We hebben steeds meer technologische, medische en digitale middelen tot onze beschikking om onszelf en onze levens te verbeteren. Maar welke gevolgen heeft deze zoektocht naar perfectie? Wanneer ben je nog ‘jezelf’? En wanneer vinden we iets niet meer ‘natuurlijk’? Siri Beerends verkent de grenzen van ons maakbare ik in een serie essays. Dit is deel I.
Clubben met een topmodel, een jaloersmakende one-night stand, een BN’er die spontaan komt aanhaken waar je vrienden bij staan of een enthousiaste talentscout langs de zijlijn bij een sportwedstrijd van je kind: The Good Life Agency regelt het voor je. Of toch niet? Vorige maand kwam The good life agency uit de kast als SIRE campagne.
Stichting Ideële Reclame vond dat het maar eens afgelopen moest zijn met al die pixels vol perfecte levens. De plicht tot perfectie zou een serieus maatschappelijk probleem zijn: door onze levens online mooier voor te doen en ons te laten leiden door wat anderen van ons verwachten worden we diep ongelukkig, aldus psycholoog Paul Verhaeghe, een expert die bij de ontwikkeling van de campagne geraadpleegd werd.
Vroeger werden reclames nogal eens verguisd omdat ze onrealistische verwachtingen zouden scheppen, nu zijn social media aan de beurt. Facebook en Instagram mogen niet langer een parallel geperfectioneerd universum vormen waarin we elkaar ophitsen met onrealistische verwachtingen ten aanzien van het offline leven.
Uiteraard wordt het medium zelf niet ter discussie gesteld - bij de gedachte aan een leven zonder social media aandacht krijgen we al een zelfcomplex - enkel de wijze waarop we het gebruiken krijgt kritiek. Was de tijd van de verontrustende perfectie van je Facebookvrienden die altijd succesvoller, sexier en interessanter zijn niet allang voorbij?
Weg met het parallel geperfectioneerde nep universum
SIRE had er beter aan gedaan om niet alleen psychologen te raadplegen maar ook mediawetenschappers en cultuurdeskundigen. Die hadden namelijk kunnen uitleggen dat al die pixels vol perfecte levens grotendeels passé zijn. De witte tandpasta lach en het geijkte heteroseksuele gezinsleven zijn allang niet meer de enige ideaalbeelden die aan ons worden opgedrongen.
We leven tegenwoordig in een authenticiteitsdictatuur waarin perfectie nu juist het ongeloofwaardigste is dat je van jezelf kunt tonen. In medialand is het inzicht dat menselijke onvolmaaktheden ons ‘echt’ en aantrekkelijk maken allang gesneden koek. Zo zagen we afgelopen zomer modellen met puisten op de catwalk, wordt er druk gepost met hashtags als #NoMakeUpSelfies, zien we in reclames af en toe een vetrol, een stuntelige man of een pluizige haarlok opduiken, delen mensen op social media gretig hun imperfecties, en zijn televisieprogramma’s zoals The Undateables en hitseries zoals Girls waarin de onvolmaakte mens centraal staat een kijkcijfermagneet.
Daar krijgen we vervolgens massaal een emotionele stijve van, die in het publieke debat wordt uitgemolken tot een zaadlozing aan maatschappelijke emancipatie.
Door een ‘echtere’ weergave van het dagelijks leven te tonen, wordt invulling gegeven aan het verlangen om meer gezonde realiteit naar onze beeldschermen te halen. Beschrijvingen en beelden van menselijk falen en uiterlijke imperfecties worden met grote groepen volgers gedeeld en geliked. Daar krijgen we vervolgens massaal een emotionele stijve van, die in het publieke debat wordt uitgemolken tot een zaadlozing aan maatschappelijke emancipatie. Want hoe fantastisch taboedoorbrekend zijn we allemaal wel niet bezig en hoe bevrijdend is dat voor onze gemarginaliseerde medemens.
Bevrijdend? Soms lijkt het meer op een perverse dramacultus waarin je alleen aandacht krijgt als je in mediagenieke pixels en soundbites kunt falen. Je kunt je bovendien afvragen hoe ‘echt’ en emanciperend al die mediabewuste imperfecties eigenlijk zijn.
Grenzeloze deelcultuur
Toen ik vorige maand een avond ging clubben, zonder ingehuurde topmodellen, one-night stand of Jeroen Pauw die semi-spontaan aanhaakte, werd ik geconfronteerd met de grenzen van de deelcultuur in de offline wereld. Ik belandde in de Performancebar waar kroeg en theater met elkaar zijn versmolten en publiek en artiest niet van elkaar te onderscheiden. Uit de bar werd plotseling een volledige badkuip gehesen: we gingen ‘in bad met Juna’.
Ik wist helemaal niet of ik wel zin had om in bad te gaan met Juna maar een van de mannelijke aanwezigen gelukkig wel. Hij liet zich gedwee de badkuip in lokken, niet wetende dat hij publiekelijk aan een persoonlijk kruisverhoor onderworpen zou worden. De schaars geklede, wulpse vrouw zat met de ongemakkelijk ogende man in de badkuip en vroeg hem of hij een onderwerp kon bedenken waarover zij met hem kon discussiëren. ‘Anale seks’, zei de man, in de hoop taboedoorbrekend genoeg over te komen in deze excentrieke setting.
Toen volgde een inhoudelijke uitwisseling die ik moedwillig heb verbannen uit mijn geheugen. De badnimf opperde tot slot dat het misschien wenselijk is om sommige zaken in de taboesfeer te houden: niet alles hoeft openlijk gedeeld te worden en van intimiteit of exclusiviteit te worden ontdaan. Een mooie conclusie in een setting waar openheid nu juist centraal stond.
Afscherming is voorwaarde voor openheid
In deze transparante social media tijden zou je bijna vergeten dat afscherming niet de vijand is van transparantie, maar juist een voorwaarde om open te kunnen zijn. Wanneer we weten dat niet iedereen kan meekijken of meeluisteren, zijn we opener en eerlijker over onze gedachten en gevoelens. Mensen zijn zich dan ook altijd bewust van de toeschouwers en volgers waarmee zij hun imperfecties online en offline delen. Het definiëren van persoonlijk falen in een voor de ander begrijpelijke taal is al een bewerkte versie, laat staan als het gaat om het delen met grote groepen volgers.
Imperfecties die pas omarmd worden nadat ze in het medialandschap zijn opgenomen, gecultiveerd en gecommercialiseerd: is dat nou emanciperend?
Wat betreft het delen van uiterlijke imperfecties zien we bijvoorbeeld dat make-uploze selfies op social media in de meeste gevallen bewerkt zijn met een digitale fotofilter die oneffenheden maskeert. Want het persoonlijke faalverhaal moet natuurlijk wel een aantrekkelijke en herkenbare vorm van dramatiek bevatten, een make-uploze selfie moet door de juiste filter zijn gehaald en het behuilde gezicht op een paniekaanval selfie moet geen snottebel bevatten.
Imperfecties die pas omarmd worden nadat ze in het medialandschap zijn opgenomen, gecultiveerd en gecommercialiseerd: is dat nou emanciperend? We kunnen een lofzang houden op het openlijk delen van onvolmaaktheden maar laten we niet vergeten dat het vaak om een schijntransparantie gaat waarin we slechts een geregisseerde vorm van falen en mediagenieke imperfecties te zien krijgen.
Gekunstelde imperfectie
Het delen van perfecte plaatjes op social media heeft dus steeds meer plaats gemaakt voor het delen van geperfectioneerde imperfecte plaatjes. Onze hedendaagse honger naar echtheid lijkt juist een tegenovergesteld effect te creëren, namelijk een wereld vol gekunsteldheid en berekenend vertoon van oprechtheid. Blijkbaar zijn het niet alleen commerciële industrieën die onze honger trachten te stillen door producten, beelden en imago’s te verkopen die door een bedacht sausje van imperfectie en authenticiteit zijn gehaald. Mensen zijn hier inmiddels zelf ook meester in geworden.
SIRE wilde het geestelijk welbevinden bevorderen door te benadrukken dat mensen zich niet teveel moeten laten leiden door het toenemende streven naar perfectie. Hoewel we minder autonoom zijn dan we vaak denken, is het mooi om naar een samenleving te streven waarin mensen zich niet teveel laten leiden door de perfecte plaatjes van andermans levens.
Tegelijk moeten we ons beseffen dat het verbeelden en waarnemen van een gladgestreken perfectiewereld een menselijk verlangen is dat we niet onnodig moeten problematiseren. We verlekkeren ons maar al te graag aan Hollywood kitsch, succesverhalen, strakke lijven en glanzende haarlokken die juist zo begeerlijk zijn omdat ze niet op onze alledaagse realiteit lijken. Dit wordt pas problematisch wanneer mensen niet weten hoe om te gaan met de complexe wisselwerking tussen beeld en werkelijkheid en de eigen idealen en die van anderen.
In plaats van ten strijde te trekken tegen al die perfecte plaatjes, is het zinvoller om aandacht te besteden aan het kweken van sociale weerbaarheid en mediawijsheid. Door mensen in bescherming te nemen tegen onrealistische reclames en pixels vol perfecte levens maak je hen slechts overgevoelig en sociaal zwak. Bovendien resulteren tegenbewegingen in onze digitale deelcultuur al snel in een andere kant van dezelfde medaille: een imperfectiecultus met culturele en esthetische normen die uiteindelijk net zo dominant en pervers van aard kunnen zijn als die van de vermeende perfectiecultus.
Siri Beerends is cultuursocioloog . Sinds ze The Truman Show gezien heeft, is ze gefascineerd door de culturele obsessie met ‘echt’ versus ‘nep’. Ze bezit een bescheiden argwaan tegenover massaal aangehangen standpunten en voelt zich prettig in de rol van advocaat van de duivel.
Valerie Geelen is een redactionele illustrator en grafische vormgever. Ze maakt haar werk om mensen uit te dagen kritisch en met humor naar zichzelf en de wereld te kijken.