Asset 14

Ricky Orion

Digitale collage in zwart-wit van twee mannen die met hun rug tegen elkaar aan staan, de linker man heeft een leren jack aan en een petje op en kijkt voor zicht uit, de rechterman heeft een leren jack aan en heeft een lichtbol die reflecteert op zijn gezicht waardoor zijn hoofd niet zichtbaar is.

In dit verhaal van Dave Boomkens duikt er uit het niets een excentriek figuur op in het leven van ons hoofdpersonage. Hij laat hem struikelen, zet zijn leven op z’n kop. Wie is deze verschijning, en wat wil hij precies?

Mijn eerste ontmoeting met Ricky zal ik niet gauw vergeten. Hij stond tegenover mij en hield zich vast aan een stang in de voortdenderende metro. Ik luisterde naar Radioheads Fake Plastic Trees op mijn koptelefoon, waardoor het eventjes duurde voordat ik besefte dat hij om mijn aandacht vroeg. Toen de metro met gierende remmen tot stilstand kwam, bevond hij zich opeens op ademafstand, en begon hij met droeve ondertoon te raaskallen. ‘Ik ben gewoon afgegaan als een gieter,’ zei hij terwijl ik mijn muziek op pauze zette. ‘Ze stond poëzie voor te dragen, in het Duits, waarbij ze langzaam haar vuist opende en met haar vingertoppen richting het plafond kroop. Ik vond dat zo’n intense gewaarwording dat ik na afloop wel met haar móést praten. Bro, luister, ik heb een uur gewacht bij het boekenstandje en toen was ik dus aan de beurt om haar bundel te laten signeren. Haar prachtige lippen smeekten om mijn naam en dat bracht mij dusdanig van mijn stuk dat ik gewoon maar een vers van Shakespeare ben gaan reciteren.’ Even was het stil. Toen moedigde ik hem aan om verder te gaan: ‘Wat een geweldige actie!’ Maar hij huiverde. ‘Nee. Echt niet. Allesbehalve geweldig,’ zei hij en ik zag hoe zijn slapen bonkten alsof ze ieder moment konden openbarsten. ‘Ze schoof de bundel namelijk mijn kant uit, zonder er iets in geschreven te hebben en wenkte gewoon de volgende…’ Hij was een paar tellen stil. Vervolgens kondigde een vooraf opgenomen vrouwenstem de volgende halte aan. ‘Kút. Kút. Kút,’ zei hij. ‘Ik moet er hier uit. In ieder geval bedankt voor het luisteren. En oh ja… ik heet Ricky. Hoe heet jij?’

Ricky had de rare gewoonte om iedere ontmoeting met een onbekende een ander beroep aan te nemen.

De tweede keer Ricky was nog geen week later. Ik herkende Ricky vanwege zijn lengte. In de metro was het me al opgevallen: qua afmetingen en postuur had hij iets weg van Orion, de Griekse reus die als hij met zijn voeten over de zeebodem schraapte nog steeds boven het water uitstak. Daarnaast was het de behendigheid waarmee hij de kegeltjes van zijn sjekkie langs het stof van zijn mantel liet dwarrelen. Ik had het hem eerder zien doen, vlak nadat de metro weer in beweging was gekomen en hij – in zichzelf gekeerd – op het perron achterbleef. En dan was er nog de wijze waarop hij zich aan anderen opdrong. Zo kwam ik erachter dat hij – te midden van een gesprek, dwars tegen alle principes in – zich opeens kon voorstellen als: ‘Ricky, straatveger van beroep, aangenaam!’ Of, zoals hij die avond lachend op mij af kwam: ‘Ricky, schoorsteenveger van beroep, aangenaam… Nee joh. Geintje! Hoe is het met je?’

Straatveger. Schoorsteenveger. Scenarioschrijver. Schaaldierenkweker. Schadetaxateur. Saunahouder. Stationschef. Spion. Ricky had de rare gewoonte om iedere ontmoeting met een onbekende een ander beroep aan te nemen. Eén voorwaarde: het beroep moest met een ‘s’ beginnen. ‘Want,’ zo zei hij, ‘geen letter zo overtuigend als de “s”. Een slang gebruikt ‘m niet voor niets om mee te blazen.’

Na ons tweede treffen dook Ricky steeds vaker en steeds onverwachter op. Stond ik in de supermarkt, dan stond Ricky opeens naast me om mij op een pakje Conimex Boemboe Rendang te wijzen. Stond ik in de keuken, dan stond Ricky in de deuropening een vloeipapiertje te rollen. Stond ik in de kroeg, dan fluisterde Ricky welk meisje het vanavond moest worden. Zonder dat ik erom vroeg, werd Ricky onderdeel van mijn leven, en stapelden onze gezamenlijke herinneringen zich op als porseleinen torens. Zo zal ik nooit vergeten hoe wij eindeloos filosofeerden over Fake Plastic Trees, waarin een meisje beschreven wordt dat samenwoont met een man van gebarsten polystyreen en – gewoontetrouw als ze is – haar nagemaakte rubberplant water geeft uit een groenplastic gietertje. We raakten smoor op het indringende stemgeluid van Thom Yorke en hadden het lied nachtenlang op repeat.

Het gekke was: sinds ik Ricky kende, kreeg ik steeds meer moeite om m’n gedachten te ordenen. Zo kwam het best vaak voor dat ik halverwege een verhaal stilviel. Woorden verdampten, zinnen brokkelden af, en ik hoorde vrienden geregeld zeggen: ‘Praat eens normaal, joh! Je bent echt niet te volgen zo.’ Het maakte mij onzeker, gestrest, en ik kon me alsmaar minder goed ontspannen. Naar college gaan, vriendschappen onderhouden, wonen – alledaagse dingen voelden aan als wereldproblematiek. Maar gelukkig was Ricky er, die mijn innerlijke chaos richting gaf. De dagen waarop Ricky zich als stationschef voordeed, hield hij alles in de gaten en waarschuwde hij in geval van vertraging of blies hij op zijn fluitje om het boeltje, begeleid door een sissend geluid, weer in beweging te brengen. De dagen waarop Ricky zich als scenarioschrijver vermomde, verscheen er kleur op m’n wangen en veranderde mijn alsmaar kleiner wordende wereld in het decor van een thriller. We bestudeerden kruitsporen, belden onze collega’s in Jütland en prikten met onze vingertoppen in onbekende huiden.

Op een dag kreeg ik in de gaten waarom ik zo gehecht was geraakt aan Ricky. Hij zat barstensvol branie. En met de branie kwam het onverwachte, het rücksichtsloze, als een alarmschijf mijn levenslijst binnen. Dat hij de waaghals was die ik misschien ooit hoopte te zijn, bleek na afloop van een boekpresentatie. Het werk dat die avond alle aandacht kreeg, heette Waarover ik praat als ik in het openbaar vervoer zit en was geschreven door een beeldschone verschijning die de naam Ayliz droeg en die kort ervoor in een populair Zweeds televisieprogramma gekatapulteerd was door een stoffig boekenpanel. ‘Nu herinner ik het me,’ had Ricky tijdens de geïmproviseerde afterparty in het oor van de snoezige Zweedse getetterd, ‘het museum voor moderne kunst in Malmö. 2015. Je blééf me maar aanstaren toen ik voor die installatie van Olafur Eliasson stond. Had best een tandje minder gemogen.’ Ze keek Ricky een halve minuut aan – misschien duurde het korter, maar het leek ondraaglijk lang – en sloeg toen een perfect gemaakte gin-tonic achterover. Zonder ook maar een kik te geven, beende ze weg. Het glas liet ze achter in een plantenbak. Van de spanning slaakte ik een vreugdeloos giecheltje en ook Ricky moest lachen. ‘Wat een arrogantie,’ bracht hij hoofdschuddend uit. ‘Wie denkt ze dat ze is?’ Om vervolgens richting de bar te stuiven, twee Gulden Draakjes te bestellen en samen met mij op te gaan in de nacht.

Ik ging weer naar college, rakelde vriendschappen op en hield mijn kamer stof- en kruimelvrij. En er was iets van liefde. Tenminste, daar leek het op.

Kort erna begon ik met het slikken van pipamperon. Daardoor leek het leven zich hoofdzakelijk achter plexiglas af te spelen. En ook Ricky leek anders. Hij was niet meer de reus die met zijn hoofd boven water uitstak. Hij leek eerder een zwemmend stipje dat alsmaar kleiner en kleiner werd. Het maakte me onrustig, paniekerig zelfs, en ik kon me niet meer heugen wanneer hij voor het laatst in de deuropening had gestaan. Wel weet ik nog die ene keer dat Ricky commentaar leverde op mijn ovenschotel. Het ging al gauw over een teveel aan macaroni en een tekort aan ricotta. Doordat de ingrediënten zich niet in de juiste mate tot elkaar verhielden, zou zijn smaakbeleving verpest worden. Terwijl Thom Yorke op de achtergrond grillig anticipeerde op dromerige synthesizers, keek Ricky me uitdagend aan. Hij wipte op de achterste poten van zijn stoel en zei dingen als: ‘Je snapt het tóch niet.’ En: ‘Hoe moet jij nu ooit een vrouw krijgen? Je kunt niet eens een fatsoenlijke maaltijd in elkaar flansen.’ Mijn huid jeukte, mijn hoofd duizelde en nadat ik het op een schreeuwen had gezet, bleef het secondenlang stil. Bij iedere tel kromp Ricky. Ricky, die ooit een reus was, leek zo klein te worden dat hij met gemak op mijn schouder paste. Of in mijn hoofd. Maar was daar nog wel plek voor een schadetaxateur met koningsmantel?

In de lente verruilde ik Thom Yorke voor Tom Barman. Radiohead voor dEUS. En het gekke is: de laatste keer Ricky ben ik simpelweg kwijt. Ik ben doodsbang om jou in mij te verliezen, had ik ooit eens gedacht toen Ricky voor me stond. Maar toen zijn afwezigheid definitief was, voelde ik er verdomd weinig bij, en waren het vooral vragen die als staalballetjes door mijn flipperbrein schoten. Waar is Ricky gebleven? Waarom laat hij niets van zich horen? Schraapt hij over de bodem van het Bretonse water op zoek naar schaaldieren? Runt hij een wellnessresort in Capelle aan den IJssel of Alphen aan den Rijn? Het laatste wat opviel aan Ricky was dat zijn huid, met het verstrijken van de tijd, steeds lichter werd – bijna doorschijnend, translucide. Hetzelfde gebeurde met de kleuren van mijn gemoedstoestand. Ik ging weer naar college, rakelde vriendschappen op en hield mijn kamer stof- en kruimelvrij. En er was iets van liefde. Tenminste, daar leek het op. En toch zijn de wonderbaarlijke ogenblikken, waarop de stem van Thom Yorke weer eventjes op popt of het schaduwbeeld van Ricky in de verte verschijnt, niet volledig verdwenen. De lenige hinkstaphuppel die mijn brein dan maakt, eindigt soms nog steeds in een valpartij. Maar nu, zonder Ricky in de buurt, lukt het me altijd om op te staan. Of… nou ja… bijna altijd.

Mail

Dave Boomkens jogt het liefst in zijn Zlatan Ibrahimović-shirt langs de Maas. Daarnaast leest en schrijft hij graag. Zo schreef hij onder meer 'Liesbeth List, de dochter van de vuurtorenwachter' en richtte hij, samen met dichteres Ellen Deckwitz en kinderboekenschrijver Edward van de Vendel, Eurostory op.

Jort van Meeteren (1994) is een multidisciplinair kunstenaar uit Gouda. In zijn collages en illustraties verkent hij thema’s als dromen, herinneringen, surrealisme en psychedelia. Waar zijn collages veelal zwart-wit zijn en donkerder van aard, kenmerken zijn illustraties zich door rijke kleuren en speelse taferelen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

‘Ik wil geen literatuur van je maken.’ Hoe berg je je moeder in je schrijven, zonder haar essentie te bevriezen? Bareez Majid dicht in woord en beeld over ‘soon-to-be-dead-mothers’ en onderzoekt hoe hun lichamen functioneren als vergankelijk archief. Lees meer

Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Jonathan de slakkenman

Jonathan de slakkenman

'Hij zag simpelweg hoe de slak zich terugtrok in zijn huisje wanneer het zich onveilig achtte. Vanwege hun gedeelde lot, voelde Jonathan zich geroepen om de naaktslak ook een toevluchtsoord te bieden.' In dit korte verhaal van Ivana Kalaš neemt Jonathans slakkenfascinatie langzaam zijn leven over. Lees meer

Het insectenhotel

Het insectenhotel

‘Ik kan wel voor je krimpen.' Dieuke Kingma onderzoekt in een kort verhaal vol spinnenpoten en keverschildjes of je de ruimte die je inneemt in een relatie ook weer terug kan geven. Lees meer

Auto Draft 6

ode aan de lepismA saccharinA

Lieke van den Belt neemt je mee in de wereld van de zilvervis. Met lichte en vervreemdende beelden schetst ze in twee gedichten een dialoog tussen deze beestjes en hun slachtoffers. Lees meer

Enterprise, Alabama

Enterprise, Alabama

Charlotte Duistermaat neemt je mee in de enigszins absurde culturele en historische impact van een snuitkeverplaag op een Amerikaans dorpje en de vergelijkbare migratiestromen van mens en dier. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer