Asset 14

Dag Bowie

In de herfst van 2004 legde ik in een Free Record Shop nogal beschroomd een cd’tje op de toonbank. Het was een ‘best of’ van André Hazes. Ik had nagenoeg niks met de muziek van deze man, om wie op dat moment het halve land in rouw verkeerde, en ik heb er ook nooit wat mee gekregen. Maar door zijn dood voelde ik blijkbaar opeens de vreemde behoefte iets van hem in huis te halen. Het was een gevoel waar ik me tegen probeerde te verzetten, want het leek zo misplaatst. Op zo’n postmortaal-muzikale aandrang heb ik mezelf vaker betrapt. Soms ging het dan om artiesten waar ik wél reeds liefhebber van was, zoals Lou Reed of Johnny Cash. Al voelde het dan minder gezocht om hun werk uit de kast te trekken, het bleef toch altijd iets wrangs houden. Alsof de muziek opeens in waarde was gestegen door zoiets banaals als de dood.

Het afscheid van gisteren is van een andere orde en bevreemdt mij daarom zeer. Als David Bowie niet gestorven was, had er deze dag namelijk óók niks anders uit mijn speakers geklonken dan zijn nieuwe album Blackstar. De afgelopen week heb ik uitsluitend daarnaar willen luisteren. En in de maanden naar aanloop van deze unaniem bewierookte - naar nu blijkt - zwanenzang, heb ik dat gehele duizelingwekkende oeuvre maar weer eens volledig grijs gedraaid.

Maar ik was natuurlijk bepaald niet de enige die al een periode teerde op een Bowie-binge. Al hield hij zich bijna vijftien jaar afzijdig van optredens en interviews, zijn aanwezigheid was de laatste tijd onontkoombaar. In New York, waar zijn muziektheaterstuk Lazarus onlangs in première ging. In Groningen, waar de rondreizende expositie Bowie Is met zijn bonte collectie aan objecten nu te zien is (hetgeen nu wel in een een pelgrimage naar het noorden zal ontaarden). In de albumlijsten, waar Blackstar overal op nummer één staat. En in de twee intens bizarre videoclips, ‘Blackstar’ en ‘Lazarus’, die bij die nieuwe plaat horen.

Het zegt veel dat Bowie van begin af aan een enorme aantrekkingskracht op mij had, terwijl ik hem toch niet bepaald leerde kennen door zijn beste werk. Ik was 16 toen ‘Thursday’s Child’ op TMF voorbij kwam en raakte meteen geïntrigeerd door de man en vooral door de Stem. In dat nummer croont hij oververmoeid, haast vals, tegen de melodie in, maar toch zo gecontroleerd elastisch. Zoiets tegenstrijdigs moois had ik nooit gehoord. Ook al hoor ik inmiddels dat het album waar dat nummer op staat voor Bowie-begrippen nogal wisselvallig is, vanwege de sentimentele waarde draai ik het nog met regelmaat. Niet lang daarna viste ik al zijn klassiekers uit de tweedehands bakken en begon de obsessie pas echt. Heathen uit 2002 was vervolgens de eerste Bowie-release die ik als Bowie-fan bewust mee mocht maken en die plaat (die veel beter dan zijn voorganger de tand des tijds blijkt te hebben doorstaan) heeft dan ook een zeer speciale plek in mijn hart. In die periode werd ik nog wel eens vreemd aangekeken als ik bekende dat ik van Bowie hield, zijn status zou pas weer naar oude hoogten stijgen in de loop van de tien jaren dat hij zich in nevelen hulde. De hernieuwde interesse die dat mysterie opriep heeft zijn creativiteit goed gedaan. The Next Day was drie jaar geleden een waardige comeback en zo bijzonder als het nog maar vier dagen oude Blackstar klonk Bowie in decennia niet meer.

 

David-Bowie-width-540

De aantrekkingskracht die Bowie’s muziek altijd op mij heeft gehad komt voort uit die aparte combinatie van avontuur en melancholie, van grootse droefheid en swingend theater, van een constante zucht naar verandering en het toch nooit kunnen ontsnappen aan het eigen verval. In zijn vroegste teksten refereert Bowie al aan Nietzsche en ik zie diens filosofie, waarin de mens zichzelf vorm moet geven bij gebrek aan enige betekenis buiten hem, dan ook als de grote creatieve kracht achter zijn werk. De naderende reis naar het grote niets valt nu te begrijpen als oorzaak voor de laatste creatieve oprisping die zijn oeuvre zo karaktervol afrondt.

Nu bekend is geworden dat Bowie al achttien maanden tegen leverkanker vocht, kan geconcludeerd worden dat hij over dit afscheid bijzonder goed heeft nagedacht. Zijn dood komt als een schok, want zijn fans verkeerden in de veronderstelling dat ze juist zijn hervonden vitaliteit aan het vieren waren. Dit was de manier van deze gewiekste god om zijn publiek in volstrekte onwetendheid afscheid van hem te laten nemen. Nadat we Bowie belaagd zien worden door een heks die van onder zijn ziekenhuisbed vandaan komt, een laatste koddig dansje zien doen en vervolgens driftig zien schrijven waar het papier ophoudt, trekt hij zich op het eind van de videoclip voor ‘Lazarus’ terug in een kast. Dat is het allerlaatste beeld dat we van deze man van vele maskers - die niet alleen ‘sound’ maar ook altijd ‘vision’ als geen ander wist te beheersen - zullen hebben. Al die symboliek viel gisteren opeens keihard op z’n plaats. Bowie’s gevoel voor theater is wat hem in de rockgeschiedenis altijd zo’n onderscheidende kracht heeft gemaakt en met Magere Hein hijgend in zijn nek blijkt hij zichzelf hierin te hebben overtroffen.

Toen ik mijn dochter van vier het nieuws meedeelde, vroeg ze bedremmeld of we ‘die liedjes’ nu ook niet meer kunnen horen. Ik was blij dat er toch nog iets positiefs te vertellen viel. Maar méér naar Bowie luisteren dan ik al deed is praktisch onmogelijk. Zijn dood een plek geven is voorlopig dan ook niet aan de orde. Het enige wat ik kan is voortgaan in mijn obsessie, alsof er niets gebeurd is. Want onder de levenden of in een kast, al te veel verschil maakt het ook eigenlijk niet. Bowie ís.

Negenenzestig liederen van de negenenzestig jaar geworden Bowie, geselecteerd door Kasper

Mail

Kasper van Royen is Hard//hoofd-redactielid, is naast vader ook filosoof, ex-docent, ex-dichter, ex-echtgenoot, popfetisjist en postbode.

Floris Solleveld is overdag historicus en filosoof. Tussendoor tekent hij met inkt en penseel en schrijft over interdisciplinaire podiumkunsten. Of over politiek. Soms ook poëzie.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

:Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Alara Adilow blikt terug op haar jongere zelf en ziet hoe onwetendheid en zelfdestructie haar afsneden van zorg en liefde, tot feministische en postkoloniale denkers haar aanraakten en haar openstelde om naar zichzelf en de wereld te kunnen kijken. Lees meer

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer