Asset 14

Twee Schaatsers

Kort verhaal: Twee Schaatsers

Een verhaal van Frank Bloem over twee schaatsers in een genadeloze wereld van grijstinten. Drie jaar geleden net zo passend bij het weer als nu.

Vanuit het noordwesten kwamen donkerpaarse wolken aandrijven. De boomtakken staken er zwart bij af. Hij hoopte dat het nog wel even zou duren voor de eerste druppels vielen. Het was blijven vriezen tot het kabbelende oppervlak van de vaart was verstard en veranderd in een krokante bovenlaag. Zoals de winters die hij zich herinnerde uit de tijd dat hij leerde schaatsen. Toen de sneeuw weken op het land bleef liggen en de grijze lucht zwaar en onverzettelijk op de aarde rustte.

Gisteren had hij hier moeten zijn. Toen het ijs nog hard was. Nu was het matglazen oppervlak glimmend geworden en waren de breuklijnen in het ijs veranderd in diepe geulen, waardoor soms al water omhoogkwam. ‘Kraakijs is geen breekijs.’ Er kraakte niets meer. Alleen zijn enkels op de momenten dat hij bijna ten val kwam.

Ondanks het stroeve ijs was hij al een eind op weg. De stad had hij geruime tijd achter zich gelaten en in de verte lag een steiger waar hij even zou kunnen rusten.

Dit landschap diende een ander doel dan de schoonheid die zich in de lente ontvouwde. Ze kwamen met bussen op de bloemen af, maar die waren bijzaak. Het doel was de bol. Vroeger had hij als vakantiebaan bollen gepeld, in een grote schuur aan lange tafels waarachter grove en stinkende jongens zaten die meestal aan het sparen waren voor een Puch. De schillen moesten in een gat in de tafel worden geveegd. De gepelde bollen gingen in een krat. Soms, wanneer een bol rot was, drukte je met je duim door de huid, dan spoot het stinkende slijm naar buiten.

Zittend op het houten plankier voelde hij pas hoe koud zijn voeten waren geworden. Brokjes ijs vielen in de gruizige massa onder hem, de palen van de steiger stonden al in kabbelende ronde gaten. Hij stak een sigaret op en terwijl de rook zijn longen vulde zag hij in de verte een donkere gestalte slagsgewijs naderbij komen.

Hij deed zijn rugzak weer om, hij had geen zin in plichtmatige gesprekken. Schaatsen moet je in je eentje doen. Toen hij van de steiger sprong, zakte zijn schaats diep weg in het smeltende ijs. De wind stak feller op, een voorbode. Zijn spieren waren door de kou stijf geworden en het kostte hem veel moeite om zich af te zetten in de papperige massa. Aan de kant zat een dode meerkoet vastgevroren in het ijs. Zijn kopje hing slap aan zijn rechtopstaande lichaam. Binnenkort zou hij weer loskomen en wegdrijven naar verrotting. Zijn van gassen bol staande lichaam zou nog een tijdje wezenloos ronddobberen om vervolgens lekgeprikt op de bodem zijn laatste rustplaats te vinden. In de lente zouden jonge stekelbaarzen beschutting zoeken tussen de ribben.

Het hijgen achter hem werd steeds beter hoorbaar. De donkere gestalte was veranderd in een man met een blauw schaatspak. Zelf droeg hij een rood schaatspak dat twee jaar ongebruikt in de kast had gelegen. Hij stopte om een sigaret te roken zodat de man in het blauw hem zou passeren.

Een joviaal, rood opgeblazen gezicht, getooid met bekwijlde baard, stopte met een draai pal voor hem.

'Zo! Pakken we nog net even de laatste uren ijs mee?', zei het. 'Gaat u ook naar Leiden?'

De man sprak de naam van de stad uit als Leije, waaruit te concluderen viel dat het een Leidenaar betrof. 'Ik heet Alfonds', sprak het blauwe pak en hij stak een zwarte want uit.

'Pieter', sprak het rode pak met tegenzin, terwijl de rook langs zijn gezicht omhoog stroomde.

'Ik ga niet naar Leiden maar keer zo om en ga dan terug naar Haarlem.'

'Nou, u liever dan ik. Het gaat zo regenen en dan met die tegenwind. Dat redt u nooit voordat het ijs onbegaanbaar is geworden. Dat wordt dan een heel eind lopen voor U', besloot de man in het blauw.

Hij deed of hij niets hoorde en hoopte dat de man snel zou doorschaatsen naar Leije.

'Ik wil u niet ongerust maken en u moet het natuurlijk helemaal zelf weten, maar ik zou niet terug gaan schaatsen naar Haarlem.'

'Waar bemoeit u zich mee?' Hij zag aan het beteuterde gezicht van de man dat hij een andere toon had moeten aanslaan. 'Ik heb geen schoenen bij me, ziet u.'

Het blauwe pak fronste zorgelijk, waarbij druppels water in de groeven van zijn gezicht een stroompje vormden. Het rode hoofd was iets bekoeld en hij greep met zijn want naar zijn baard, om aan te geven dat hij naar een oplossing zocht.

'Ik red me wel, schaatst u maar door.'

'En me dan vanavond zorgen om u maken zeker? Nee, daar komt niks van in. Denk je eens in dat u in een wak rijdt en onder het ijs komt. Hoe lang duurt het voordat de mensen doorhebben dat u niet bent teruggekomen? Ze zullen de politie bellen. Het zal in de krant staan en als ik dat bericht lees, kan ik niet meer slapen.'

Hij luisterde naar de man. Wat was dit voor iemand? Iemand met een groot verantwoordelijkheidsgevoel?

Langzaam begon tot hem door te dringen dat de terugtocht een grotere zorg was dan hij had ingeschat.

'Ik weet het al!' riep de man opgewekt. 'U rijdt gewoon met mij mee naar Leiden. We stappen aan land, vlak bij het station, en daar neemt u de trein naar Haarlem.'

'Maar dan zit ik met mijn schaatsen aan in de trein.'

'Zit u liever met schaatsen in de trein of loopt u kilometers terug door de regen? Onder de bruggen ligt het al open. Het blijft uw keuze maar u sleept mij nu mee in uw lot.'

Een somberte overviel hem. Hij wilde niet, maar hij had eigenlijk geen keuze. Echter, de hele tijd met een in blauw gehulde tuinkabouter te moeten optrekken stond bijna gelijk aan kilometers door de regen met tegenwind terugklunen naar Haarlem.

'Laten we gaan, het begint al te regenen. Als we even doorzetten, zijn we binnen een uur in Leiden.' De man maakte aanstalten om verder te gaan. Hij trok Pieter aan zijn mouw om een beslissing te forceren.

Op de spoordijk naast de vaart kwam een trein voorbij. Het krijsende geluid weerkaatste op de ijsvloer.

'Kunt u niet sneller?', zeurde het blauwe pak.

'Ik kan niet sneller. U kunt gewoon verder gaan, ik red me wel.'

'Beslist niet, u bent ontoerekeningsvatbaar, u neemt een onaanvaardbaar risico en heeft geen voeling met het schaatsen', besloot het blauwe pak.

'Dus u gaat gewoon wat harder schaatsen.'

Zo reden ze, op de hielen gezeten door de regen, een rode en een dikke blauwe stip in een genadeloze wereld van grijstinten. De vaart maakte een bocht, waardoor de wind schuin van voren kwam, en kwam uit op een open vlakte. Alfonds schreeuwde dat dit het laatste stuk was, dat ze nog even moesten doorzetten en dat de stad aan het eind van het meer zou beginnen. Er was geen sprake meer van glijden, ze sjokten nu over het ijs. Plotseling was er regen. Veel regen. Alfonds gilde dat ze sneller moesten gaan en dat ze beter langs de kant konden schaatsen. Zelf wilde Pieter de kortste weg over het meer nemen. Dat was rechtdoor. De regen droop langs zijn kin zijn jas in en stroomde koud over zijn buik naar beneden. Tussen zijn wimpers door zag hij Alfonds rechtsaf slaan richting de oever. Een doffe donkere klank resoneerde in zijn gebeente.

Dat het buiten hem plaatsvond, begreep hij doordat hij Alfonds opgestuwd zag worden, waarna er een golf water langs het lichaam omhoog spoot en hij wegzonk in het onder hem ontstane gat. Hij bleef hangen.

Ik schaats door, dacht Pieter. Dit kan ik niet.

Alfonds gilde, krijste boven de wind en de regen uit. Zijn lichaam zakte door het vele bewegen steeds dieper in het ijs.

Nog enkele minuten hoorde hij het geschreeuw achter zich. Toen hij omkeek, viel het hem op hoe sterk Alfonds op de in het ijs vastgevroren meerkoet leek.

Aan de overkant van het meer rookte hij een sigaret in de beschutting van een boothuis. Hij dacht in de verte het rode hoofd nog te kunnen zien. Als een zeehond die even zijn kop boven water steekt. Hoe lang zou het duren voordat men hem zou vinden?

De periferie van de stad bestond uit kanalen. Het regende nog, maar veel minder hard dan op het meer. Behoedzaam schaatste hij dicht langs de kant. Langzaam drong hij door tot het centrum. Straatlantaarns kleurden de regen oranje. Het laatste stuk naar het station legde hij lopend af met de beschermers onder zijn schaatsen.

De treinverwarming blies de pijn in zijn voeten. Druipend en met geveinsde nonchalance had hij plaatsgenomen op het groezelig oranje skai-leer van de spoorwegen. De wagon was bijna leeg, hij ontspande. Het smeltwater vormde een plasje op de grond. Hij kneedde een voor een zijn verkrampte voeten maar durfde zijn schaatsen niet uit te trekken, bang dat hij ze door zakkend vocht niet meer aan zou krijgen.

Het geel verlichte interieur weerkaatste in de donkere ramen van de coupe. Hij keek naar zijn eigen gezicht, het zag er oud uit.

Aan de andere kant van de coupé zat een donker geklede, dikke man. Hij had een plastic tas naast zich op de bank staan en keek af en toe zijn kant op. De man zou een operazanger kunnen zijn.

Hij zou willen dat er gezongen werd, dat er muziek was.

Maar de in het zwart geklede heer bleef zwijgen en was overgegaan tot het oplossen van een kruiswoordraadsel.

--
Frank Bloem (1978) is beeldend kunstenaar, bedenkt corporate identities, is internetradiopionier en schrijft. Hij studeerde Beeldende Kunst aan de Gerrit Rietveldacademie en was Artist in Residence bij Het Vijfde Seizoen en Badgast.

Oorspronkelijk gepubliceerd op 25 januari 2015.

Mail

Redactie

Annelien Smet is een Gentse illustratrice wiens werk is verbonden met muziek. Voor elk werk luistert ze onophoudelijk naar één nummer om in een sfeer te blijven. "Een nummer dat goed gemixt is, genoeg 'ademt' en mijn binnenste met een diepe bas doet daveren. Dat inspireert."

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Jonathan de slakkenman

Jonathan de slakkenman

'Hij zag simpelweg hoe de slak zich terugtrok in zijn huisje wanneer het zich onveilig achtte. Vanwege hun gedeelde lot, voelde Jonathan zich geroepen om de naaktslak ook een toevluchtsoord te bieden.' In dit korte verhaal van Ivana Kalaš neemt Jonathans slakkenfascinatie langzaam zijn leven over. Lees meer

Het insectenhotel

Het insectenhotel

‘Ik kan wel voor je krimpen.' Dieuke Kingma onderzoekt in een kort verhaal vol spinnenpoten en keverschildjes of je de ruimte die je inneemt in een relatie ook weer terug kan geven. Lees meer

Auto Draft 6

ode aan de lepismA saccharinA

Lieke van den Belt neemt je mee in de wereld van de zilvervis. Met lichte en vervreemdende beelden schetst ze in twee gedichten een dialoog tussen deze beestjes en hun slachtoffers. Lees meer

Enterprise, Alabama

Enterprise, Alabama

Charlotte Duistermaat neemt je mee in de enigszins absurde culturele en historische impact van een snuitkeverplaag op een Amerikaans dorpje en de vergelijkbare migratiestromen van mens en dier. Lees meer

Auto Draft 5

Verpopping

Wanneer een rups zich in de sombere wintermaanden in haar keukenraam nestelt, koestert de hoofdpersoon in dit verhaal van Esther De Soomer voor het eerst weer gevoelens van liefde en tederheid. Lees meer

Huizen, omhulsels 1

richtingen, ruimtes, rijping

Anne Ballon schreef drie gedichten over een innerlijk dialoog. Met zachte, precieze en lichamelijke beelden neemt Anne ons mee in een conflict tussen een ‘jij’ die naar geborgenheid in seksuele ervaringen zoekt en een ‘ik’ die aan dit zoeken probeert te ontsnappen. Lees meer

Stilte

Stilte

Haren wassen bij de kapper, of een ochtendkoffie in een treincoupé. Angelika Geronymaki neemt je in dit gedicht mee langs vormen van stilte. Lees meer

Schieten op de maan

Schieten op de maan

'I shot the moon, and I’ll do it again if I have to.' Julien Staartjes vindt het moeilijk te bevatten hoe de wereld letterlijk in brand staat, maar er toch vooral ogen zijn gericht op wie de grootste raket kan bouwen. Daar kan geen fictie tegenop, maar je moet het toch proberen. Lees meer

Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

 1

De zee

Mariska Kleinhoonte van Os schrijft met groot mededogen en rauwe eerlijkheid over degenen die tussen de mazen van het net en de mazen van de wet vallen, in de verhalenbundel 'Tussen de mazen' die op 14 februari verschijnt. Op onze site lees je alvast een voorpublicatie. Lees meer

De rattenkoning

De rattenkoning

Een schoolreis naar Praag klinkt als een feestelijke afsluiting van de middelbare school: slapeloze busritten, sigaretten in de schaduw van kasteelparken en stiekeme plannen om absint te drinken in hotelkamers. Maar in dit verhaal van Nick De Weerdt eindigt de reis voor een onafscheidelijke vriendinnengroep met een onverwachte confrontatie: de rattenkoning. Lees meer

Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

De Groep

De Groep

'Ik ben Jane en Kevin is een lul die te veel ruimte inneemt.' Amal Akbour schreef een verhaal over Jane, een narcistische jonge vrouw die voor het eerst deelneemt aan groepstherapie. Dit is een voorpublicatie van het verhaal dat Amal schreef als onderdeel van het Veerhuis Talentenprogramma. Lees meer

Auto Draft

Rooilijnen

Rik Sprenkels schrijft (als dichter en medewerker bij het Kadaster) over de beleidsregels achter de openbare ruimte: voor de gewone sterveling zijn ze onzichtbaar, terwijl ze wel veel invloed hebben op hoe hun wereld werkt en eruitziet. Lees meer

Verboden toegang 8

Verboden toegang

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In woord én beeld dicht Maaike Rijntjes over iemand die terugkeert naar het bungalowpark waar die opgroeide. Lees meer

Momentum

Momentum

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Sanne Lolkema dicht op drie levels over de prestatiemaatschappij: van micro-, naar macro- en mesoniveau. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer