Asset 14

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om?

Toen ik naar Barcelona verhuisde, kreeg ik vaak de vraag wanneer ik weer terug naar Nederland zou gaan. Voor een Spanjaard is het idee om ver weg van je familie te wonen namelijk alleen als een tijdelijke situatie te bevatten. Nu, twintig jaar later, zeggen mijn Catalaanse vrienden met trots dat ze mij geadopteerd hebben en niemand durft mij meer een guiri te noemen. Guiri is lastig te vertalen, maar het is in Spanje een foute term voor iedere buitenlander die bij veel uren in de zon in een rode kreeft verandert. In de woontoren van vijf verdiepingen waar ik al tien jaar vertoef, ben ik na twee bejaarde buurvrouwen de langstzittende bewoner van het pand. En buiten de deur kom ik altijd wel een kennis tegen voor een kort gesprek op straat.

Net voor het begin van de zomervakantie vroegen Aina en Robert me of ik met hen mee wilde gaan naar de protestmars over de Rambla, een protestmars tegen het toerisme in de stad. En toen voelde ik me plotsklaps toch een outsider.

Tourists go home, refugees welcome!

Mijn eerste keer in Barcelona was ook als toerist, in de snikhete maand augustus welteverstaan. Ik was naar het olympisch buitenzwembad gegaan om uren in de zon te liggen bakken met uitzicht op de Sagrada Familia. Natuurlijk was ik verbrand. Ik had zelfs een eerstegraads verbranding opgelopen. Nu, twintig jaar later, voel ik me weer dezelfde toerist als toen. Hoe durfde een guiri als ik aan zo’n demonstratie mee te doen? Ik verzon snel een excuus om niet te gaan, om mijn vrienden niet teleur te stellen. Ik was het toch ook wel met hen eens dat al die toeristen maar beter thuis konden blijven? Tourists go home, refugees welcome! Dat was al jaren hun geuzenleus.

De beelden van weerloze toeristen die op een terras door demonstranten met gifgroene waterpistolen nat werden gespoten gingen de wereld over. De pers was verdeeld. De Britse kranten vroegen zich af hoe de Barcelonezen het in hun hoofd haalden om in de hand te bijten die hen voedt, terwijl Spaanse media artikelen publiceerden met strekkingen als ‘de balans is zoek’ en ‘we wisten dat dit vroeg of laat zou gebeuren’. Als ik Aina een aantal dagen na de protestmars spreek, vertelt ze dat zij geen waterpistolen heeft gezien; alleen cruisepassagiers die foto’s van haar en d’r spandoek maakten (‘Alsof ik in een dierentuin woon’) en een gozer die met een ontbloot bovenlijf vanaf zijn hotelbalkon de protesterende menigte uitlachte (‘Ik had hem wel kunnen schieten’).

Ik deel Aina’s ergernis over het irritante geluid van rolkoffers, maar wijs mijn vinger liever niet naar de toerist

Aina maakt zich vooral zorgen over het feit dat haar dochters schoolklas in het afgelopen schooljaar maar liefst vijftien klasgenoten verloren heeft. Vijftien kinderen van families die de stijgende huurprijzen in Barcelona niet meer konden betalen en noodgedwongen verplaatst zijn naar aangrenzende gemeenten zonder attracties en architectonische hoogtepunten. Ik begrijp de onvrede en ik deel Aina’s ergernis over het irritante geluid van rolkoffers. Maar ik wijs mijn vinger liever niet naar de toerist, zeker omdat ik er niet zo lang geleden ook een was en er soms nog steeds voor wordt aangezien.

Tequilashots en flamencojurken


De keuze om op de Rambla te protesteren tegen het toerisme is niet toevallig. Alle mores en sores van de stad zijn terug te vinden op Barcelona's beroemdste straat, waar overwinningen worden gevierd en voor rechten wordt gedemonstreerd. Maar alleen toeristen maken nog gebruik van de functie als prachtige promenade tussen het centrum en de zee. Bewoners vermijden de boulevard liever. De terroristische aanslagen die in 2017 plaatsvonden op de Rambla bevestigden dit ook op een zeer pijnlijke manier. De slachtoffers kwamen uit meer dan dertig landen. Alleen fruitverkoper Silvina Pereyra woonde in Barcelona, de overige getroffenen waren dagbezoekers en vakantievierders.

Op de kilometerslange straat wonen volgens de laatste telling van buurtvereniging SOS Rambles nog maar honderd buren. De Rambles – in meervoud om alle aspecten van de straat aan te kaarten – verdwijnt als plek om te wonen. Er moest plaats gemaakt worden voor hotels, toeristische appartementen en souvenirwinkels die tequilashots en flamencojurken aanprijzen. Vandaar het noodsignaal van de buurtvereniging: honderd buren is een treurig dieptepunt voor de Rambles. Mensen maken nu eenmaal de stad, anders houd je een filmdecor over: beeldschone gevels waarachter geen leven te bespeuren valt.

De mensen zijn boos, omdat de massale aanwezigheid van toeristen de huurprijzen verhoogt en hen uit hun huizen drijft

De laatste tijd vinden er niet alleen in Barcelona, maar ook in andere populaire bestemmingen zoals Malaga en Palma de Mallorca conflicten plaats door het overtoerisme. Op Tenerife heeft een hongerstaking om de bouw van twee hotels tegen te gaan echt duidelijk gemaakt dat in Spanje een grenssituatie is bereikt. Volgens antropoloog Anna Pacheco (Barcelona, 1991) heeft dit niets te maken met het haten van toeristen. Pacheco: ‘De mensen zijn boos, omdat de massale aanwezigheid van toeristen de huurprijzen verhoogt en hen uit hun huizen drijft.’

Een extreem voorbeeld hiervan en tegelijkertijd een verhaal van verzet, te zien in de documentaire City For Sale (2019) , is dat van Jordi Papell. Deze 72-jarige man maakte mee hoe al zijn buren een voor een uit hun huis werden gewerkt om het appartementengebouw eerst in vakantiewoningen en daarna in een hotel te veranderen. Jordi hield voet bij stuk en woont nu op de vierde verdieping van een viersterrenhotel. Wat hij als maandelijkse huur betaalt, betalen zijn steeds weer tijdelijke buren haast per nacht. Papell: ‘Volgens mij wordt er maar een kleine groep mensen rijk van het toerisme. De buurtbewoners in ieder geval niet.’

Om het luxe segment aan de kaak te stellen infiltreerde Anna Pacheco bij drie vijfsterrenhotels in het centrum van Barcelona. Zo was ze er onder andere bij toen een hotelovernachting onder het personeel werd verloot tijdens het jaarlijkse kerstfeest (een vergiftigd geschenk) en zat ze in de zaal toen de nieuwe slogan van het hotel werd uitgelegd in het Engels (de meerderheid van de housekeeping spreekt alleen Spaans). Het resulterende boek I Was Here and I Remembered Us (2024) toont de tegenstrijdigheid tussen de luxe die deze hotels verkopen en de realiteit van de personen die er nog geen drie euro per schoongemaakte hotelkamer verdienen.

Toerisme maakt van alles een handelsartikel

Tijdens haar veldwerk interviewde Pacheco een gewiekste hotelkok die zijn sociale klasse bepaalt op basis van de hoeveelheid stedentrips die hij per jaar maakt. Toerisme is duidelijk een statussymbool geworden. Pacheco: ‘Het is frappant, want het toerisme maakt van alles een handelsartikel, niet alleen van de stad en het land, maar ook van de werknemers die bloed, zweet en tranen geven en de bezoekers zelf die onbetaalde figuranten van de toeristische brochure worden.’

Utopie van rust

Pacheco vindt het begrijpelijk dat je je woonplaats wilt ontvluchten om de werksleur voor een aantal dagen achter je te laten. Maar het consumeren van een andere stad in een paar dagen is in principe ontwijkingsgedrag. Wat we ons eigenlijk zouden moeten afragen is of dit het beste is wat we met ons hard verdiende centjes kunnen doen. Slechts een kleine minderheid kan het zich veroorloven om op dit soort vakanties te gaan. Vaak praten we over toerisme als iets dat iedereen doet, alsof het een recht is, terwijl een derde van de Barcelonezen alleen maar kan dromen over vakantie vieren. En als we op mondiaal niveau kijken, dan steekt een kleine vier procent van de wereldbevolking landgrenzen over voor hun vakantieplezier. Het gros van de mensen komt nooit in een ander land of doet dit alleen uit pure noodzaak.*

Pacheco’s essay zet me vooral tot denken over ontspannen in een postkapitalistische toekomst. Iedereen heeft namelijk recht op rust. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Een inspirerende glimp komt uit Buenos Aires. Op het dieptepunt van de Argentijnse economische crisis van 2001 werd het hotel Bauen failliet verklaard. Het ontslagen personeel kwam vervolgens met een ambitieus plan. Ze braken het verlaten gebouw in om het te bezetten en als coöperatie verder te gaan. Jarenlang was Bauen een hotel zonder baas, waar iedereen een vinger in de pap had en nagenoeg hetzelfde loon verdiende. Bovendien kon het team kosteloos gebruik maken van de installaties om verjaardagen en bruiloften te vieren.

Ik spreek met mezelf af dat ik nergens meer de toerist zal uithangen

We zouden onze fantasie de vrije loop moeten laten gaan over een utopie van rust, waarin we als zondagsgenieters voor noppes kunnen ontspannen, zonder in een vliegtuig te stappen. Pacheco nodigt ons uit om eerst onze honger naar exotische bestemmingen – waardoor de toeristische sector op volle toeren draait - te stillen.

Vlak voor het einde van de zomer belandde ik via een net gesettelde Italiaanse vriend op een krakersfeest in de bergen dicht bij de stad. Er werd uitbundig gevierd dat zij al zeven jaar lang in een herenhuis zonder huisbaas woonden. Toen ik door de grote houten deur van het gebouw liep, leek het alsof ik twintig jaar terug in de tijd was gestapt. Naar de tijd dat Barcelona’s kraakpanden nog niet waren omgetoverd tot luxe appartementengebouwen voor expats, naar de tijd dat ik daar voor een habbekrats kon lunchen. Na een geslaagde avond liep ik samen met mijn vrienden de berg af naar het dichtstbijzijnde metrostation en kwam ik tot een inzicht: er zijn zat avonturen te beleven in de omgeving die ik me volledig eigen heb gemaakt. En ik spreek met mezelf af dat ik nergens meer de toerist zal uithangen. Ik pak nu alleen nog maar de trein of het vliegtuig om vrienden en familie te bezoeken.

* Gössling, Stefan (2020), The Global Scale, Distribution and Growth of Aviation: Implications for Climate Change, Global Environmental Change, https://doi.org/10.1016/j.gloenvcha.2020.102194

Header: collage door Nina Läuger, met beeld van Memòria Digital de Catalunya.

Mail

Ferenz Jacobs streek na zijn studie antropologie in Leiden, met een specialisatie in visuele cultuur en Latijns-Amerika, neer in Barcelona. Hier ging hij aan de slag als freelance redacteur, begon een queer fanzine met de naam Rico en organiseerde de tijdelijke tentoonstellingen van Barcelona’s hennepmuseum. Voor een kijkje achter de schermen van de kunstwereld is hij altijd te vinden.

Nina Läuger (zij/haar, 1993) is beeldend kunstenaar en de adjunct-hoofdredacteur van Hard//hoofd. In haar werk versmelten realiteiten tot wazige en vaak intieme droombeelden, die vertrekken vanuit een gevoelde lichamelijkheid.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lieve buren

Lieve buren

Ze hebben dezelfde brievenbus en dezelfde supermarkt, maar Nienke Blanc vraagt zich in deze nooit verzonden brief af of dat het enige is dat ze met haar buren deelt. Lees meer

Best Friend (For The Forseeable Future)

Best Friend (For The Forseeable Future)

Lotte Krakers’ vriendschap met Karlien eindigde mét blauwe vinkjes, maar zonder antwoorden. Het laat Lotte reflecteren op het afdwingen van gelijkenissen in een vriendschap, en het plaatsen van vrienden op voetstukken: ‘Karlien hield me een spiegel voor, waarin ik vooral zag wat ik niet was.’ Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

De dooddoener van het kwaad

De dooddoener van het kwaad

Bas Keemink bespreekt de film 'The Zone of Interest', waarin Jonathan Glazer 'Big Brother' naar de Holocaust brengt. Lovende kritieken schrijven dat hij Hannah Arendts theorie, de banaliteit van het kwaad, goed in beeld brengt, maar is dat wel zo? Lees meer

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Jorne Vriens bezocht een tentoonstelling in Parijs en dit leidde tot een prachtige uiteenzetting over tekst, smartphones, connectie en fotografie. Lees meer

De eerste leugen

De eerste leugen

De eerste keer dat Job van Ballegoijen de Jong loog, was het bijna onschuldig. Een leugentje om bestwil, dacht hij toen, om zijn moeder gerust te stellen. Maar die eerste leugen groeide uit tot een web waarin hij langzaam verstrikte. In zijn debuut 'Morgen vertel ik alles' vertelt hij waarom iedereen een tweede (of derde) kans verdient. Lees meer

Leven in laagjes

Leven in laagjes

In dit essay geeft Dani Bouwman een intieme reflectie op identiteit, familie en het verlangen naar een plek waar hij volledig zichzelf kan zijn. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer