De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Vincent Tijms denkt dat linkse partijen een kans gemist hebben om de rechtse ideologie van het CPB te bekritiseren.
Het is niet makkelijk om Dijsselbloem gelijk te geven. Tijdens de Europese schuldencrisis liet hij zich kennen als een rigide technocraat, die bestaande plannen en regels als heilig zag en niets wilde weten van alternatieve oplossingen voor de problemen in Griekenland.
Het is daarom niet verwonderlijk dat Dijsselbloem geen oog heeft voor de vooraannames die het Centraal Planbureau (CPB) hanteert bij het doorrekenen van partijprogramma's. ‘Het [CPB] confronteert ons met de harde werkelijkheid,’ stelde de minister, alsof voorspellingen over werkgelegenheid en koopkracht geen beroep doen op vuistregels en veronderstellingen. Niets is echter minder waar: de modellen van het CPB zijn sterk gekleurd door aannames over een aanbodeconomie, ook al was er dit jaar aandacht voor economische ongelijkheid. Maatregelen als flexibilisering van de arbeidsmarkt, privatisering en verlaging van het minimumloon zijn in die modellen altijd goed voor economische groei en banen. Kortom, het CPB confronteert ons alleen met de harde werkelijkheid als deze aannames, die zelf inzet van politieke discussie zijn, daadwerkelijk kloppen.
En toch had Dijsselbloem gelijk toen hij zei dat elk partijprogramma doorgerekend had moeten worden door het CPB. Niet omdat de resultaten zo eenduidig en feitelijk zijn als Dijsselbloem meent, maar omdat heersende ideologieën alleen blootgelegd kunnen worden door er zeer expliciet over te zijn. De Vrijzinnige Partij (VP) deed hiertoe een voorzet, door hun programma te laten doorrekenen en het CPB ook openlijk van repliek te voorzien. Die repliek was weliswaar niet bijzonder pakkend geschreven – en rekende wat gemakzuchtig in het voordeel van hun voorstel tot een universeel basisinkomen – maar liet wel zien dat je anders over economische mechanismen kunt denken dan het CPB doet.
Een slechter moment was daarvoor nauwelijks denkbaar
Helaas koos de Partij voor de Dieren (PvdD) voor een andere weg. In Buitenhof legde Marianne Thieme uit dat ze geen CPB-doorrekening wilde omdat hun modellen volgens haar totaal niet voldoen en geen recht doen aan de ecologische, mondiale visie van haar partij. Toch zou juist de PvdD, met econoom en columnist Ewald Engelen op de lijst, een stevig weerwoord op de rekenmeesters hebben kunnen bieden. Door het CPB te negeren liet Thieme die concrete aanval over aan andere linkse partijen, maar die lieten het op hun beurt afweten. Niet omdat de kritiek op het CPB ongegrond is – de gebruikte modellen zijn nauwelijks gewijzigd – maar omdat ook linkse partijen door het ideologisch vaarwater van het CPB hebben leren laveren, alle kritiek op het ‘economisme’ ten spijt.
Een slechter moment was daarvoor nauwelijks denkbaar. Natuurlijk zou niet iedereen meelezen terwijl macro-economische assumpties in twijfel worden getrokken , maar het idee dat er iets mis is met standaard economische modellen lijkt sinds de Grote Recessie een stuk populairder. Het is niet zomaar dat populistische leiders zich in woord afkeren van neoliberale speerpunten. De tijd was daarom rijp om in meer detail aan een alternatief, links verhaal te werken. Dat Klaver en Roemer dat niet hebben gedaan, valt uit te leggen als goedbedoeld opportunisme. Maar dat de PvdD de hele discussie uit de weg ging was een strategische misser. En het gaf Dijsselbloem nog eens gelijk ook.
Beeld: White House Photos