De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Michiel Bron constateert een sprookje over de teloorgang van de hedendaagse cultuur.
‘Het doel van de krant is de plannen en bevelen van de regering bekend te maken aan de onderdanen.’
Dit was de doelstelling van de Turkse krant Takvim-i Vekayi in mei 1832. Hoewel de krant streng werd gereguleerd door de overheid, bleef het een vernieuwing en een overname van een Westers fenomeen. Westerse waarden en normen overstroomden de Turkse gemeenschap in de negentiende eeuw. Er werden sigaretten gerookt, kranten gelezen en later ook radio geluisterd. De toenmalige machthebbers en een groot deel van de intellectuele elite zagen hun ‘eigen’ cultuur verdwijnen en waarschuwden al voor de verwestering en het daarmee gepaard gaande verlies van de eigen culturele identiteit. De Turkse Sultan Mahmoed II was een voorloper in deze veranderingen. Hij was degene die de hierboven geciteerde krant leven in blies.
Heden ten dage spelen kranten wederom een hoofdrol in het Turkse debat. De Turkse president Erdogan is hard op weg zijn land in een dictatuur te veranderen waar vrijheid van meningsuiting nog slechts opgaat voor de meningen die overeenkomen met die van de president. Westerse waarden en normen worden misschien nog wel sneller dan de gemiddelde Syrische vluchteling het land weer uitgeschopt. Wat achterblijft is echter niet wat Erdogan hoopt, namelijk een trots, traditioneel Turkije. Wat achterblijft is een land zonder echte culturele identiteit.De culturele identiteit van Turkije wordt immers al sinds Sultan Mahmoed II gekenmerkt door het debat over deze Westerse invloeden. Aan dit debat ontlenen de grote Turkse helden als Atatürk hun identiteit en de opiniemakers hun materiaal. Door dit debat kan men tegenwoordig in de koffiehuizen van Istanbul een Turkse man, in Westerse kleding en met traditioneel hoofddeksel, al rokend de krant zien lezen. Dat is de hedendaagse cultuur in Turkije en wanneer je daar alle vermeende Westerse invloeden uit filtert blijft er niks anders over dan een naakte man met een fez op zijn hoofd.
Wanneer Erdogan zich steeds meer als een sultan gaat zien en ‘de oude Turkse cultuur’ probeert terug te brengen, beroept hij zich dus eigenlijk op een niet bestaande realiteit. Het is een sprookje dat wanneer delen van de schijnbaar buitenlandse cultuur worden weggesneden, de oude cultuur weer naar voren komt. De Turkse man in het koffiehuis heeft geen Osmaanse klederdracht onder zijn T-shirt en in Turkije komt de cultuur van voor 1832 niet ineens weer naar voren wanneer kranten wederom worden gereguleerd. Erdogans pogingen om de oude cultuur te herstellen zijn dan ook gedoemd om te mislukken. Daarvoor is Turkije al te veel veranderd.