Asset 14

De rivier

We zitten in een uitgeholde boomstam. Allebei voorzien van een houten peddel, net als de jongen achter ons. Onze gids die we niet verstaan. Voor in de boomstam staat een rieten mand vol wortels en uien, naast de mand ligt een kip. De poten van het dier zijn bijeengebonden en af en toe tilt het dier langzaam een vleugel op. Niet teveel naar kijken.

De jongen wijst naar de oever, waar een knalrode vogel het woud in schiet. We zullen honderdveertig kilometer stroomafwaarts roeien. De enige weg naar het westen van dit Afrikaanse eiland; de boomstam is afgezien van een vliegtuig ons enige vehikel voor het afleggen ervan.
Het kost twee volle maanden om een boom uit te hollen, leren we. Vroeg in de ochtend zit een boomstam nog best lekker. Het enige geluid is dat van de peddels die het roodbruine wateroppervlak doorboren. Af en toe wijst de jongen op een krokodil. Een reigerachtige vogel. We roeien. We roeien een gebied in zonder radiotorens. No service, staat op het display van mijn iPhone en ik geneer me voor het ding.
De mensen hier hebben nog nooit een auto gezien, vertelt de jongen. Het is drie dagen peddelen naar het dichtstbijzijnde dorp, waar een telefoon is. Geen ziekenhuis.
“Wat nu als iemand zijn been breekt?” vraag ik hem.
“Dan komt de Marabou.”
“De Marabou?”
“De oudste man van de stam. Hij kan alles.”
“En als iemand nu echt superziek is? Er een ongeluk gebeurt? Een arm wordt afgebeten?”
“Dan gaan ze dood.”

Beeld: Lieke Romeijn.

Net voor het donker wordt leggen we aan op een zandbank. We zijn drieduizend jaar terug de tijd in geroeid. In het woud wonen families in lemen hutten, met daken van palmbladeren. Zodra de zon weer opkomt gaan de mannen het bos in, jagen op egeltjes voor het eten. Hun vrouw wroet in de grond naar aardappelen, iedere avond hetzelfde maal. Vijftig, wordt de vrouw. Ze krijgt gemiddeld zes kinderen en vlecht manden van riet, om zo nu en dan een visje te kunnen eten.
We slapen op een stinkende paardendeken recht onder de sterren, die nooit eerder zo scherp waren. De melkwegnevel, alles is verlicht; ik laat zelfs een duidelijke schaduw op het oeverzand achter. Voor het eerst in mijn leven sla ik tandenpoetsen voor het slapen gaan over: ik durf de elektrische tandenborstel niet aan te zetten. Niet eerder klonk stilte zo dwingend en hard.

Dag twee is exact hetzelfde als dag één. De rivier is bruinrood, beide oevers zijn dichtbegroeid. Spinnen rennen over het water naar onze boomstam, ik doe alsof ik niet bang ben. Ook dag drie biedt weinig variatie. Vanaf tien uur 's ochtends wordt de zon ondraaglijk. Na zes uur roeien hebben we buikpijn omdat we onze plas al zo lang ophouden. Af en toe peddelen we even niet mee, onze schouders zijn moe en verbrand. Op dag vier is het enige verschil, wat eigenlijk over de dagen verspreid ontstaan is, een kalmte. Heel langzaam zakken we weg in een wereld waar we nog niet eerder waren. Die van uitsluitend natuur, waar slechts af en toe wat mensen worden toegelaten, tijdelijk. Een gebied waar geen plastic is, geen stroom. Een gebied haast zo groot als Nederland zonder kraanwater, waar nog nooit een motor klonk. We zakken weg in de stilte, in de traagheid van het roeien, de roestige rivier die toch telkens anders lijkt te kleuren.

Op de laatste dag is het tijd voor de kip. Of ik het wil doen, vraagt de jongen. Ik knik. Ik eet per slot van rekening zo nu en dan vlees, dan zou je eigenlijk in staat moeten zijn het zelf te slachten. De jongen overhandigt mij een dolkachtig mes en legt uit hoe ik moet staan. Linkervoet hier, hij tikt op de gespreide vleugel, rechtervoet hier, op de poten. Met geoefende hand trekt hij wat veertjes uit de nek en wijst: de snijplek.
“Hoofd naar achteren trekken,” gebaart hij, “iets hoger.” Het keeltje van het dier is verrassend roze. Ze slikt een paar keer. Als ik dit niet kan, zal ik mijn leven lang geen meer vlees eten, beloof ik de wereld.
In één vlugge beweging trek ik het mes hard langs de kale plek en wacht op de snee, op gutsend bloed, maar er komt niets. Ik kijk op naar de jongen, die een zaagbeweging maakt.
“Wel verdomme,” vloek ik hardop. Mijn eerste kill moet zo nodig met een bot mes. De adamsappel gaat vluchtig op en neer onder mijn hand. Hebben kippen adamsappels? Het nekje is warm en het dier mag geen seconde nodeloos lijden, dus ik zaag, hard. Ik trek en duw de botte dolk over de roze plek tot de huid opent. Ik trek en duw, trek en duw en het beest kakelt een beetje maar dan met andere klinkers dan ik van een kip gewend ben. Meer u's. Het bloedt, maar niet zoveel als verwacht. Ik zaag door, tot de halsslagader knapt en naar buiten rolt. Het is over.
Ik ontspan, maar de jongen gebaart dat ik het hoofd, dat nog maar met een paar nekveren aan het lijf vastzit, goed omhoog moet houden. Op het hartritme gulpt bloed naar buiten. Felrode klodders in het zand. Het beest slikt en slikt en slikt in mijn gesloten hand, tot het sterft. Het nekje is warm en slap en de slagader is zo rood als een winegum. Deze kip heeft toch maar mooi een oneindig veel beter leven gehad dan de dikke stakkers in onze fabrieken. Nooit meer zal ik plofkip eten, beloof ik de wereld. Slechts diertjes die hebben rondgescharreld. Ook wanneer ze, eventueel, de laatste seconden van hun leven bruut geweld hebben gekend, eerlijk is eerlijk. Ik had honger.

Mail

Laura van der Haar is archeoloog en schrijver.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer