De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Miriam heeft nog hoop voor singles zonder wiskundeknobbels.
In aanloop naar Valentijnsdag verscheen afgelopen weekend een artikel in de Volkskrant over de zin en onzin van de algoritmes die Parship ('daten voor hoger opgeleiden') gebruikt om mensen te koppelen. In 2013 gaat liefde niet door de maag, maar door de databank: goed nieuws voor bèta's, maar wellicht minder goed nieuws voor hen die de liefde graag aan het toeval of de sterren overlaten.
Een paar weken geleden stuitte ik op de TED-talk van ene Amy Webb: een typische hoogopgeleide, ambitieuze begindertiger die klaar was voor love and marriage en het web opging om daarvoor de juiste man te vinden, met een profiel dat hoog zou scoren op LinkedIn. Na een reeks rampzalige dates was zij echter de wanhoop nabij. De laatste poging moest daarom helemaal op haar manier: algoritmisch. Webb stelde een lijst met tweeënzeventig voorkeuren met bijbehorende scores ('Weegt altijd tien kilo meer dan ik': dertig punten) samen, maakte vervolgens tien nepprofielen van mannen aan om te kijken hoe haar concurrentes het aanpakten en ging uiteindelijk zwaarbewapend op zoek naar Mr. Right. En vond hem. Een jaar later ging hij op één knie.
Haar pas verschenen boek is een verslag van deze geschiedenis. Vermakelijk? Absoluut. Uitnodigend? Eerlijk gezegd niet. Webbs onderneming klinkt precies zo: als een onderneming. Obsessief, controlfreakerig en werkelijk niets aan het toeval overlatend. Liefde als een mathematische som.
Ondanks de kritische noten die erin gekraakt worden kent ook het eerdergenoemde krantenartikel een happy end. De schrijver ervan vond zijn grote liefde uiteindelijk op de site. Hun matchingscore was ronduit belabberd, maar dat stond de liefde verder niet in de weg.