Asset 14

Doorlaatbaar

Doorlaatbaar 1

Winterochtend. Een smalle straat in een middelgrote stad. In een herenhuis lichten twee kamers op. In beide kamers brandt een schemerlamp. In beide kamers slaapt een vrouw.

De vrouw op de begane grond lijkt oud. Haar witte haren lichten op in de ochtendzon. Ze slaapt met rusteloze bewegingen van haar armen. De vrouw op de eerste verdieping ziet er jonger uit. Ze ligt met haar rug naar de monitor van een babyfoon die naast haar bed staat. Het cameraoog van de babyfoon is op de oude vrouw gericht en registreert haar bewegingen in 1920 x 1020 pixels. De oude vrouw is de moeder van de jongere vrouw. De jongere vrouw ben ik. Ik word wakker in het huis van mijn moeder.

Het is warm in de slaapkamer. Ik heb de radiator gisteren niet dichtgedraaid. Ik hoor hoe mijn moeder prevelend ademhaalt. Met elke uitademing glippen klanken over haar lippen. Ik kijk uit het raam en zie de kastanjeboom heen en weer wiegen in de tuin. Aan een touw bungelt een plastic kraai. Twee duiven fladderen koerend in de takken. Ik wil naar buiten, naar een bos of een park en beeld me in dat ik daar een wandeling maak. Ik sta op en maak ontbijt in de keuken.

Mijn moeder vergroeit steeds meer met het huis. Terwijl ik in de kelder lakens strijk, zie ik op de monitor hoe zij in de woonkamer naar het televisiescherm staart. De kat zit naast haar op de bank. De hand van mijn moeder rust op de kop van de kat. De hand lijkt op te gaan in de gevlekte vacht, haar armen versmelten met de deken, haar voeten gaan op in de eiken vloer waarin zij zich stevig wortelt. Alles in huis is stil, behalve de televisie. Ik loop de trap op met de monitor in mijn hand en kijk naar het beeld van mijn moeder.

Ik beeld me in wat taal voor mijn moeder betekent

Er is de tijd hier binnen in huis en er is de tijd die buiten verdergaat. Buiten schreeuwt een kind. Buiten loeit een sirene. De tijd binnen lijkt doorlaatbaar. Ik ga de studeerkamer in en neem plaats aan haar bureau. Ik sla een krant open die daar ligt. Ik begrijp niet wat er staat. Ik beeld me in wat taal voor mijn moeder betekent.

‘Zan Zendegi Azadi’ hoor ik meisjesstemmen scanderen via de monitor. ‘Zan Zendegi Azadi’ zingt mijn moeder. Ze zingt de woorden als een kinderlied. Ik kijk op en zie wat zij ziet op het journaal. Vijftien jaar oud zijn de Iraanse meisjes die met hun rug en ontblote haren naar de camera gekeerd staan. Vijftien jaar oud was ik toen mijn moeder me vertelde wat zelfbeschikkingsrecht betekent.

Ik kijk naar de monitor en zie hoe zij naar het journaal op het televisiescherm staart. Voetbalsupporters juichen in Qatar. Op de westelijke oever van de Dnjepr kijkt een soldaat naar een vrouw die met drie zakken haar huis verlaat. In Java beeft de aarde. Mijn moeder recht haar rug. Haar linkervoet wipt op en neer. Ze luistert hoe de nieuwslezer de hoogtepunten herhaalt. Ze deint mee op het ritme van de wereld. Ik blijf zitten in de studeerkamer die gevuld is met boeken van mijn moeder. Ik verdring het verlangen om naar buiten te gaan. Mijn huid hongert naar de aanraking van de wind, de zon, zelfs de regen.

Door de monitor weerklinkt een kinderstem. Mijn moeder strekt haar arm en lacht. Op het scherm van de televisie in de woonkamer zie ik mezelf lopen als kind. Ik heb rode regenlaarzen aan. Ik loop in het mulle zand van een strand, in de richting van de zee, in de richting van de armen van mijn moeder. Ze vangt me op en drukt me tegen haar borst. Ze kust mijn kruin en wiegt me heen en weer. In de armen van haar moeder slaapt zij als kind onder een kerselaar. Zij slaapt in de armen van haar moeder.

Ik druk op de pauzeknop van de babyfoon en bevries haar in dit decor

Een hand streelt haar rug, haar borst, haar wang. De zon schijnt op haar gezicht, ze kan de stralen door de twijgen zien. Ze hoort een vogel, ze ziet een kat, de staart van de kat zwiept heen en weer, de staart zwiept voor haar gezicht, ze doet haar ogen dicht. Ze voelt de poten van de kat op haar buik. Ze streelt de rug. De kat bijt zacht in haar hand. Ze streelt de buik. De kat gromt, blaast, bijt, wie bijt, de hand, de kat, de deken, de vacht, de wind, de zon, de twijgen.

Er is ooit meer geweest dan dit. Mijn moeder groeit op in een groot gezin. Ze woont in een buitenwijk van een kleine stad in een huis op een onverharde weg, een huis met zeven kamers. Ze heeft vier broers, een zus, een hond, drie katten en een parkiet, een voortuin met azalea’s. Ik zie de moeder van mijn moeder voor me zoals ik me haar herinner uit mijn kindertijd. Ze bakt krentenbrood. Haar grijze pruik staat scheefgezakt op haar hoofd. Ze zet het bakblik met rijzend brooddeeg op de vensterbank van een raam dat uitkijkt op een kerselaar. Rode vruchten wellen op in de frêle takken.

Ik strek mijn rug. In de woonkamer kijkt mijn moeder door het raam. Buiten loeit de wind. Buiten verliezen de bomen nog steeds hun blad. Buiten blijft het warm in de winter. Ik ga de trap af met haar pillendoos in mijn hand en maak in de keuken het avondeten klaar. Mijn moeder duwt zich recht en rolt met de rollator mijn richting uit. Ze sleept haar voet, zucht, haar voet blijft haken in het tapijt. Ik wuif naar haar van achter het fornuis. Ze kijkt me weifelend aan, draait zich om en rolt naar de zetel.

Ik ga de trap op met haar pillendoos. Ik ga de trap af, stop haar in en doe het nachtlampje aan. Ik ga de trap op en kijk op het scherm van de monitor. Mijn moeder ligt roerloos in bed. Ze heeft een mosgroene pyjama aan. De kat springt op de vensterbank. Ik strijk met mijn vinger over het scherm. Ik druk op de pauzeknop van de babyfoon en bevries haar in dit decor. Alles staat stil, maar de staart van de kat blijft heen en weer gaan.

Mail

Siska van Daele is linguïste, onderzoeker, mede-oprichter van Letterveld en lid van schrijverscollectief De Letteristen. Als schrijver en onderzoeker is ze gefascineerd door het sociale weefsel in een stad. Ze schrijf artikels en kortverhalen, creëert multimediale narratieve projecten en werkt momenteel aan haar romandebuut Roerloos, een autofictieve tekst over mantelzorg.

Madelief van der Peijl is een illustrator die zich graag verwondert om de wereld om haar heen. Ze kijkt rond en illustreert wat ze ziet; soms zijn het kleine dingen en soms juist grote, maar er is altijd iets wat haar opvalt.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer