Asset 14

Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man zijn relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is.

Hij ligt onder de auto, hij wil er niet zijn. Wel onder de auto, maar niet er. Zijn huis is akelig dichtbij: de wielen staan tegen de bekende stoeprand, de velgen parallel met de voordeur waarachter zijn zoon en schoondochter ronddwalen. Vanuit de auto zou je zijn studeerkamer in kunnen kijken; vanuit de studeerkamer staart hij steevast in het niets.

Hij belandde ooit onder de auto omdat hij het leven weer tegemoet trad. Het was een zaterdag met een stevige zon. De Grote Interventie was twee maanden geleden, de gevolgen waren duidelijk. Hij stond op tijd op, at een gezond ontbijt en ruimde de tafel meteen daarna af. Hij keek de woonkamer rond en trachtte tevreden te zijn. Toen hoorde hij zijn vrouw de trap af komen en herinnerde hij zich dat het hopeloos was: niemand zou haar beschermen. Dus hij riep: ‘Dag, ik ben er zo weer’ en marcheerde de stoep op. Na enkele stappen zonk hij op zijn knieën en rolde onder de auto van de buren.

Het duurde even voor hij besefte dat er niets gebeurde. Zijn schouders werden beurs, dat wel, en zijn ogen zakten toe, maar de tijd trippelde voort en hij mocht tegen de vieze onderkant ademen. Het universum greep niet in en niemand sleurde hem eronder vandaan om bezorgd te vragen waarom hij dit deed, zoals iedereen in huis graag wilde weten waarom hij zo boos was. ‘Wat?’ antwoordde hij dan. ‘Ga je het soms oplossen?’
Ook hun kat kwam weer in zijn buurt. Haar pootjes hupsten voorbij, ze ging zitten en trok een pootje op. Hij strekte zijn hand niet uit om te kijken of ze hem al vergaf en ze blies hem niet weg. Starend naar de groezelige metalen platen en verbindingen was hij er gewoon.

Terwijl alles om hem heen leeft en dartelt, is hij, veilig in zijn donkere hol, zichzelf

Nu ligt hij er dus weer. Het stinkt. Hij heeft het warm. Hij is tevreden. Voetstappen klinken om hem heen, er schuift een raam open en een fiets zoeft langs, en hij sluit zijn ogen en laat zijn eigen hitte omhoogkruipen. Terwijl alles om hem heen leeft en dartelt, is hij, veilig in zijn donkere hol, zichzelf. Hier mag hij iedereen haten en zegt niemand: ‘Vertel eens…’

Twee voordeuren klikken achter elkaar open. Hij hoort eerst de wandelschoenen van de buren, daarna de klep van zijn eigen kliko en het geritsel van de voedselresten die zijn schoondochter erin kiepert. Het gekir aan begroetingen – ‘Hé hallo, hoe gaat het?’ ‘Goed, ja, zoveel béter.’
‘Wat fijn,’ zegt de buurvrouw. ‘Dat het beter gaat.’ Ze laat een stilte vallen waarin deuren hadden kunnen slaan en katten hadden kunnen vluchten. ‘We werden er soms echt naar van,’ vertrouwt ze zijn schoondochter toe.

De sloffen van zijn schoondochter schuiven over de stoep. ‘Soms kan het, hè.’
‘Ja. Soms veranderen ze.’
Beide voordeuren vallen dicht en de buren wandelen naar de auto. Als ze instappen, wiegt de onderkant naar zijn neus. Hij geniet van het gekraak.
Hun kat schiet tevoorschijn als de autoportieren dichtklappen. Hij tuurt onder de rand vandaan. Schichtig kijkt ze om. Hoorde ze hem? Hij tikt op de lak, ze kantelt een oor en hij glimlacht.

Ze zat vaak zo lang bij hem op schoot dat zijn dijbenen smolten, maar hij wilde haar nooit wakker maken door op te staan. Het verbaast hem dat zijn vrouw haar niet heeft weggegeven, om te voorkomen dat hij een nieuw doelwit zou vinden. Zelf wil ze na al die jaren niet meer alleen met hem zijn; dat was een van haar eisen. Gelukkig voor haar zitten hun zoon en schoondochter net tussen twee huurcontracten in, maar kennelijk komt het niet in haar op dat ze de kat dagelijks wel alleen achterlaat bij hem. Misschien snapt ze dat de kat hem nooit een reden zou geven. Die gedachte maakt hem zo boos dat hij bijna weer naar binnen rent – maar nee. Hij ademt de smerige lucht in, voelt zijn beurse rug en vertelt zichzelf dat niemand zich afvraagt waar hij de hele dag uithangt. Niemand mist hem. Iedereen is tevreden. Hij zucht diep, en kalmeert.

In de weken na de Grote Interventie speurde hij naar aanwijzingen hoe diep hij in de problemen zat. Overdag sprak hun zoon nauwelijks met hem, maar die werkte dan ook – dat zei niet genoeg. Nee, ’s avonds was het moment. Dan keek hij hoe hun zoon zijn vrouw ontving als ze thuiskwam van haar werk. Al pratend schuifelden ze van de donkere hal naar de woonkamer, waar de staande lampen zijlings op hun rode konen schenen. Hij zat dan in de serre of begon met koken, tuurde naar de twee en vertelde zichzelf, stelde zichzelf gerust, dat ze hém had.

Niemand mist hem. Iedereen is tevreden

Op een dag vroeg hij het gewoon: ‘Wat heeft je moeder over mij gezegd?’
Zijn zoon omhelsde hem, net als toen hij eindelijk had opgebiecht dat zijn tweedehandsautozaak op springen stond, nadat hij wekenlang op zolder telefoontjes had ontweken en alleen beneden rondstampte als zijn vrouw aan het trapgat had durven vragen of hij nog leefde. Ook nu hoefde hij niets te verklaren en geen sorry te zeggen, zijn zoon en schoondochter waren er voor hem. Zo lief waren ze, zo zorgzaam, zo begripvol, ‘elk verhaal heeft twee kanten’, en dus werd hij razend en gaf de kat een trap. Sindsdien spurt ze weg als hij nadert.

‘Wat is er met haar?’ vroeg zijn zoon.
Hij zei dat hij op haar staart was gaan staan.
‘Had ik ook,’ zei zijn schoondochter schuldbewust. ‘Ze trekt wel weer bij.’

Een week later rolde hij onder de auto. En jawel, daar zit de kat. Vlak bij hem. Hij hoeft die wiegende staart maar te grijpen. Maar zijn schouders doen nu al zeer, en hij zou z’n hoofd stoten. Ze is veilig voor hem, dankzij hem.

De buren starten de motor. Het geluid zaagt aangenaam door hem heen. Als de donkere autobodem boven hem wegschuift, piept de zon tevoorschijn en prikt de uitlaatlucht in zijn neus. Hij kucht en kantelt zijn hoofd, zijn kin op zijn kraag. De auto kruipt naar de horizon. Hij weet wanneer de buren hem in hun binnenspiegel kunnen zien. Hij wacht, steekt dan zijn arm op en buigt zijn vingers. Hij weet dat de buren terugzwaaien. Zij gaan ergens heen, hij is er al.

Mail

Eva Gabriela (1995) verzamelde als kind al taalvakken en ging na haar studie Engels aan de slag als vertaler en corrector. Haar werk verscheen onder andere bij De Gids, DW B, De Optimist en Elders literair. Momenteel werkt ze aan een roman.

Eva ten Cate (zij/haar, 2002) is een kunstenaar en illustrator. Haar werk wordt gekenmerkt door vaak opeenvolgende beelden met strakke lijnen en ruizige kleuren. Graag laat ze je beter kijken naar de schijnbaar kleine handelingen en objecten om ons heen, om ze zo meer waarde te geven.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Bestel de bundel ‘Ik wil, wil jij ook!’

Op zoek naar een intiem, verzachtend en verzettend cadeau? Voor maar €10 bestel je de bundel ‘Ik wil, wil jij ook?’, een voorstel voor een nieuwe taal om over seksualiteit te spreken. Met ploeterende brieven en prikkelende beelden. Alleen te bestellen vóór het einde van dit jaar en zolang de voorraad strekt!

Bestel nu