebloemolie, niets wat niet eerder in de grond zat.
IK
Hebben jullie wel eens honger?
GROND
Wij zijn de honger en het voedsel tegelijk. Jij bent nu de honger, straks het voedsel. We brengen je binnen en dienen je op, we warmen ons aan je.
IK
En wat nou als ik een worm ben, planten tot humus maak.
GROND
Wat voor worm? Er zijn duizenden soorten.
IK
Een gewone regenworm.
GROND
Wil je geen grauwe worm zijn? Geen pigment, maar veel diepgaander.
IK
…
GROND
Weet je waarom vogels over de grond hoppen?
IK
Nee.
Korte stilte.
GROND
Weet je hoe een vogelpootje voelt, over je hand?
IK
Nee.
GROND
Het kriebelt!
Lange stilte.
IK
Ik heb besloten een plas permanent grondwater te drinken.
GROND
Als je het maar teruggeeft.
IK
Is mijn buik de bodem of is de bodem een buik?
GROND
Wij worden bewogen door buikadem.
IK
Mijn buik zit onder de taal, leunt op het onveranderd moedermateriaal.

Lisia Leurdijk (2002) is schrijver, programmamaker bij ECOJAM en redacteur bij De Laarpoerlaar en Op Ruwe Planken. In 2025 studeerde ze af aan Creative Writing. In haar werk zoekt ze altijd naar de zintuiglijke belevingswereld. Zo legt ze nieuwe verbindingen tussen mensen en hun levende omgeving en tussen literatuur en alle dieren.

Frann de Bruin brengt in haar werk thema's als de belevingswereld van een mens, herinneringen, mystiek en de natuur tot leven. Haar werk wordt omschreven als filmisch en mysterieus en ze houdt ervan traditionele technieken te mixen met digitale illustratie.