Asset 14

Woordenwerkplaats

Woordenwerkplaats

De houten woordenbak – een soort extra grote letterbak – ligt voor haar op de werktafel. Rechts van haar ligt de dossiermap, links wat gereedschap en een stempelkussen. Ze haalt de nieuwe stempels met gedeelde rouwgrond en terugtocht uit de woordenbak en stempelt de nieuwe woorden die ze net voor Ted heeft gemaakt op een los vel.

Terwijl de woorden liggen te drogen loopt ze naar haar keukentje. Met het borsteltje zo klein als een kindertandenborstel wast ze de nieuwe aanwinsten schoon. Ze had altijd van de traagheid gehouden – het tempo van de normale mensen was veel te snel voor haar geweest. Er was een tijd dat ze had geprobeerd in de pas te lopen met de wereld. De wereld was altijd al weer tien passen verder geweest voordat zij met de parels uit de diepe zee weer boven was gekomen. Ze dept de stempels droog en denkt ondertussen aan Ted. Hoelang kent ze hem nu al? Zij begrepen elkaar vanaf het begin, ook zonder woorden. Ze denkt soms dat ze hem juist daarom zo goed kan helpen.

Terug aan de werktafel voelt ze voorzichtig of de woorden droog zijn. Dan bergt ze het vel op in de dossiermap. Een flinke stapel is het al. Ze telt de woorden, vijfenveertig. ‘Shit,’ mompelt ze, ‘bijna weer woordenaangifte doen’. Ze glimlacht. Gekke mensen praten in zichzelf, zeiden haar ouders altijd.

Met haar hand streelt ze langs de vellen. Haar oog valt op rouwseizoenen. Die was voor Margriet geweest, die een paar dagen geleden weer eens was gekomen. Het was een tijd geleden. Ze vond het fijn haar weer te zien. Ze gaat toch altijd van haar klanten houden. Margriet vertelde dat ze een nieuwe geliefde heeft.

Ze herinnert zich nog de eerste keer dat Margriet kwam. Ze zat hier aan haar werktafel, net als nu. Toen zat ze ook de administratie bij te werken en stempels op te bergen in de archiefkasten. Door de letters op de ruit heen zag ze een vrouw voor de derde keer langslopen. Pas de vierde keer kwam ze binnen.

Ze keek niet direct haar kant op, zodat de vrouw de tijd had om aan te komen. Terwijl ze haar handschoenen uit deed keek ze naar de vakken, de schappen en de laatjes. Het ceintuur van haar jas vertoonde slijtsporen bij het lossere gaatje. Haar haar zat wild, misschien kwam dat door de wind.   

‘Wil je een kopje thee, terwijl je wat rondkijkt? Ik ben ook soep aan het maken,’ zei ze tegen de vrouw.

‘Een kopje thee, misschien,’ antwoordde Margriet terwijl ze naar de werktafel keek. Dan vervolgde ze: ‘Ik weet zelf ook niet precies wat ik hier kom doen.’
‘Dat hoeft ook niet, dat weten de meeste mensen niet.’
Margriet knikte en mompelde: ‘Ik wist het juist altijd zo goed.’

Ze schoof de stoel naast haar bij de werktafel naar achteren en legde er een kussen op. Margriet ging zitten. Ze herinnerde haar eraan hoe ze zelf ooit deze woordenwerkplaats nodig had gehad. Hoe ze net als zij op zoek was geweest naar woorden als houvast.

‘Ik wist altijd precies hoe het hoorde. Ik dacht dat ik hier ook wel goed in zou zijn, in rouwen.’
Ze maakte er een onbestemd gebaar bij met haar hand.

Margriet wreef in haar handen. Ze had mooie handen, zacht en toch gespierd. Al wrijvend begon ze: ‘Ik wist altijd precies hoe het hoorde. Ik dacht dat ik hier ook wel goed in zou zijn, in rouwen.’
Ze maakte er een onbestemd gebaar bij met haar hand.
‘Ik dacht dat ik gewoon vol moest houden. Ik had wat rondgesurft op internet. Begrepen dat er blijkbaar fasen waren. Ik had besloten dat ik die goed en snel zou doorlopen. Ik zou verdrietig zijn, ja, dat zeker, en boos. Maar daarna, daarna zou het weer normaal worden’.

Ze kon zich voorstellen hoe deze vrouw het leven altijd in de hand had gehad. De weerbarstige omstandigheden het hoofd had geboden, zo gezegd. Het had iets te maken met hoe ze zichzelf draagt.

‘Het duurde even voor ik besefte dat ‘volhouden’ geen zin meer heeft. Dat er geen ‘normaal leven’ meer was om naar terug te keren. Rationeel had ik dat allang begrepen, maar van binnen speelt zich iets af waar mijn hoofd geen grip op heeft. Dat hij echt nooit meer terug komt drong pas maanden later in volle omvang tot me door. Of misschien wel pas na een jaar. Toen alle eerste keren geweest waren en het nieuwe eraf was. Toen ik niet meer verbaasd was dat er weer krokussen opkwamen en ik hem daar niet op kon wijzen. Toen ik niet meer verbaasd was dat de lucht opeens naar zomer rook en hem niet kon vragen wanneer de zomer was gekomen. Pas toen dat alles voor de tweede keer gebeurde en ik niet meer verbaasd was, misschien was toen pas tot me doorgedrongen dat het normale leven niet meer terug kwam.’

Voor het eerst keek Margriet haar langer dan twee seconden aan. Toen vervolgde ze: ‘Vanmorgen vloerde het zien van zijn scheergel me. Geloof je dat nou? Zulke momenten denk ik dat ik niks ben opgeschoten. Er moet toch wel iets mis met me zijn. Als schéérgel me al kan vloeren.’

Ze stelde zich voor hoe Margriet vanochtend haar tanden poetste. Naar zichzelf in de spiegel keek. Toen misschien zijn scheergel zag staan die ze nog niet heeft weg gedaan. Naast zijn tandenborstel die nog in de beker op de wastafel staat. Anders staat haar tandenborstel daar zo alleen had ze gedacht, en stel, er blijft eens iemand slapen die geen tandenborstel heeft dan kan die misschien die van hem gebruiken? Als ze er niet bij zegt dat die van hem is. Niet dat er iemand blijft slapen. Is het tijd om de scheergel weg te doen? Wanneer doe je scheergel weg? Kan iemand haar vertellen hoe dit moet? Ze stelde zich voor hoe ze de badkamer was uitgelopen, vergeten om haar haren op te steken.

Terwijl Margriet nog meer daar leek dan hier, stond zij op en liep naar een van de archiefkasten in de hoek van de werkplaats. ‘Hier moet het toch ergens liggen,’ mompelde ze, terwijl ze een laatje open trok.

Tussentijd. ‘De realisatie dat volhouden geen zin heeft en er naast het verdriet nog niet iets nieuws bij is gekomen.’

Met tussentijd en een theepot liep ze terug. Ze legde de stempel op de werktafel en pakte het kruidenmandje. Ze schepte gember, kardemom, kaneel en chilivlokken in het thee-ei, in de hoop dat Margriet van binnenuit wat op zou warmen en ze schonk hen alle twee een grote mok in.

Ze gaf Margriet de stempel en gebaarde naar de woordenbak. Margriet keek naar de lege vakjes van de woordenbak en legde de stempel toen in het linkerbovenvakje. Wij ervoeren het verleden ruimtelijk vaak als links van ons of achter ons; maar dat verschilt per cultuur.

Ze warmden hun handen aan de mok thee. Met haar vinger streelde Margriet het randje van de mok. ‘Thuis drink ik thee uit zijn mok. Mijn handen om de mok, die van hem eromheen. Soms vergeet ik dat ik zelf uit de mok gedronken heb als ik de mok dan ’s avonds op de tafel zie staan als ik weer thuis kom. Ik voel dan hoe mijn hartslag versnelt. Alsof mijn hart uitroept: gevonden! Hier is hij, hier is hij! Ik voel hoe mijn borsten zich vullen met confetti en glitters die vervolgens uit mijn tepels spuiten. Eén seconde. Een seconde.’
Uit haar oog liep een traan. Ze nam een slok. Verbrandde haar mond. Vervolgde: ‘Het voelt alsof ik sinds hij dood ging ook een deel van mezelf kwijt ben dat ik nergens meer kan vinden.’

Margriet vertelde niet verder, dus begon ze te schrijven. ‘Het deel van jou dat je alleen bij deze persoon was en dat met hem gestorven is.’ Deeldood.

Ze las het voor aan Magriet, die het herhaalde. ‘Deeldood, deeldood’. Het leek alsof Margriet het woord proefde. Toen knikte ze van ja. 

Terwijl zij aan de slag ging met het gereedschap om een stempel te maken van deeldood, stond Margriet op. Met haar hand streelde ze langs de laatjes. De handen die zijn zere schouders hebben gemasseerd, die de ijsjes vasthielden toen ze in de rij stonden voor het museum terwijl hij de museumwinkel al in rende om vast wat kaarten te kopen, de handen die de herinneringen droegen en die nu dus de laatjes streelden.

‘Wat had ik hem hier graag mee naartoe genomen, hij zou wel twintig woorden mee willen nemen. Al die dingen die hij nooit zal zien. Alles wat ik ga worden zonder hem.’

‘Wat had ik hem hier graag mee naartoe genomen, hij zou wel twintig woorden mee willen nemen. Al die dingen die hij nooit zal zien. Alles wat ik ga worden zonder hem.’


Haar hand bleef hangen bij een laatje, misschien omdat die niet helemaal goed dicht zat. Margriet trok het laatje open.


Toekomstrouw. ‘Rouw om iets wat er nooit zal komen. De rouw om een toekomst die je nooit zal hebben met iemand.’

Ze hield de stempel in haar hand. Bleef even staan. Met de stempel in haar hand kwam ze terug bij de werktafel.

 

| T U S S E N T I J D |  | D E E L D O O D | | T O E K O M S T R O U W |

 

Samen keken ze naar het verzamelde vocabulaire dat als een landkaart van rouw op de tafel voor hen lag. Ze schoof de woordenbak naar Margriet toe en pakte het houten raam waar een vel op gespannen stond. Samen stempelden ze de nieuwe woorden op het papier. Terwijl de woordenkaart lag te drogen, schepte ze soep uit de pan die in het keukentje had staan trekken in grote kommen.

 

Mail

Babet te Winkel Babet te Winkel (1991) is opgeleid aan de Universiteit voor Humanistiek om mensen te begeleiden bij zingeving en levensvragen. Ze richtte Verlieskunst op om ruimte te creëren voor rouw en geeft rouwmassages.

Aida de Jong (1995) is een illustrator en poppenmaker wonend in Utrecht. In haar werk zoekt ze vaak thema's die haar beangstigen, om er vervolgens met een nieuwe blik naar te kijken.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

‘Ik wil geen literatuur van je maken.’ Hoe berg je je moeder in je schrijven, zonder haar essentie te bevriezen? Bareez Majid dicht in woord en beeld over ‘soon-to-be-dead-mothers’ en onderzoekt hoe hun lichamen functioneren als vergankelijk archief. Lees meer

Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Jonathan de slakkenman

Jonathan de slakkenman

'Hij zag simpelweg hoe de slak zich terugtrok in zijn huisje wanneer het zich onveilig achtte. Vanwege hun gedeelde lot, voelde Jonathan zich geroepen om de naaktslak ook een toevluchtsoord te bieden.' In dit korte verhaal van Ivana Kalaš neemt Jonathans slakkenfascinatie langzaam zijn leven over. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer