Asset 14

Blijven opletten nu. Een essay over eenzaamheid.

Blijven opletten nu. Een essay over eenzaamheid.

 

Koen Schouwenburg leidt al lange tijd een eenzaam bestaan. Hij ziet wel mensen, maar wat betekent dat? Wanneer vind je ware verbondenheid en echt contact? Hij gaat te rade in de filosofie en de literatuur. 'Leven, schreef Albert Camus, is niet berusten: de mens in opstand erkent het noodlot, maar legt zich hier niet bij neer. Ik koester de afzondering, maar ik kom in opstand tegen mijn eenzaamheid.'

           Wij zijn alleen. Wij kunnen niet kennen en
we kunnen niet gekend worden.
Samuel Beckett - Proust

I

Niemand kan eraan ontsnappen, niemand is een uitzondering, het is wat we allemaal gemeen hebben: eenzaamheid. In het Nederlands missen we het Engelse onderscheid tussen solitude en loneliness, het verschil tussen alleen-zijn en eenzaamheid, tussen leven in afzondering en isolement en eenzaamheid als wezenlijk kenmerk van het zijn. Het is het verschil tussen een situatie en een zijnstoestand. Alleen-zijn is een situatie, het verschilt per individu; iemand heeft bijvoorbeeld veel vrienden en is altijd omringd door mensen of iemand heeft net als ik weinig vrienden.

Als Michel de Montaigne essayeert over de eenzaamheid, prijst hij de afzondering en het teruggetrokken leven aan. In zijn essay 'Over de eenzaamheid' schrijft hij voornamelijk over eenzaamheid als situatie: wie zich afzondert kan op zichzelf terugvallen en is niet afhankelijk van anderen. Een leven in afzondering is jammer genoeg niet een antwoord op de tegenstrijdigheden waardoor we worden verscheurd. En ik kan het weten: meer dan een decennium leefde ik in afzondering.

Een teruggetrokken leven overstijgt niet de dubbelzinnigheid van het menselijke bestaan: dat we tegelijk verlangen naar afhankelijkheid en onafhankelijkheid, dat we uniek willen zijn en ergens bij willen horen en dat we allemaal, niemand uitgezonderd, streven naar verbinding en autonomie. Misschien zorgt alleen-zijn voor de schijn van onafhankelijkheid en is iemand pas autonoom als hij kan terugvallen op zichzelf. Ik kan heel goed alleen zijn; ik kan mezelf heel goed vermaken, mijn hobby en passie is lezen, maar ik kon niet terugvallen op mezelf, omdat ik iemand anders was dan ik wilde zijn, omdat ik mezelf zag, en soms nog steeds zie, als die vermoeiende zwager op verjaardagsfeestjes die altijd het hoogste woord heeft en zeer dominant is, mop na mop tappend alsof hij bier serveert en maar niet doorheeft dat iedereen wijn drinkt.

Het is onvermijdelijk: wie bestaat, is eenzaam.

Eenzaamheid is een kenmerk van het zijn, het is ontologisch. In 1904 schreef Rainer Maria Rilke vanuit Zweden aan de jonge dichter Franz Kappus: 'Wij zijn eenzaam.' Jaren later zou de filosoof Emmanuel Levinas in De tijd en de ander schrijven over het 'pijnlijke van de eenzaamheid'. We bestaan te midden van dingen en anderen, we kunnen objecten aanraken en zien, we kunnen mensen horen en zien. 'Maar ik ben het Andere niet,' schreef Levinas. 'Ik ben geheel alleen.'

De cursivering van Rilke en Levinas drukt een wezenlijke zijnstoestand uit en moet benadrukken dat, hoe hard we ook ons best doen, we er niet aan kunnen ontsnappen. Het is onvermijdelijk: wie bestaat, is eenzaam. Ik kan praten met de ander, luisteren naar de ander en me in hem verplaatsen, ik doe mijn best en span me in, toch blijft er een ruimte bestaan tussen mij en de ander die ik nooit kan vullen; ik ben alleen omdat er tussen mij en de ander altijd een afstand zal zijn. De pijn van de eenzaamheid is het besef dat mijn vurige verlangen om die afstand op te heffen nooit vervuld zal worden.

Dat we niet kunnen ontsnappen aan de eenzaamheid betekent niet dat we haar moeten accepteren. Vaak als ik iets accepteer, berust ik: het is zoals het is. De tautologie heeft geen betekenis, het is doods taalgebruik en maakt verzet onmogelijk. Leven, schreef Albert Camus, is niet berusten: de mens in opstand erkent het noodlot, maar legt zich hier niet bij neer. Ik koester de afzondering, maar ik kom in opstand tegen mijn eenzaamheid.Blijven opletten nu. Een essay over eenzaamheid. 1

II

Er is veel veranderd in mijn leven, maar één ding is hetzelfde gebleven: ik kan nog steeds goed alleen zijn. En dat moet ook wel. Ik ben een man zonder vriendschappen. Of ik please vrienden wil maken, vraagt mijn vrouw regelmatig. Het is haar grote droom dat ik op een avond thuiskom en meedeel dat ik niet mee-eet, dat ik naar een vriend ga, enorm gezellig ga doen en lekker laat thuiskom.

Het leven in deze coronacrisis doet me denken aan de jaren voordat ik mijn vrouw ontmoette, aan mijn leven in afzondering, een bestaan waarin ik sociaal contact tot het minimum beperkte. In gezelschap was de kans op paniekaanvallen het grootst. Ik was bang voor de ogen van de anderen, voor de blikken die toe-eigenen, die betekenis toekennen; ze kijken, zien me, ze verklaren me met hun oordelen; hij is... hij is...hij is.

Pas in gezelschap ben ik me bewust van mijn weerloosheid, van mijn kwetsbaarheid, hoe makkelijk ik te raken ben, uit evenwicht te brengen en daarom schreeuwde ik zo veel. Mijn clowneske gedrag was zelfbescherming. Al dat gebrul en geblèr, het waren praatjes told by an idiot, full of sound and fury. Signifying nothing. Zo konden anderen me nooit echt raken. Wat ze eventueel zouden raken was ik niet, dat was een omhulsel, mijn clownspak.

Leven is een gevecht met weerloosheid en ik dacht deze strijd te kunnen ontvluchten door te doen alsof: niet door ergens te verschijnen, maar door ergens op te treden. In gezelschap was ik een ander, een personage. En het was vaak te midden van anderen dat ik me bewust was van mijn eenzaamheid. Als ik langs de kroeg loop waar ik vroeger zo vaak kwam, zie ik mezelf daar weer aan de bar zitten: diep in de nacht met een doodgeslagen biertje voor me op de plakkende bar en met mijn rug naar de menigte zie ik in de spiegel achter de toog de dansende massa zwetend en zuipend plezier maken en nu pas weet ik wat ik toen voelde: eenzaamheid.

Blijven opletten nu. Een essay over eenzaamheid. 2

III

'Ik vind het heilzaam om het grootste deel van de tijd alleen te zijn,' schreef Henry David Thoreau in Walden. Alleen-zijn is misschien gezond, maar een overdaad is, zoals met zo veel dingen, ongezond. Ik kan het weten: ik was veel vaker alleen dan in gezelschap en daar werd het leven niet leuker en makkelijker van. Om in opstand te komen tegen de eenzaamheid is de ander noodzakelijk. Altijd die ander. Zo vaak worden ze verguisd, de anderen, misschien juist omdat ze noodzakelijk zijn, dat we niet zonder ze kunnen, dat we van ze afhankelijk blijven hoe afgezonderd we ook leven.

Er is een verschil tussen contact en verbinding met de ander. Contact is vooral het uitwisselen van informatie: even op straat een paar beleefdheden uitwisselen met een kennis die ik op straat tegenkom en later in de supermarkt de interactie bij de kassa. Als we dezelfde taal spreken is het mogelijk om contact te hebben. Eenzaamheid als zijnstoestand, ik ben alleen, impliceert dat er geen verbinding kan ontstaan tussen twee mensen, omdat zij los van elkaar zijn. De taal kan dat niet overbruggen, ze vervormt het innerlijke; wat we echt voelen en denken, verhaspelen we zodra we het proberen te verwoorden.

De liefde is krachtig omdat ze geen middel of medium nodig heeft, ze is een woordeloos verbond.

Er is een remedie die de woorden overstijgt: liefde. En dat is meer dan alleen de romantische liefde. De liefde als remedie klinkt misschien slap en sentimenteel, het tegendeel is waar. 'Liefhebben van mens tot mens,' schreef Rilke in 1904 vanuit Rome aan Franz Kappus, 'dat is misschien wel het moeilijkste wat ons is opgelegd, het hoogste, de laatste proef en beproeving, het werk waarvoor als het overige werk slechts voorbereiding.'

Ik ben alleen, ik besta samen. Met haar, mijn vrouw. De liefde is krachtig omdat ze geen middel of medium nodig heeft, ze is een woordeloos verbond. Ze is de motor van mijn verzet tegen de dood en de eenzaamheid. Liefhebben is een beproeving, een vorm van verbinden die vraagt om een voortdurende toewijding; je moet constant blijven opletten. En dat deed ik niet altijd. Zo verloor ik vrienden - ik heb ze wel gehad.

Liefde heft de eenzaamheid niet op, ze bestaat naast de eenzaamheid die altijd aanwezig is en ik prijs mezelf gelukkig met een liefde die, zoals Rilke schreef 'erin bestaat dat twee eenzaamheden elkaar beschermen, begrenzen en verwelkomen.' Blijven opletten nu. Wie iets wil vasthouden, mag niet berusten.

 

 

Mail

Koen Schouwenburg (1986) is criticus en essayist. In 2017 verscheen zijn boek Talend naar betekenis. Het oeuvre van Connie Palmen. Hij woont in Groningen. 

Loes van Gils (1994) is een illustrator en beeldschepper. Met een paar lijnen maakt ze heldere en communicatieve beelden. Haar karakters hebben dierlijke trekjes. Ze zijn nieuwsgierig, onderzoekend en uit op avontuur - net zoals zij zelf op zoek is naar nieuwe verhalen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lieve buren

Lieve buren

Ze hebben dezelfde brievenbus en dezelfde supermarkt, maar Nienke Blanc vraagt zich in deze nooit verzonden brief af of dat het enige is dat ze met haar buren deelt. Lees meer

Best Friend (For The Forseeable Future)

Best Friend (For The Forseeable Future)

Lotte Krakers’ vriendschap met Karlien eindigde mét blauwe vinkjes, maar zonder antwoorden. Het laat Lotte reflecteren op het afdwingen van gelijkenissen in een vriendschap, en het plaatsen van vrienden op voetstukken: ‘Karlien hield me een spiegel voor, waarin ik vooral zag wat ik niet was.’ Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

De dooddoener van het kwaad

De dooddoener van het kwaad

Bas Keemink bespreekt de film 'The Zone of Interest', waarin Jonathan Glazer 'Big Brother' naar de Holocaust brengt. Lovende kritieken schrijven dat hij Hannah Arendts theorie, de banaliteit van het kwaad, goed in beeld brengt, maar is dat wel zo? Lees meer

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Jorne Vriens bezocht een tentoonstelling in Parijs en dit leidde tot een prachtige uiteenzetting over tekst, smartphones, connectie en fotografie. Lees meer

De eerste leugen

De eerste leugen

De eerste keer dat Job van Ballegoijen de Jong loog, was het bijna onschuldig. Een leugentje om bestwil, dacht hij toen, om zijn moeder gerust te stellen. Maar die eerste leugen groeide uit tot een web waarin hij langzaam verstrikte. In zijn debuut 'Morgen vertel ik alles' vertelt hij waarom iedereen een tweede (of derde) kans verdient. Lees meer

Leven in laagjes

Leven in laagjes

In dit essay geeft Dani Bouwman een intieme reflectie op identiteit, familie en het verlangen naar een plek waar hij volledig zichzelf kan zijn. Lees meer

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

Reinout Bongers schreef een nabeschouwing van de Zomergasten-aflevering met Pierre Bokma als gast of, moeten we zeggen, hoofdrol? "Therapie heeft hij wel geprobeerd, maar dat leverde hem - naar eigen zeggen - vooral een lege bankrekening op." Lees meer

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Toen zijn stiefmoeder Pieta stierf, voelde het voor Jelle Havermans alsof hij werd bevrijd van een van zijn grootste onderdrukkers. Voor ons Sorry-magazine schreef hij dit essay waarin hij jaren later toegeeft dat de vrouw die hem en zijn zusje het leven zuur maakte, ook slachtoffer was van haar eigen tijdsgeest en omgeving. Lees meer

:Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

In dit persoonlijke essay ontrafelt Laura Korvinus de draden die haar met haar oma verbinden. Langs welke verhalen of assen kan verbondenheid tussen verschillende generaties ontstaan en worden vastgehouden? Deel 1. 
 Onderweg naar mijn grootouders glipt een herinnering mijn gedachten binnen. Op een oude video ben ik aan het spelen aan de rand van... Lees meer

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Aucke Paulusma ging op studiobezoek bij kunstschilder Koen van den Broek. In de hoop inspiratie op te doen voor zijn eigen kunstenaarscarrière, bespreken ze de kunst. Lees meer

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 7

Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje?

Waarom blijft prachtige kunst soms onbekend? Janke Boskma kreeg kippenvel van Sōsaku hanga en dook in de Japanse kunstgeschiedenis. Lees meer

Ook boze mensen kunnen kwetsbaar zijn

Ook boze mensen kunnen kwetsbaar zijn

Ettie reageert voor een laatste keer op een brief van Jochum, door te schrijven over verdriet, kwetsbaarheid, woede en het belang van actief luisteren. Lees meer

:'Hoop is het laatste dat sterft, maar op dit moment is de situatie tamelijk hopeloos': Sana Valiulina te gast in Zomergasten

'Hoop is het laatste dat sterft, maar op dit moment is de situatie tamelijk hopeloos': Sana Valiulina te gast in Zomergasten

Juul Kruse bekijkt de Zomergasten-aflevering van Sana Valiulina, waarin zij bovenal probeert hoop te houden en overeind te blijven tegen de achtergrond van immer grimmig Rusland. Lees meer

Een excuus in een klein restaurant

Een excuus in een klein restaurant

Ettie schreef een brief aan Jochum, die hem ontroerde. Hij besloot een brief terug te sturen over excuses, ouders en wat het betekent om zowel een cis-man én queer te zijn. Lees meer

Een goed passend hokje is nog steeds een hokje

Een goed passend hokje is nog steeds een hokje

Vorige week schreef Jochum een brief aan Ettie over zijn ervaring met queer-zijn, biseksualiteit en identiteit tijdens zijn jeugd. In deze brief reageert Ettie met haar eigen ervaring en vraagt ze zich af of iedereen queer zou kunnen zijn. Lees meer

De schipperende kameleon: zomergast Van der Burg is sociaal voor de mensen, maar liberaal in het beleid

De schipperende kameleon: Zomergast Van der Burg is sociaal voor de mensen, maar liberaal in het beleid

Eric van der Burg was op bezoek bij Zomergasten. Marthe van Bronkhorst geeft in dit artikel haar scherpe analyse op de aflevering. Lees meer

Briefwisseling Ettie en Jochum - Brief 2

Wie wil nou een slachtoffer zijn?

Jochum ontving een brief van Ettie over zijn nooit-verstuurde brief aan zijn jeugdliefde. Ettie vindt dat Jochum de vrijheid van de queeridenteit niet goed beschrijft. Hij besluit Ettie een brief terug te sturen en op haar kritiek in te gaan. Lees meer

Briefwisseling Ettie en Jochum - brief 1

Het privilege van lesbisch-zijn

Een nooit verstuurde brief die door Jochum Veenstra op Hard//Hoofd gepubliceerd werd, begon een eigen leven te krijgen in het hoofd van Ettie, die niet zo goed wist wat ze ervan moest vinden en er toen maar over besloot te schrijven. Het resultaat is een niet-verstuurde brief die ze toch besloot op te sturen. Lees meer

Steun Hard//hoofd en verzamel kunst!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe schrijvers en kunstenaars. We zijn al veertien jaar gratis toegankelijk en advertentievrij. Zo’n vrije ruimte is harder nodig dan ooit. Steun de makers van de toekomst; sluit je vóór 1 januari aan als kunstverzamelaar en ontvang in januari je eerste kunstwerk!

Word kunstverzamelaar