Asset 14

De voldoening van het twijfelen

De voldoening van het twijfelen

Koen Schouwenburg voert sinds kort socratische gesprekken met zijn filosofisch practicus. Waar twijfel vaak als iets negatiefs wordt gezien, brengt het hem juist steeds meer voldoening. Een filosofisch essay over vragen, luisteren en het loslaten van de illusie van kennis.

 

Wankel is het bestaan, wankel is de mens en
zekerheid is nooit zekerheid; bloemen verwelken,
gevoelens sterven af.
Jo Otten – ‘Angst, dierbare vijandin’

 1

Met Margit ging ik de bewegingen van mijn denken onderzoeken. Ik kende haar al: ze is een vriendin van mijn verloofde en na de anonimiteit van de psycholoog vond ik het fijn om met iemand te praten van wie ik een beetje weet wat haar beweegt. Voor onze eerste afspraak leidde ze me rond in het gebouw waar ze haar gesprekken voert. Het werd vroeger gebruikt als opvang voor alleenstaande moeders en staat midden in het centrum van Groningen, recht tegenover de Martinitoren. Ze heeft een gezellig kantoor: in de kamer prijkt een groot, antiek bureau en voor de hoge ramen staan twee comfortabele stoelen.

Margit Vegter is mijn filosofisch practicus. Haar beroep van filosofisch practicus bestaat nog niet zo lang en is redelijk onbekend. Er zijn twee belangrijke verschillen tussen Margit en mijn psycholoog: het verschil tussen denken en voelen en het verschil tussen onderzoeken en verklaren. Mijn psycholoog vraagt me vaak wat ik voel bij een handeling of gebeurtenis, Margit vraagt me constant wat ik denk. Na de interpretatie van mijn woorden probeert mijn psycholoog het verhaal te verklaren. Margit waagt zich niet aan duidende uitspraken, zij onderzoekt door te bevragen en door ‘schoon luisteren’. Hiermee bedoelt ze luisteren zonder veroordeling en invulling. Zo kan ze gericht vragen stellen, zodat de betekenis van mijn woorden nooit vanzelfsprekend is.

Voordat ik mijn eerste gesprek met Margit had, sprak ik met mijn psycholoog over mijn strengheid. En gisteren nog zei mijn verloofde: ‘Je bent wel heel streng.’ Dit wilde ik bij Margit onderzoeken en dus begon ik het gesprek met de vraag: ‘Ben ik te streng?’

Op wie, vroeg Margit direct, heeft de strengheid betrekking: op jezelf, anderen of op allebei?

‘Op mezelf en anderen,’ zei ik.

Ik wil graag ruimdenkend zijn, ik ga er zelfs prat op ruimdenkend te zijn, maar bén ik ook ruimdenkend?

Door haar vragen werd al snel duidelijk dat mijn strengheid te maken heeft met mijn moraal, met wat ik denk dat goed en slecht is. Het probleem dat zich aandiende was het verschil tussen idee en praktijk, tussen mijn algemene en abstracte opvattingen en de concrete gedachten die ontstaan na een bepaalde gebeurtenis of handeling. Dit was tegelijk een breuk tussen willen en zijn. Ik wil graag ruimdenkend zijn, ik ga er zelfs prat op ruimdenkend te zijn, maar bén ik ook ruimdenkend? De zinsnede van Samuel Beckett dat je moet falen, steeds beter en opnieuw, was mijn morele motto. Maar gaf ik anderen wel de ruimte om te falen? Als iemand een slechte daad had begaan, beoordeelde ik diegene, maar mijn beoordeling was eigenlijk een veroordeling. Die persoon faalde en dat falen was een gebrek, een illustratie van zijn of haar slechtheid. Ik begon te wankelen. Hoe dacht ik werkelijk over goed en slecht? Welke rol speelden intentie, daad en geloof in mijn ethische systeem? Het gesprek eindigde zoals het begon: met een vraag. ‘Is het genoeg om te geloven dat ik een goed mens ben?’

 

2

Jarenlang heb ik mezelf het verhaal verteld dat ik niet geschikt ben voor een relatie, dat ik gemaakt ben om alleen te leven. Nu ben ik verloofd, nu verafschuw ik de eenzaamheid van vroeger.

De verhalen die ik mezelf vertel zorgen voor houvast, voor de onmisbare illusie van zekerheid. Deze verhalen kunnen me ook gevangen houden, dan zie ik ze als een onveranderlijke waarheid.

Verhalen zijn altijd dubbelzinnig, ze kunnen tegelijk helpen en belemmeren. Door reflectie, door mijn denken te onderzoeken, houd ik de dubbelzinnigheid van de verhalen in stand, zodat mijn geest in beweging blijft en ik niet verbeten en krampachtig vasthoud aan verhalen die me beperken in mijn bestaan. Zodat ik leer twijfelen aan mijn eigen verhalen.

De voldoening van het twijfelen 13

Drie weken later zag ik Margit weer. In die weken had ik ook twee gesprekken met mijn psycholoog. Na het begrip van mijn psycholoog (‘Dat moet naar voor je zijn geweest.’) was ik wel toe aan het onbegrip van Margit. Onbegrip komt hier niet voort uit een gebrek aan kennis of empathie; onbegrip is de houding van het bevragen, het zaaien van twijfel.

Regelmatig stuit ik op de grenzen van mijn verstand tijdens de socratische gesprekken met Margit. Wat ik denk en vind kan ik dan niet helder verwoorden, mijn emoties vermengen zich met het verstandelijke en daar, op het punt waar verstand en gevoel samenkomen en niet harmoniëren, ontstaat het conflict, de paradox of de tegenstrijdigheid. Ik voel dat ik in de problemen kom, mijn taal wordt vager en mijn formuleringen algemener en abstracter. De vaste grond onder mijn voeten wordt drijfzand, maar Margit zorgt ervoor dat ik niet wegzak.

Had Margit me voor ons eerste gesprek gevraagd of het genoeg was om te geloven dat ik een goed mens ben, dan had ik bevestigend geantwoord: ja, dat is genoeg. Maar nadat ik was gaan zitten en Margit thee voor ons had ingeschonken, beantwoordde ik de vraag waarmee we het vorige gesprek hadden afgesloten: ‘Nee, alleen geloven is niet genoeg... denk ik...dat zou namelijk betekenen dat ik niet hoef te handelen. Het impliceert dat op een stoel zitten in een kamer en geloven dat ik goed ben, genoeg is.’

‘En dat is niet genoeg?’

‘Nee.’

‘Waarom niet?’

‘Nou,’ dacht ik hardop, ‘er moet ook iets van toetsing zijn...oké, dat is een slecht woord, het dekt de lading niet goed... ik weet even geen beter woord, misschien komen we er straks op, maar voor nu volstaat het, hoop ik .’

Tijdens onze gesprekken zei ik heel vaak wacht. Dat was onnodig, want Margit luisterde.

Margit zweeg en dus ging ik verder: ‘Handelingen zijn denk ik een soort toetsing, een weergave van het goede of slechte, het zichtbaar maken van het onzichtbare; handelingen zijn het bewijs van het denken en geloven. Ik vind bijvoorbeeld een schreeuwerige dichter een eikel omdat hij een keer een goede vriendin van mij slecht heeft behandeld. Ik ken hem verder niet, zijn poëzie misschien een beetje, zijn persoonlijkheid helemaal niet, maar door zijn kwalijke daad vind ik hem een slecht mens.’

‘Ik ga even terug naar wat je daarvoor zei, over geloven en denken. Is dat hetzelfde?’

‘Ehm... ja. Misschien. Wacht. Ik denk dat het niet hetzelfde is, maar ze liggen wel in elkaars verlengde.’

Tijdens onze gesprekken zei ik heel vaak wacht. Dat was onnodig, want Margit luisterde, ze wachtte en ik hoefde er helemaal niet om te vragen, maar in de gesprekken die we voeren in het dagelijkse leven zijn we zo gewend dat de ander je interrumpeert, bruusk onderbreekt, of elke stilte aangrijpt om zijn eigen gedachten en meningen te verwoorden, dat je de ander vriendelijk sommeert even te wachten als je gedachten haperen.

We spraken over het probleem van intentie en het begrip bewijs. En, vroeg Margit, wat betekent bewijs of bewijzen?

‘Het bewijs toont aan dat iets is gebeurd of heeft plaatsgevonden.’

‘Alleen dat iets is gebeurd?’

‘Ook dat iets niet is gebeurd of niet heeft plaatsgevonden.’

‘Speelt intentie een rol bij handelen en bewijzen?’

‘Ja.’

‘Welke rol?’

‘De intentie bepaalt denk ik of de handeling een middel is of een doel op zich. De intentie van de handeling kan zijn om aan iemand te laten zien dat hij goed is: de handeling is niet oprecht, omdat bewijzen het motief is; het gaat dan niet primair om goed doen, maar goed willen zijn in de ogen van de ander. De handeling is dus een middel.’

Wederom eindigde het gesprek met een vraag: ‘Wat denk ik wanneer ik iets slechts doe?’

‘Een werkelijk goede handeling,’ ging ik verder na een korte stilte, ‘is denk ik een doel op zich en niet een middel. Het gaat, ik jat even een idee van David Foster Wallace, om oprechtheid zonder motief. Bijvoorbeeld de handeling die voortkomt uit liefde. Mijn ouders hebben me op een bepaalde manier opgevoed. Hebben ze dat goed of slecht gedaan? Ze kenden natuurlijk de uitkomst van hun beslissingen en handelingen niet, maar deze kwamen in mijn geval allemaal voort uit liefde, en de liefde was oprecht, ze wilden het beste voor mij, hun zoon. Hun oprechtheid had geen motief. Ze hebben nooit beslissingen genomen zodat ze vervolgens met mij zouden kunnen pronken. Als ik een chai latte voor mijn verloofde en haar beste vriendin zet, doe ik dat uit liefde, niet om aan één van tweeën te laten zien wat voor toegewijd en liefdevol mens ik ben.’

‘Dus als je oprecht handelt, zonder motief om iets aan te tonen, dan is de handeling het bewijs, maar het bewijs is dan een bijvangst van de handeling?’

‘Ja! Als de handeling het doel op zich is, dan is het bewijs secundair of misschien wel betekenisloos. De handeling is een middel als de handeling iets moet bewijzen, moet aantonen aan jezelf en anderen hoe goed je wel niet bent.’

Dit antwoord was tijdelijk, want de zekerheid werd weer twijfel nadat we aan het eind nog spraken over mijn slechte daden, over mijn intenties voordat ik iets slechts deed en mijn gedachten nadat ik iets immoreels had gedaan. Wederom eindigde het gesprek met een vraag: ‘Wat denk ik wanneer ik iets slechts doe?’

Met meer vragen dan antwoorden vertrok ik. Langzaam leer ik van Margit dat onzekerheid vruchtbaarder is dan de illusie van kennis.

Mail

Koen Schouwenburg (1986) is criticus en essayist. In 2017 verscheen zijn boek Talend naar betekenis. Het oeuvre van Connie Palmen. Hij woont in Groningen. 

Katja Grosskinsky is illustrator, designer en art director. Geboren en getogen in Berlijn, woonachtig in Utrecht. Ze werkt voor verschillende opdrachtgevers en ontwerpt posters, producten, mode en maakt illustraties bij artikelen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

:Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Alara Adilow blikt terug op haar jongere zelf en ziet hoe onwetendheid en zelfdestructie haar afsneden van zorg en liefde, tot feministische en postkoloniale denkers haar aanraakten en haar openstelde om naar zichzelf en de wereld te kunnen kijken. Lees meer

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lieve buren

Lieve buren

Ze hebben dezelfde brievenbus en dezelfde supermarkt, maar Nienke Blanc vraagt zich in deze nooit verzonden brief af of dat het enige is dat ze met haar buren deelt. Lees meer

Best Friend (For The Forseeable Future)

Best Friend (For The Forseeable Future)

Lotte Krakers’ vriendschap met Karlien eindigde mét blauwe vinkjes, maar zonder antwoorden. Het laat Lotte reflecteren op het afdwingen van gelijkenissen in een vriendschap, en het plaatsen van vrienden op voetstukken: ‘Karlien hield me een spiegel voor, waarin ik vooral zag wat ik niet was.’ Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer