Aucke Paulusma ging op studiobezoek bij kunstschilder Koen van den Broek. In de hoop inspiratie op te doen voor zijn eigen kunstenaarscarrière, bespreken ze de kunst.
Kunstenaar Koen van den Broek zit tegenover me in zijn kantoor. Achter zijn bureau hangt een grote foto met verfstreken erop, een samenwerking tussen hem en de beroemde kunstenaar John Baldessari. ‘Het gaat niet om onmiddellijk succes,’ zegt hij rustig, als we het hebben over het ontwikkelen van een eigen stijl. ‘Het kunstenaarsvocabulaire komt met de jaren en na het zien van talloze kunstwerken.’
Koen van den Broek, geboren in 1973 in België, heeft een indrukwekkende carrière opgebouwd met exposities over de hele wereld. Zijn studio bevindt zich in het hart van de wijk Merksem in Antwerpen.
Zelf, als kunstschilder aan het begin van mijn kunstenaarscarrière ben ik benieuwd naar wat Koen van den Broek in zijn vroege jaren heeft geholpen en geïnspireerd. Wat is zijn drijfveer in het creëren van zijn kunst? Ik ben benieuwd naar zijn artistieke keuzes en de manier waarop hij zijn eigen werk benadert. Daarnaast ben ik benieuwd naar Van den Broeks atelier, waar ik graag een kijkje zou krijgen in zijn gedachtegang. Ik vraag me af of ik door het leren kennen van zijn denkprocessen, inspiraties en gewoontes nieuwe inzichten kan krijgen.
Koen van den Broek begint te vertellen over het begin van zijn loopbaan. Hij studeerde architectuur in Leuven, schilderkunst aan de Koninklijke Academie in Antwerpen, en vervolgde zijn studie aan de St. Joost Academie in Breda en het H.I.S.K. in Antwerpen. Niet alleen de academies hielpen hem verder, maar ook de contacten die hij in deze periode opdeed waren van grote waarde. John Baldessari, een Amerikaans conceptueel kunstenaar, werd een dierbare vriend en een belangrijke factor in zijn ontwikkeling. ‘Het gaat er niet om in welk medium je werkt,’ legt Van den Broek uit, ‘maar dat je met personen in aanraking komt die interessante ideeën hebben. Je moet je meten met mensen die op niveau werken, of het nu schilderkunst is of iets heel anders.’
Van den Broek benadrukt daarbij hoe essentieel het is om kunstwerken te ervaren. Hij wijst erop dat het zien van werken zoals bijvoorbeeld die van Philip Guston, op dat moment met een overzichtstentoonstelling in het Tate Modern, van onschatbare waarde is. ‘Je kunt niet alleen vanaf een beeldscherm leren; je moet de werken in levenden lijven tot je laten doordringen.’
De ateliervloer van Koen van den Broek. Foto: Aucke Paulusma
Van den Broek is een conceptueel kunstschilder pur sang omdat het materiaal, de foto’s, en kunsthistorische referenties wellicht belangrijker zijn dan het uiteindelijke schilderij. Bij de vraag of het autobiografische aspect van de foto’s waaraan hij refereert relevant is voor de toeschouwer, antwoordt Van den Broek resoluut: ‘Nee, ik wil de toeschouwer niet lastigvallen met mijn eigen emoties of leven dat ik op dat moment ervaar.’ Van den Broek kiest foto's die hij interessant vindt en gebruikt ze als basis voor zijn werk. Soms verandert hij de foto in een bijna abstract schilderij en verwijst hij subtiel naar andere kunstenaars.
Dat Van den Broek een grote fascinatie heeft voor en inspiratie put uit de kunstgeschiedenis blijkt uit zijn tentoonstelling, Angle, bij White Cube in 2007. In de tentoonstellingscatalogus geeft hij aan: ‘Ik was op zoek naar een nieuwe uitdaging, geïnspireerd door de kunstgeschiedenis en haar legendes.’ 1 Deze invloeden zijn duidelijk zichtbaar in zijn werk. Zo doet zijn vroege werk stilistisch soms denken aan dat van Luc Tuymans. De geabstraheerde trottoirs en straten roepen de kleurvlakken van Henri Matisse of William Eggleston op, de fotograaf die haast cinematografische scènes vastlegt met zijn camera.
In zijn studio toont hij werken die aan de muur hangen, maar ook werken die op de grond liggen te midden van een weelderige ateliervloer
Van den Broek werkt momenteel op een meer radicale manier dan voorheen. Hoewel hij niet langer schildert vanaf foto’s, zijn de onderwerpen vaak nog duidelijk gerelateerd aan zijn eerdere interesses. Nu is het een stuk directer: eerst schilderde hij een afbeelding van een weg, nu maakt hij met teer en signaalverf bijna een weg na. Dit zorgt voor een paradox, want wellicht is dit dan de perfecte trompe-l’oeil: concept en schilderij zijn hetzelfde geworden.
Jackson Pollock-achtige verfspatten kenmerken sommige doeken. In zijn studio toont hij werken die aan de muur hangen, maar ook werken die op de grond liggen te midden van een weelderige ateliervloer. Hoewel grote tafels met stapels olieverftubes nog steeds aanwezig zijn, geeft hij aan deze niet meer te gebruiken. Ook tijdens het schilderen hangen de doeken niet meer aan de muur, maar liggen ze op de grond.
Van den Broek gebruikt een karretje om mee te schilderen. Dat is hetzelfde type karretje dat normaal gesproken wordt gebruikt voor het aanbrengen van wegmarkeringen zoals zebrapaden en parkeervakken. Wanneer hij op een hendel duwt, komt er verf uit. Hij beperkt zichzelf tot zes verftubes - blauw, rood, groen, oranje, zwart en wit - omdat dit de enige kleuren zijn die in België worden gebruikt voor deze wegmarkeringen. Hierdoor heeft hij niet het volledige kleurenpalet tot zijn beschikking. Ondanks deze beperking voelt hij zich vrijer dan ooit tevoren. Hij herinnert zich dat hij op jongere leeftijd al expressief en vrij wilde schilderen. Tot afgelopen zomer realiseerde hij zich dat dit voor hem gepaard ging met jarenlange ervaring en kennis.
We gaan aan zijn bureau zitten, bezaaid met foto’s van wegen en stoepranden die hij zelf heeft gefotografeerd. We bespreken wanneer een kunstwerk als voltooid wordt beschouwd. Van den Broek zegt dat zijn werk nooit gebonden is aan een 9-tot-5-schema; hij heeft periodes van intense activiteit en rustigere momenten. Hij begint zijn dag met koffie en sigaretten, die hij tijdens het hele studiobezoek blijft opsteken. ‘Als een kunstwerk af is, is het af,’ zegt hij resoluut. ‘Een vrouw kan toch ook niet halfzwanger zijn. Je bent zwanger of je bent het niet.’
Koen van den Broek, Grand Firminy, 400 x 266 cm, verf voor wegmarkeringen en teer op doek, 2024.
Een bezoek aan het atelier van Van den Broek wordt spectaculair afgerond bij het aanschouwen van zijn werk Grand Firminy. Dit werk is een perfect voorbeeld van waarom je een kunstwerk in het echt moet zien om de ware impact te ervaren. Door simpelweg naar een afbeelding op mijn telefoon te kijken, zou ik nooit hetzelfde gevoel hebben gekregen als nu, staande voor dit vier meter hoge kunstwerk. Bij nadere beschouwing zie ik de zorgvuldig overwogen lijnen van het karretje en de expressieve techniek waarmee de spatten zijn aangebracht.
Wat mij enorm inspireert in het studiobezoek, behalve de schilderijen zelf, is de vastberadenheid die Van den Broek toont. Het volledig achter je eigen werk staan en het omarmen van je inspiratiebronnen, stijl en werkmethodes is bewonderenswaardig. Voor sommigen kan deze vastberaden houding als macho worden gezien, maar ik zie het eerder als een geloof in zijn eigen werk en in het geloof van de creatieve vastberadenheid van collega-kunstenaars. Van den Broeks werk getuigt van zijn vastberaden zoektocht naar de grenzen in de schilderkunst, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik verlaat zijn studio vervuld van inspiratie door zijn houding, die naar mijn mening heeft bijgedragen aan de unieke kunstwerken van Van den Broek en hem een indrukwekkende carrière heeft bezorgd.
1Koen van den Broek, Angle, tentoonstellingscatalogus, White Cube, Londen, 2007.
Omslagfoto: Portret Koen van den Broek. Foto: Studio Koen van den Broek.
Het werk van Koen van den Broek is te zien in de tentoonstelling What’s the Story? in het KMSKA in Antwerpen. De tentoonstelling loopt van 17 augustus t/m 17 november 2024 in de Ensorzalen. Deze tentoonstelling is inbegrepen in het toegangsticket voor het museum, en er is geen apart tijdslot nodig om de expo te bezoeken.
Koen van den Broek: Out of Place (2023), geschreven door John C. Welchmann, is uitgegeven door Borgerhoff & Lamberigts. Meer informatie vind je hier.
Aucke Paulusma (1997) is een kunsthistoricus en kunstenaar. Hij behaalde zijn bachelor Kunstgeschiedenis en zijn Research Master Curating Arts & Cultures aan de Universiteit van Amsterdam. Vanaf september 2024 zal hij in Londen deelnemen aan het Turps Studio Programme. Zie ook: https://auckepaulusma.com/