Animatie: Joost Dekkers

Hedendaagse dans is hopeloos. " />

Animatie: Joost Dekkers

Hedendaagse dans is hopeloos. " />
Asset 14

Hogere hopeloosheid

Hedendaagse kunst is hopeloos, schrijft Boris Groys. Dan is hedendaagse dans hogere hopeloosheid, betoogt Floris Solleveld. Mislukken verplicht. Na het zoveelste bombardement van tieten en genitaliën, vond hij echter toch een sprankje hoop voorbij deze hopeloosheid.

In 2009 wijdde het tijdschrift e-flux twee nummers aan de vraag: “What is contemporary art?” Het antwoord, in één woord samengevat: hopeloosheid. Boris Groys verbeeldde het met een animatie-loopje van Francis Alÿs, Song for Lupita: een vrouw die eindeloos water overschenkt van het ene glas in het andere. “Contemporary” zoals het in e-flux gebruikt wordt is een verzamelterm voor wat na “modern” komt, voor kunst die niet meer gelooft in vooruitgang, sublieme ervaring, esthetische opvoeding, abstractie en avantgardisme in het algemeen. Wat er dan overblijft, volgens Groys? “A pure and repetitive ritual of wasting time — a secular ritual beyond any claim of magical power, beyond any religious tradition or cultural convention.”

Animatie: Joost Dekkers

Song for Lupita had een hedendaagse dansvoorstelling kunnen zijn. Wie Springdance, Something Raw, Dansmakers Amsterdam of voorstellingen van de SNDO bezoekt, herkent de mentaliteit: het volharden in hopeloosheid, met alle beschikbare middelen. “Ritmisch bewegen op muziek” is daarbij niet meer dan één van de mogelijke grepen uit het repertoire. Dans zonder dans is in de hedendaagse dans eerder regel dan uitzondering. Vandaar ook dat Springdance en Something Raw zich niet omschrijven als dansfestival, maar als festival for contemporary dance and performance: wat hier gebeurt moet niet meer worden opgevat als dans maar als gebeurtenis, als een subgenre van conceptuele kunst.

Het probleem, stelt Camiel van Winkel onverholen in zijn recente proefschrift Contemporary art and the paradoxes of conceptualism, is dat niemand echt van conceptuele kunst houdt. Waar de pioniers uit de jaren ‘60/’70 nog waardering en bewondering ten deel valt, worden de kunstenaars die nu de biënnales en kunstbeurzen domineren met enige argwaan bekeken, als handige jongens of zelfs als oplichters. In feite is dat dezelfde toestand als bij Groys, maar dan als probleem; het is niet zozeer de paradox van het conceptualisme maar van “contemporary art” in het algemeen. Het uitgangspunt anything goes heeft de mogelijkheden en reikwijdte van de hedendaagse kunst immens vergroot, maar brengt ook een zekere verlegenheid met zich mee: het is maar kunst. Hoewel er weinig mensen rijk worden van hedendaagse dans, geldt daar dezelfde paradox als in de beeldende kunst. Alles mag. Wat nu?

Humor, ritueel en transgressie

“Kunst ist das Versprechen des Glücks, das gebrochen wird”, schreef Adorno ooit. Maar in de hedendaagse dans wordt niet eens meer iets beloofd. De hopeloosheid vindt op een andere manier zijn uiting: door een ongemakkelijk soort humor, door rituele volharding, door het opzoeken van extremen. Een voorbeeld van alledrie is de voorstelling 3 Ways to master a kiss or a twentyfive minutes kiss at your neck van Aitana Cordero, vorig jaar bij Something Raw. Zes performers wisselen 25 minuten lang tongzoenen uit, in toenemend gecompliceerde en acrobatische posities, met toevoeging van de nodige hoeveelheid etenswaren en tandpasta. Het is totaal absurd, hilarisch en weerzinwekkend – en vooral de combinatie daarvan.

Die drie dingen - humor, ritueel en transgressie – zijn wel de meest in het oog springende kenmerken van het contemporary in de hedendaagse dans. Terugkerende thema’s daarbij zijn menselijke relaties, lichamelijkheid en seksualiteit – niet verwonderlijk voor een kunstvorm die nogal lichamelijk en niet erg verbaal is. Vrolijk is het bijbehorende mensbeeld niet. Als menselijke relaties verbeeld worden, gaat dat meestal gepaard met sadisme, miscommunicatie en langs elkaar heen bewegen; het lichaam wordt verwrongen, als een rekwisiteit behandeld en op de meest onflatteuze wijze tentoongesteld; hysterische drag queens, illusieloze stripteases en lachwekkende neukbewegingen worden in je gezicht gesmeten. Het is vooral die lichamelijkheid waardoor de hedendaagse dans toch dans blijft, hoe conceptueel ook.

Opmerkelijk genoeg is er, in elk geval in Nederland, nauwelijks klassieke dans. Er is het Nationale Ballet en verder zijn er in de gesubsidieerde sector twee smaken: modern en hedendaags. Het onderscheid tussen die twee is tamelijk fluïde: ook in de dans die niet contemporary is staan de ontwikkelingen niet stil. Integendeel, er wordt overvloedig gebruik gemaakt van audiovisuele middelen, live electronica, theatrale effecten die eerder met scenografie dan met dans te maken hebben. En ook het ronduit klassiek moderne NDT maakt wel eens een grap. Maar het overschrijden van de grenzen van de dans heeft toch een ander karakter bij, pak ‘m beet, Emio Greco|PC, Anouk van Dijk DC of Leine & Roebana dan bij SNDO en PARTS. Het is nog steeds dans als ritmische beweging op muziek die centraal staat, gecombineerd met andere kunstvormen; de moderne dans is interdisciplinair, waar de hedendaagse dans transdisciplinair wil zijn, de discipline voorbij.

Matheid, seks en camp

En lukt dat? De hedendaagse dans wordt toch hoofdzakelijk gemaakt door dansers voor een danspubliek. Recent was op Springdance een choreografie van conceptueel/beeldend kunstenaar Martin Creed, Work No 1020 Ballet. De titel alleen geeft al aan: dit is gewoon een van mijn werken, deze keer dan in dansvorm. Het resultaat is dat de dans in Work No 1020 Ballet een puur decoratieve rol speelt, als onderdeel van de grote Martin Creed show. Waarom dan nog dansen? Daar stuit je op de grenzen van de transdisciplinariteit. Ook voorbij de disciplinaire grenzen blijft er een subtiele je ne sais quoi van dansers die als danser denken, in tegenstelling tot beeldend kunstenaars die in beelden denken.

Martin Creed - Work No 1020 Ballet

Nu is dat niet het grootste probleem. Transdisciplinariteit is geen heilige verplichting. Erger is, dat door het verlaten van de avantgarde-retoriek ook de zelflegitimatie van de hedendaagse dans wankel geworden is. De pretentie dat dit “de dans van morgen” is, kan onmogelijk waargemaakt worden. Die toekomst ligt eerder in het verder doordringen van nieuwe media en technologie, hoeveel loos spektakel daar ook mee gepaard gaat. De hedendaagse dans grijpt daarentegen vooral terug op het verleden, de erfenis van Yvonne Rainer, Marina Abramovic, Koert Stuyf en Pina Bausch. Er is geen trickle down-effect. Hoogstens een moving up-effect, doordat jonge choreografen van PARTS en SNDO vijf jaar later in de grote zaal staan. De onderliggende houding is niet alleen verlegenheid, maar ook valse bescheidenheid. De maker is zogenaamd geen virtuoos meer, maar hij pretendeert wel op virtuoze wijze van niets iets maken. Dat is blasé.

Ironie, ritueel en transgressie zijn niet altijd even grappig, betoverend en confronterend. Veel van de humor in de hedendaagse dans is gewoon ongein met camp en low culture, poep, pies en piemels. Rituelen zijn ook wel eens geestdodend repetitief. En wat de transgressie betreft: na het zoveelste bombardement van tieten en genitaliën, de zoveelste voorstelling over gender-identiteiten en de zoveelste over-the-top-act geloof je het wel.

Nu is het recht van experimentele kunst om te mogen mislukken een groot goed. Maar in de hedendaagse kunst zit de cultus van de onvolmaaktheid dusdanig ingebakken, dat er van briljant mislukken geen sprake meer kan zijn. Het is hogere hopeloosheid: mislukken verplicht. Als er in de hedendaagse dans iets briljants gedaan wordt, is dat juist door die blasé houding los te laten, door er geen spelletje van zelfrelativerende pretenties van te maken. Gelukkig is de praktijk ook in dit opzicht weerbarstig en zijn er makers die zich niet laten inperken door negatieve classificaties van wat hedendaagse dans allemaal niet moet zijn. En gelukkig zijn de grenzen tussen modern en hedendaags fluïde. Want zonder een dosis conceptualisme zou de moderne dans ook wel saai worden.

 

Hoop voorbij de hopeloosheid

Er is hoop. Afgelopen december organiseerde DasArts in het Amstelpark het performancefestival Slow DownHet miezerde, mijn vader was net een maand dood, ik had ruzie gemaakt met een goede vriendin, ik had een kater en een kuthumeur, en ik verwachtte de hele kerstvakantie door te moeten werken aan onderzoeksvoorstellen. Een vrouw zat onder een vilten kap een rol papier vol te schrijven. De tekst die voor haar uitgerold was verwasemde in de motregen, maar zij keek niet op en ging stug door met haar écriture automatique. In het Rietveldpaviljoen kraakte een meisje vier dagen lang walnoten met haar blote handen. Ik heb haar handpalmen naderhand niet gezien, die zouden toch flink beschramd en verblaard moeten zijn, maar ook zij gaf geen krimp. In het glazen huis lag een man in pak stokstijf op een voetstuk, en boven hem hing, met haar gezicht naar hem toe, een vrouw even onbeweeglijk aan touwen, een wolk van rood haar voor haar gezicht. In dezelfde ruimte voerden twee performers aan een weefgetouw Penelope’s Act op; de titel spreekt voor zich.

Ik kwam thuis en had nog steeds een kuthumeur. For art makes nothing happen. Maar in die volharding in het hopeloze, het vermogen om even de tijd stil te zetten en niks te laten gebeuren, schuilt verantwoording genoeg. Wat in een theaterzaal strontvervelend zou zijn geweest, deed hier pijn om je van los te maken. Dit was geen kijkkast, maar een gebeurtenis waar je doorheen kon lopen; een galeriesetting, maar dan onmiskenbaar met een choreografische blik. Met ook hier ritueel, transgressie (vier dagen lang!) en zelfs humor. Het was totale, liefdevolle tijdverspilling, zonder een spoor van matheid, slechte seks of camp.

Slow Down Winter Performance Festival

De situatie is hopeloos, maar niet ernstig. Er gebeuren machtig interessante dingen in de moderne muziek, in de theatertechniek, in de verbreiding van audiovisuele middelen, waar de hedendaagse dans op kan inhaken. Zelfs in de beeldende kunst, die nog steeds lijdt aan een misplaatst superioriteitsgevoel ten aanzien van andere kunstvormen, zijn aanknopingspunten. Er is juist in de toepassing van die middelen, en de vermenging van die verschillende vormen, een conceptuele blik nodig, die kijkt naar hoe dat alles kan worden aangewend in de verwezenlijking van een artistiek idee, in plaats van gewoon het ene naast of door het andere te zetten. Die benadering kan beeldend, muzikaal, theatraal of lichamelijk zijn. Misschien lopen er zelfs een paar briljante geesten rond die in hun benadering daadwerkelijk de discipline voorbij zijn. Wat de hedendaagsen van alle gezindten vooral moeten kwijtraken, is de zelfopgelegde beperking om vooral heel veel dingen niet te willen zijn. De paradox van “het is maar kunst” is daarmee nog niet opgelost. Alles kan. Wat nu? Maar misschien is er hoop voorbij de hopeloosheid.

--
Dit artikel kwam tot stand binnen een masterclass kunstjournalistiek van het Domein voor Kunstkritiek, in het kader van Springdance.

Mail

Floris Solleveld is Hard//hoofd-redactielid en overdag historicus en filosoof. Tussendoor tekent hij met inkt en penseel en schrijft over interdisciplinaire podiumkunsten. Of over politiek. Soms ook poëzie.

Joost Dekkers

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Als de bodem niet dragen kan

Als de bodem niet dragen kan

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer